In NRC Handelsblad stond deze week een groot artikel over de leegloop van twitter. De meeste mensen zouden twitter moe zijn. De trollen van het internet zorgen voor chagrijn en moedeloosheid bij de meer gematigde gebruiker. De leegloop zou in het bijzonder gelden voor meer of minder bekende Nederlanders. Hoewel dat in het stuk niet echt heel duidelijk werd. Want alle vier de bekende Nederlanders die NRC Handelsblad sprak maken inmiddels weer gebruik van twitter of gaan dat op termijn weer doen.
Sanne Wallis de Vries was trouwens sowieso niet vanwege de trollen van twitter verdwenen. Zij bereidde zich voor op een nieuwe theatervoorstelling en wilde daar in alle rust aan werken zonder de constante druk van de social media. Bovendien meldde zij dat ze aan twitter meerdere vriendschappen had overgehouden. Wat mij vooral deed vermoeden dat ze in het verleden een behoorlijk treurige vriendenkring had, maar dat terzijde.
Een ding bleef echter als paal boven water. De vier geïnterviewden voelden zich vaak niet prettig op twitter. De bedreigingen en scheldkannonades die ze om hun oren vlogen maakten dat ze twitter eerder als noodzakelijk kwaad zagen dan als warm bad. Ik weet waar ze het over hebben. Toch til ik er niet zo zwaar aan. Na mijn tiende doodsbedreiging heb ik besloten om er geen aandacht meer aan te besteden. Ze zijn allemaal even voorspelbaar en saai. Twitter is nou eenmaal dat obscure parkje dat je in iedere stad tegenkomt.
Het parkje waar junks, alcoholisten en andere losers klagen over de maatschappij terwijl ze een peuk schieten in de richting van de ambtenaren van de plantsoenendienst.