Pesten is leuk, pesten is spannend, pesten is een verzetje om iemands weerbaarheid even te testen. Kortom pesten gebeurt overal, in allerlei situaties, in allerlei vormen en is van alle leeftijden. De media vergroten het in zekere zin uit door het eenzijdig te benoemen. Zij vergroten de negatieve kanten van het pestgedrag uit en kijken te plat aan tegen de pestkoppen en de situatie waarin zij tot dit gedrag komen. De samenleving maakt het mogelijk, staat het toe, kijkt toe en wendt voor het gemak zijn hoofd maar even af. Het is als de politieagent die maar even in de etalage gaat kijken om de winkeldiefstal niet te hoeven zien.
Zo begon het pesten van een bevolkingsgroep zoals de joden ook in de Tweede Wereldoorlog. Het begint met een onschuldig lijkend verbod waarbij ze niet meer bij de ‘anderen’ aan tafeltjes mogen zitten, vervolgens mogen ze niet meer in alle straten wandelen en dan mogen ze ineens hun beroep niet meer uitoefenen. Zo kan ik, al Presser lezend, wel even doorgaan.
En dan de Jodenster en al het andere wat er verder achter weg komt, uitmondend in Auschwitz. De post-it papiertjes met ‘Ik ben gek’ op iemands rug zou je kunnen zien als het moderne stigma wat iemand krijgt opgeplakt. Het is onze samenleving en niet als iets aparts te benoemen. We willen als maatschappij niet dat mensen uit de pas lopen, niet bij onze groep horen, dat is bedreigend voor onze eigen positie, onze eigen onzekerheid ten top. Dan maar liever die ander de weg versperren, kalt stellen zo u wil. Want wij mensen willen overleven en dat doen we door als een van de groep begint te schieten, we het zelf ook maar gaan doen want dan worden we er niet op aangekeken en loopt ons gezin geen gevaar.
Vervolgens belanden we als groep, als samenleving in de ban van die vent of meid die het begon. We laten hem groeien, doen hem na. Bovendien is het makkelijk om het probleem om maar even onze ogen voor te sluiten in de hoop dat hij dan nog wat nuttigs doet voor de samenleving. En ja wij, wij, wir haben es nicht gewust. We kijken schuldbewust weg en beginnen als groep als samenleving te roepen dat als we dat geweten hadden, we het nooit, in ieder geval nooit zo gedaan zouden hebben. En daarom lopen er heden ten dage nog zoveel daders los rond.
Iedere dag vindt Auschwitz opnieuw wel ergens ter wereld plaats als je aan landen als Noord-Korea denkt. Maar het gevaar van over alles hetzelfde moeten denken, zit ook in onze samenleving verborgen. Ook wij sluiten mensen uit die anders zijn. Ook wij nodigen onze eigen vriendjes en vriendinnetjes uit, ook wij sluiten ons bij onze eigen groepen en zuilen aan. Kortom ook wij zoeken onze eigen veiligheid en lopen achter onze leiders en dominees aan door de dictatuur van ons eigen aangemeten uniform. Pesten is het begin, maar mensen echt weerbaar maken moet het einde zijn en pas dan is de geest van Auschwitz echt voltooid verleden tijd.
Johan van der Dong is beeldend kunstenaar waarbij hij de samenleving voor zijn projecten sociologisch volgt. Johan van der Dong werd bekend met projecten zoals de postbus van God. Vorig jaar november werd hij vanwege zijn kunstwerk The P.O.Box for Allah voor een freedoms-award genomineerd