Column

Twee halve Rembrandts is beter dan één

29-09-2015 20:02

Wat er precies in de hoofden van Rijksmuseum directeur Wim Pijbes en fractievoorzitter van D66 Alexander Pechtold moet zijn omgegaan valt moeilijk te achterhalen. Vast staat dat het idee dat Nederland open en bloot voor 160 miljoen euro de door Rembrandt geschilderde huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit zou hebben kunnen verwerven van de Franse familie De Rothschild vanaf het begin af aan risicovol en vooral zeer brutaal was.

Slim opereren

Nog los van de vragen of deze twee portretten een groot hiaat opvullen in onze nationale collectie en het solistisch optreden van het Rijksmuseum andere musea een grote dienst heeft bewezen, is Nederland het nu aan zichzelf verplicht om de komende tijd slim te opereren. Anders hangen de Rembrandts straks niet in Europa, maar in een hotellobby in Dubai. Of erger: voor eeuwig in een Zwitserse kluis.

Want waarom zou Eric de Rothschild het Rijksmuseum hebben verkozen boven het Louvre, waar hij een bestuursfunctie vervult en zijn familie begunstiger is? Waarom zou deze Fransman Nederland een alleenrecht hebben gegund, terwijl Frankrijk ook 80 miljoen op tafel legde? Hoe zou het Rijksmuseum 80 miljoen uit de markt hebben kunnen halen zonder de belangen van andere musea te schaden? En wat had Nederland te winnen met een lange neus naar de Fransen?

Diplomatiek optreden

De nu ontstane situatie vraagt dus vooral om diplomatiek handelend optreden met als hoogst haalbare optie een gedeeld bezit van de doeken samen met het Louvre. Als Nederland en Frankrijk samen bereid zijn de gevraagde 160 miljoen op tafel te leggen (zoals de oorspronkelijke inzet van beide regeringen) behouden ze de doeken voor Europa. Het om en om tentoonstellen zet de deur van het Louvre voor het Rijksmuseum wijd open voor andere kostbare bruiklenen uit de onmetelijke collectie van het grootste museum ter wereld. En niet onbelangrijk: de diplomatieke betrekkingen met de Fransen lopen geen schade op.

Ieder de helft van elk schilderij

Bij de verdere afwikkeling is het zaak om het eigenaarschap te verdelen over beide schilderijen. Frankrijk en Nederland dienen niet elk afzonderlijk een doek te kopen, maar ieder de helft van elk schilderij. Dit om scheve gezichten in de toekomst te voorkomen en mogelijke verkoop van een van de doeken uit te sluiten. Daarnaast moeten afspraken over uitwisselingstermijnen, vervoer en verzekeringskosten nu meteen onderdeel van een mogelijke deal worden.

Het Rijksmuseum verwerft dan een belangrijk aandeel in twee kostbare portretten en heeft wellicht onbedoeld een nieuwe Europese museumpraktijk geschapen. In de toekomst zouden meer musea samen kunnen optrekken om dure kunst te verwerven om het opbieden te voorkomen en zo meer bezoekers te bereiken. In deze barre tijden voor kunstbudgetten, zou dat een mooi neveneffect zijn van deze bijzondere kunstsoap.