Niet lang geleden stond ik met iemand te zoenen op het plein voor het Centraal Station in Amsterdam. In de adempauze liep er een Marokkaan voorbij die vroeg of alles goed ging. Dat was Tofik Dibi. Hij grijnsde zoals hij dat alleen kan. Alleen daarom al wil ik hem nomineren voor de Theodor award 2012. Die prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Theodor Holman in zijn radioprogramma Obalive aan iemand die staat voor ‘vernieuwing’, ‘originaliteit’ en ‘morele moed’.
Tofik. Ik ben een fan. Al jaren. Ook als hij zichzelf grandioos overschat, hou ik van hem. Of misschien wel juist daarom. De politiek zit vol loodgieters, vroedvrouwen en verkeersagenten. Tofik is nou net die geile modderfokker waarvoor de mensen wél naar het democratische stadion gaan.
Middelbare scholier
Vorig jaar gaf hij een prachtig interview aan Vrij Nederland. Tofik zat op ‘een gigantisch grote wit leren bank’, in Amsterdam Slotervaart, waar hij woont met zijn moeder en zijn broers. Hij wil niet ergens anders wonen, ondanks zijn riante salaris, dat hij zelf ook niet kan geloven. “Ik loop wel eens naar een pinautomaat om op ‘saldo opvragen’ te drukken. Dan zie ik dat er een paar duizend euro op m’n rekening staat.”
In dat interview beschrijft Thijs Niemandsverdriet ook zijn jongenskamer:
Het oogt meer als het honk van een middelbare scholier dan als het slaapvertrek van een volksvertegenwoordiger. Grote stapels comics. Niets aan de muur, op één krantenknipsel na. Een bureau dat bedolven is onder de spullen. En overal, werkelijk overal: kleren. ‘Wie bij ons ‘s ochtends als eerste opstaat, pakt gewoon de kleren van een ander. Meestal ben ik dat.’
Andermans kleren. Hij had graag de kleren van de leider gepast. Maar dat ging mis. En nu heeft hij er helemaal tabak van en wil hij op plek tien van de GroenLinkslijst. Hoe moeten we dat nu weer duiden? Ik hou het er maar op dat hij de politiek uit wil. Wat vaak goed ging, dat losse, dat brutale, dat recalcitrante, hij lijkt het kwijt te zijn. En Tofik is te trots om een nederlaag te lijden.
Ballonnetjes
Eerlijk gezegd hoop ik dat hij niet terugkeert in de Kamer. Hij moet een boek schrijven. Een dik boek, met mooie ideeën. Hij moet nu zorgen voor rust en contemplatie. Ik heb vaak het idee dat hij achter zichzelf aanrent, af en toe iets omgooit en dan weer verder rent. Echt iets afmaken, doet hij niet. Vorig jaar schreef hij een pamfletje over de ‘last fatwa’ – om moslims aan te zetten tot ‘zelf nadenken’. Niks meer van vernomen. Hij was ook bezig met een ‘groot maatschappelijk debat over de prijs van de vrijheid’. Ook een ballonnetje.
Dat is niet erg. Maar dat hou je geen twintig jaar vol. Het zou goed zijn als Tofik zich straks een jaar opsluit in zijn ‘middelbare school honk’ om na te denken. Geen media. Geen camera. Alleen een laptop zonder internet.
BAM
En dan keert hij over een jaar terug in de wereld, als leider van een nieuwe sociaalliberale beweging, samen met zijn moeder, Femke Halsema, oom Wouter Bos en nichtje Jeanine Hennis. Kijk! Dan kun je BAM zeggen.
Marcel Duyvestijn is publicist en liefdevol lid van het leven. Hij sluit zich direct bij die beweging aan als Tofik klaar is met zijn bijbel voor een betere wereld.