Ontwikkelingshulp zal verdwijnen, zo waarschuwt minister Ploumen de lezers van de Volkskrant afgelopen zaterdag. Dat is een begrip uit de jaren zestig, vertelt ze parmantig: “In de toekomst zal het meer gaan om internationale samenwerking. Dat is een combinatie van handel, investeringen én hulp.” De aangekondigde bezuiniging van één miljard op ontwikkelingshulp is dan ook ‘pijnlijk’ maar de schade kan worden beperkt door méér handel.
Goh, wat is ze toch dapper! Dat is pas vloeken in de Linkse Kerk! Maar ondertussen zegt Ploumen niks nieuws en verspreidt ze alleen maar dikke mist. Ontwikkelingshulp gaat dus gewoon door onder een nieuwe naam die helemaal niet nieuw is, en door allerlei initiatieven op één hoop te gooien (initiatieven die de afgelopen jaren allang op één hoop waren gegooid), doet Ploumen net alsof er iets compleet nieuws ontstaat. Iets fris en fruitigs dat veel nuttiger is, dat veel minder kost en waar zij de baas over mag zijn. En nu maar hopen dat het ‘goed volk’ van de Volkskrant dom genoeg is. Mochten ze twijfelen aan haar oprechtheid, dan moeten ze wel bedenken dat ze dit niet zelf heeft verzonnen, gewoon om de bezuinigingen een beetje te maskeren. Nee, Ploumen komt net uit Afrika, en geloof het of niet: die Afrikanen willen dat óók! De Volkskrant: “In gesprekken met de Ethiopische premier en minister van buitenlandse zaken deze week kwamen ze er zelf mee.”
Jazeker! De Afrikanen willen geen ontwikkelingshulp meer, maar handel! Ploumen ging in dat land ook een aantal Nederlandse bedrijven langs om met eigen ogen te zien hoe vreselijk nuttig investeringen zijn. Veel nuttiger dan ontwikkelingsprojecten!
Grappig land, Ethiopië. Het is een ordinaire dictatuur, een keiharde éénpartijstaat, maar daar zwijgt het Westen liever over. Hier doen we net alsof Ethiopië een fantastisch succesverhaal is. Dat begon in 1984, toen een wrede burgeroorlog tussen Noord (christelijk) en Zuid (moslim) leidde tot een omvangrijke hongersnood in het zuiden. Die oorlog kon ons niet interesseren, en dat het noorden verantwoordelijk was voor de hongersnood, ook niet. Maar die beelden van al die hongerende zwartjes, die waren niet om aan te zien, en Bob Geldoff zamelde met Band Aid 100 miljoen dollar bij elkaar. Wat waren we goed! En het westen liet Ethiopië daarna niet meer in de steek. Dat zou, met de hete adem van ‘sir’ Bob in de nek, electorale zelfmoord zijn.
Nadat het noorden de oorlog had gewonnen, en nadat oorlogsmisdadiger Meles Zenawi de oude dictator Mengistu had verjaagd en zijn eenpartijstaat had ingericht, werd dezelfde man overal ontvangen alsof hij Sinterklaas was. Meles werd op het schild getild als een groot voorbeeld van een streng doch rechtvaardig leider die zijn land kon redden. Miljarden stroomden er richting Ethiopië, want het Westen moest en zou bewijzen dat het een hart had – en dat doe je door geld te sturen. En het moet gezegd, Meles speelde de hem toebemeten rol met verve. Hij knuffelde Bill Clinton, kon met tranen in zijn ogen vertellen over de honger en armoede in zijn land (dat ‘zijn’ was letterlijk te nemen), en samen met Tony Blair schreef hij een heel serieus rapport, ‘Our Common Interest’, waarin duidelijk werd gemaakt dat arme landen héél veel geld moesten krijgen. Dat hielp. Ethiopië was het grote voorbeeld – dus dat kreeg alles wat het vroeg, en méér. Voor de duidelijkheid: dat was pure ontwikkelingshulp. Hulp die altijd verdeeld werd via de heersende EPRDF-partij. Dus iedereen met een lidmaatschapskaart profiteerde mee. En wie dat niet had, leden van minderheden en zo – ja, jammer dan. En al die tijd deed het Westen of er niks aan de hand was. Ja, het was een dictator, maar dat zou wel goed komen. Dat soort geklets.
Melem stierf vorig jaar; zijn opvolger, Heilemariam Desalegn, hoefde uiteraard niet gekozen te worden. Hij stond al klaar. En hij vertelde dat het beleid van Melem onverkort voortgezet zou worden. Dat wil zeggen: voortdurend roepen dat Ethiopië het uitstekend doet maar altijd méér hulp nodig heeft. En zoveel mogelijk buitenlands geld binnenslepen voor de loyale partijkaders door buitenlandse diplomaten en regeringsleiders naar de mond te praten. Ploumen weet nu dus ook hoe dat werkt. Zij kreeg afgelopen week het nieuwste verkooppraatje te horen – en vond het prachtig.
Iedereen weet dat het begrip ontwikkelingshulp zijn beste tijd heeft gehad. De burger weigert voor Sinterklaas te spelen. Verder is het Westen vreselijk bezorgd over de succesvolle handelspolitiek van de Chinezen. We kunnen minder uitdelen, maar willen juist, net als de Chinezen, verdienen aan Afrika. Die ommezwaai is al een paar jaar gaande, en de Ethiopische elite weet dus precies wat ze die blanke troela moeten vertellen. Die vraagt niet meer om hulp, maar heel keurig om investeringen. Ach, als zo’n minister dat graag wil horen… en investeringen, daar valt voor de alles controlerende EPRDF ook heel goed aan te verdienen. Als het geld maar blijft komen. En als de minister maar kirrend van plezier huiswaarts keert. Want zo’n partijdictatuur, da’s best duur. Vraag maar aan Ghadaffi. Oh nee, die is dood.