Column

Thomas Dekker doet een Adolfje

16-11-2016 08:59

Geen enkele andere Nederlander is zo sterk in het vermarkten van zijn mislukkingen als de oud-wielrenner Thomas Dekker. Door de jaren heen heeft hij zich tot een BN-er geëxcuseerd. Er was altijd wel weer een reden om ergens ‘sorry’ voor te zeggen. Iedereen kent al de excuus-Truus en de excuus-neger maar vanaf nu kunnen we ook spreken over Thomas Dekker, de excuus-BN-er.

Het Adolfje

En ook nu staat Thomas Dekker weer volop in de schijnwerpers. Hij heeft een boek geschreven. Om accurater te zijn, al zijn excuses zijn opgeschreven en in verhalende vorm gegoten door  voormalig wielrenner en journalist Thijs Zonneveld. Maar alleen spijt is natuurlijk niet genoeg. Daar verkoop je geen boeken mee. En dus besloten Thomas en Thijs dat de titel van het boek een spectaculaire naam moest dragen. Een teaser. Een klapper. Een smakeloze en megalomane titel in een. En dus heeft men de uiteindelijke titel van het boek geleend van een oosterbuur wiens carrière ook niet geheel zo is gelopen als hij had gehoopt.

Adolf Hitlers’ Mein Kampf werd Thomas’ Dekkers’ Mijn Gevecht.

Het Pauwtje

Wielrennen en doping zijn verder net zo spannend als Linda de Mol en botox. De mensen weten het inmiddels wel. Ze lopen niet meer echt warm van fietsers die leuren met bloedzakken en zich de godganse dag tegoed doen aan alle soorten doping die de drugslabs kunnen leveren. We hebben immers de hele teloorgang van Lance Armstrong al meegemaakt.

En dus besloten Thomas en Thijs om de bekentenissen rondom het wielrennen flink aan te vullen met dat wat altijd verkoopt: seks.

Al vroeg in het boek doet Dekker een Jeroen Pauwtje. Pauw liet ooit vol trots aan de wereld weten dat hij met minimaal 200 vrouwen seks heeft gehad in zijn leven en ook Dekker laat al aan het begin van zijn boek optekenen dat hij als jeugdige tiener niet had kunnen bedenken dat hij ooit met honderden vrouwen het bed zou delen. Ofwel, lees verder want het wordt dit boek wordt heus nog sappig.

Hoeren van bedenkelijk allooi

En sappig wordt het. Je kunt er als wielerfan inmiddels wel vanuit gaan dat de renners die overdag op hun fiets door het beeld dansen zich in de late uurtjes, nadat hun aderen zijn volgespoten met cortisonen, dynepo en zakken vol gespoeld bloed en vervolgens ook weer zijn schoongespoeld met water om de sporen te vernietigen, tegoed doen aan hoeren van bedenkelijk allooi.

Om vervolgens om vier uur ’s-nachts een handvol slaaptabletten in hun mik te gooien om nog een paar uurtjes te slapen voordat ze de Mont Ventoux of iets soortgelijks gaan bedwingen.