Het CDA heeft de tweedeling ontdekt. In het rapport ‘Lang leve het verschil, weg met de fragmentatie’ (PDF) luidt de partij de alarmbel over het uiteenvallen van de samenleving in een kansrijke en een kansarme klasse. Vele organisaties en wetenschappers gingen het CDA hierin voor, maar liever laat dan nooit. En de oplossing die het CDA aandraagt, is ronduit opmerkelijk.
Dat er een kloof door de bevolking loopt, daar is iedereen inmiddels wel van overtuigd. De ene helft is goed opgeleid, is zeer tevreden met zichzelf, heeft een goed inkomen, een nuttig netwerk, en de kinderen gaan naar de juiste scholen. De andere helft werkt voor een schamel loon, spuugt op Den Haag, leeft ongezond, en hun kinderen moeten een grote bek hebben om de middelbare school te overleven. Waar ook zij klaargestoomd worden voor een schamel loon. Deskundigen zijn het er ook over eens dat deze tweedeling een hardnekkig, zichzelf versterkend fenomeen is. Omdat alles geld kost, van goed onderwijs tot goede zorg. Wie geld heeft, is dus in staat om zijn kinderen in dezelfde financieel (en sociaal) gunstige positie te brengen. Zo groeit de tweedeling qua opleiding en inkomen uit tot een tweedeling qua afkomst en cultuur.
Deze situatie hebben we met z’n allen in de jaren tachtig/negentig bewust gecreëerd. Na de softe jaren zeventig maakte de morele slinger een flinke zwieper: arme mensen waren niet langer zielig of onderdrukt, ze waren gewoon lui. Die moest je minder geven, dan werden ze vanzelf ijverig. Succesvolle mensen daarentegen, dat waren juist de slimme, harde werkers. Die moest je juist méér inkomen geven, want zij wisten hoe je met centen de economie kon stimuleren. Iedereen geloofde in dat sprookje, en in twintig jaar tijd joegen politici als Ronald Reagan, Margaret Thatcher, Ruud Lubbers en Wim Kok de inkomens uiteen. En het CDA deed daar al die jaren hard aan mee. Eerst het zuur, dan het zoet, vertelde Balkenende tien jaar geleden. Maar voor de betere klasse is het nooit zuur geweest.
De slinger zwaait inmiddels weer de andere kant op. Dankzij mensen als Thomas Piketty begint (opnieuw) het besef te ontstaan dat een grote inkomensongelijkheid slecht is voor de economie. Dat er in deze ook morele grenzen bestaan, dat moet nog (opnieuw) ontdekt worden. Je zou verwachten dat het CDA deze conclusie als eerste zou aandurven, maar daar zijn nog lang niet zo ver. Zoals de titel van het rapport aangeeft is het CDA zeer gelukkig met ‘het verschil’ binnen de samenleving zoals dat nu maar al te pijnlijk zichtbaar is. Het probleem (aldus het CDA-rapport) is niet het verschil, het feit dat er bezitters en ploeteraars bestaan, maar dat die twee niet met elkaar praten. Elkaar niet begrijpen.
In de Volkskrant van maandag geeft CDA-onderzoekster Giselinde Kuipers een (volgens haar) treffend voorbeeld: we kunnen niet meer om dezelfde komieken lachen. Vroeger, alsdus Giselinde, lachte iedereen om Wim Kan. Nu lacht de elite om Hans Teeuwen, en de onderklasse om Geer en Goor. Ze vindt het vast een mooie vondst. (Maar het is uiteraard onzin. Humor heeft altijd zijn standen gehad. Wie lachte om Neerlands Hoop, lachte niet om André van Duin.)
Wat moet er gebeuren? We moeten er voor zorgen (ik citeer de Volkskrant):
‘…dat pleinen, nieuwbouwwijken en winkelcentra plekken worden voor toevallige ontmoetingen; voer een maatschappelijk ‘dienjaar’ in, benut de verbindende kracht van religie; zorg dat de politiek niet louter een zaak is van hoogopgeleiden…’
Dat laatste puntje, beste CDA’ers, daar zal de PVV voor zorgen, na de komende verkiezingen. Maar terug naar ‘Lang leve het verschil’. Voor wat betreft de jeugd die naar verschillende scholen gaat, biedt het rapport de volgende remedie:
‘Zorg dat ze elkaar tegenkomen bij sport, muziek, toneel, maatschappijleer.’
Ziedaar het medicijn van het CDA tegen de tweedeling. Toevallige ontmoetingen, daar moeten we het van hebben. Intermenselijk contact zal de morrende onderklasse milder stemmen. En denk ook aan ‘de verbindende kracht van religie’ in de verpauperde wijken. En de hockeyclub, natuurlijk, en de vioolles. En dan graag ook een komiek die iedereen leuk kan vinden. Dan komt alles goed.
Jezus had het scherp gezien: wie heeft, die krijgt meer, en wie niets heeft, hem zal nog worden afgenomen wat hij heeft (Marcus 4:25). Die cynische moraal, daar zitten we nog middenin. En ook het CDA gehoorzaamt hier de Heer. Deze partij zonder visie of koers heeft hiermee in moreel opzicht het absolute, nietszeggende nulpunt bereikt.