Lees onderstaande tekst. Het is de rede die Ahmed Aboutaleb (PvdA) op 4 mei 2016 even na 20:00 uur uitspraak op de Dam in Amsterdam. Beantwoord na het lezen van de tekst de volgende vragen:
1 – Welke politicus probeert Aboutaleb hier bewust en expliciet niet in de kaart te spelen? Leg in je antwoord uit waarom de door Aboutaleb gebruikte zin ‘nog steeds’ hierin cruciaal is.
2 – Welke voorbeelden van ‘vooroordelen’ tegenover homo’s en joden door aanhangers van een ideologie zijn er nog meer te bedenken?
3 – Is het antwoord op vraag 2 ook het vooroordeel waar Aboutaleb het over heeft? Waarom wel/niet?
4 – Wat zijn ‘onderbuikgevoelens’? Kun je een voorbeeld noemen?
5 – Welke bekende politicus kan dankzij ‘vooroordelen’ en ‘onderbuikgevoelens’ uit specifieke politieke hoek al sinds 2002 niet meer aan de jaarlijke 4 mei-herdenking deelnemen?
5a – Welke bekende filmmaker/columnist kan dankzij ‘vooroordelen’ en ‘onderbuikgevoelens’ uit specifieke hoek al sinds 2004 niet meer aan de jaarlijkse 4 mei-herdenking deelnemen?
6 – Welke bekende politicus heeft in het ‘vrije’ Nederland vrijwel dagelijks te maken met ‘vooroordelen’ en de gevolgen van ‘onderbuikgevoelens’ en moet daarom worden beveiligd?
7 – Hoeveel procent van het publiek dat op 4 mei 2016 op de Dam stond koestert zelf ook best veel onderbuikgevoelens tegen een specifiek politicus die door Aboutaleb expliciet niet in de kaart werd gespeeld? Je mag maximaal 5 procent van het juiste percentage afwijken.
“De verhalen uit de Tweede Wereldoorlog roepen veel verdriet op, en we kunnen er veel van leren. De verhalen leren ons dat het kwaad begint met vooroordelen en vernederingen: joden moesten een ster dragen, hun kinderen mochten niet meer naar hun eigen school. Roma en Sinti, homo’s, verstandelijk beperkten: zij deden niemand kwaad, maar er was in nazi-Duitsland geen plaats voor hen.”
“Zo valt een land ten prooi aan onderbuikgevoelens, ondoordachte emoties die de samenleving ontwrichten. Onderbuikgevoelens die de weg kunnen plaveien naar haat, naar geweld, en uiteindelijk zelfs naar moord. Nog steeds.”
“Het doet me goed om hier zo veel kinderen te zien. Kinderen die u bij de hand houdt of op uw schouders hebt. Kinderen die straks op hun beurt de wereld op hun schouders zullen nemen”
“Wij moeten goed luisteren naar de verhalen van toen. Verhalen van overlevenden, ooggetuigen en nabestaanden. Wij zijn dat aan hen verplicht. Zij vragen ons de verhalen te blijven koesteren en door te geven. Zij vragen ons om ons hart en verstand te blijven gebruiken en ons geweten voortdurend te raadplegen, zodat de last op de schouders van onze kinderen een beetje lichter zal zijn. Daarom zijn we vandaag bij elkaar. Daarom herdenken wij.”