Column

Tut tut, al die pensioenheisa

25-06-2013 17:17

Gisteren vergaderde de Financiële Commissie van de Tweede Kamer over de verlaging van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw. Waar deze voorheen 2.25 procent bedroeg, zal dat in de toekomst slechts 1.75 procent zijn. Nog nooit was een wetsvoorstel zo impopulair – het is afgebrand door de Raad van State , de vakbonden besloten pagina’s in de Metro, Spits en Volkskrant te kopen om hun opinie: Spaar ons Pensioen! kenbaar te maken en geen van de oppositiepartijen kan zich in het voorstel vinden.  

De redenering achter het voorstel is simpel, maar hangt ook van fouten aaneen. Men veronderstelt dat doordat mensen langer leven, mensen langer pensioen opbouwen en dus minder euro per jaar dienen te sparen om op hetzelfde eindbedrag uit te komen. Het bedrag dat minder wordt gespaard kan als salaris uitgekeerd worden, en daar kan weer belasting over geheven worden.

Bezuiniging van 3 miljard

Zo kan de echte reden achter het wetsvoorstel behaald worden: een bezuiniging van 3 miljard. Om dit plan te laten werken moeten mensen wel langer fulltime in dienst zijn dan ze voorheen waren. Dit is niet het geval; de werkloosheid is hoger dan de afgelopen vijftien jaar en er zijn meer ZZP-ers dan ooit. Ook moeten de pensioenpremies omlaag – en daarvan heeft de Pensioenfederatie al aangegeven dat het niet zal gebeuren. Het grootste mankement aan het plan is dat het de pensioenopbouw van jongeren drastisch verlaagd, en wel in zulke mate, dat zelfs 50+ ‘er echt niet mee kan instemmen’.

Het interessante aan dit pensioenvraagstuk is dus niet of het een goed plan is – zelfs de regeringspartijen konden gisteren in de kamer slechts één voordeel en vier nadelen van het plan noemen. Het interessante is waarom het überhaupt besproken wordt.

Oorlogstrom

Want ondanks de luid en duidelijk klinkende oorlogstrom van de vakbonden, hebben zij volgens Staatssecretaris Weekers nog afgelopen vrijdag aangegeven dat er wat hen betreft wél een akkoord is. De media-optredens en krantenadvertenties duidde hij als ‘slechts campagnemiddelen in de onderhandelingsstrijd’.

De sociale partners zelf ontkennen dat er een akkoord ligt – zij voeren niet alleen duidelijk campagne, maar ook verscheidene andere communicatie, maakt dit standpunt duidelijk. Men zou hen bijna blind geloven, tot je het advies van de Raad van State leest. Want als er geen akkoord was, wat heeft de Raad dan zojuist zo uiterst negatief beoordeeld? Een intentieverklaring?

2 procent minimumopbouw

Deze vraag, of er nu wél, of géén akkoord is, was gisteren ook de hamvraag in de kamer. Vandaag gaan de staatssecretarissen Weekers en Klijnsma aan tafel met de sociale partners om precies deze vraag te bespreken. Ook gaat men kijken of er nog alternatieve opties zijn om tot een goed besluit te komen.

Wat de uitkomst van dit gesprek zal zijn, is nu nog puur giswerk. De FNV zal waarschijnlijk moeten vasthouden aan 2 procent als minimumopbouw, omdat haar ledenparlement zich daarvoor heeft uitgesproken. Ook de andere vakbonden hebben zichzelf al redelijk vastgepind door hun duidelijke campagnes.

Morrelen aan perecentages

Morgen zal de kamer weer verdergaan met het bespreken van het akkoord. Misschien zal onze regering in een vlaag van visie ineens besluiten het hele plan uit te stellen, en pas bij de behandeling van het Financiële Kader met een nieuw plan komen.

Tegen die tijd kijkt men hopelijk verder dan het morrelen aan percentages, en durft misschien zelfs een blik werpen richting werkelijk vernieuwende plannen.