Ik geloof dat het in de jaren ’80 was dat ik in Engeland een vooraanstaande Conservatief voor het eerst lucht hoorde geven aan het idee dat links, in dit geval de Labour-partij, baat had bij het bestaan dan wel het creëren van slachtoffers of zwakkeren. “De grootste nachtmerrie voor Labour is dat mensen straks allemaal een goed inkomen genieten, een prima opleiding achter de rug hebben en uitstekend voor zichzelf kunnen denken en zorgen”, redeneerde deze Conservatief. “Want de legitimatie van Labour, en van links in het algemeen, is dat er beleid moet worden gevoerd of opgetreden dient te worden namens slachtoffers of zwakkeren, die achtergesteld of gediscrimineerd zouden worden.” Dit inzicht maakte destijds grote indruk op mij. Waar ik linkse activisten en politici, als naïeve twintiger, tot dan toe vooral bezag als bewonderenswaardige idealisten, maakte deze zienswijze een opening naar een heel andere essentie: de linkse bestuursklasse hóudt van ziek, zwak en misselijk omdat het de beste garantie vormt voor haar eigen werkgelegenheid en portemonnee.
De nieuwe onderklasse
De reden dat ik deze ‘kern’ naar boven haal (links zal altijd belang hebben bij het voortbestaan of het opnieuw creëren van een zwakkere klasse of zielige minderheid), is dat het in één klap verklaart waarom een partij als de PvdA zich gaandeweg heeft afgekeerd van haar oorspronkelijke achterban, de autochtone arbeider of laaggeschoolde, en een schier eindeloze vrijage met moslims en de islam is aangegaan. Immers, de eigen achterban werd mondig, kreeg steeds meer geld en vrije tijd en deed daar dingen mee die niet meer pasten in het cliché van “de zwakkere” of “de minder bedeelde”. Dikwijls is dit proces beschreven als een vorm van vervreemding tussen de linkse elite en haar verheffingsidealen versus de oorspronkelijke achterban die zich begon over te geven aan plat consumentisme.
Veel interessanter (en inzichtelijker) is de visie dat de PvdA door de eigen kiezers brodeloos werd gemaakt. Door niet zielig meer te zijn, niet zwak en niet misselijk, ontfutselden ze de PvdA het instrument om de eigen baantjes in stand te houden. Maar, há, gelukkig waren daar de moslims! De nieuwe onderklasse! En hoe wezensvreemd hun geloof en hun gebruiken ook waren tegenover de wereldse doelstellingen van de sociaaldemocratie: ze konden perfect worden ‘gebruikt’ om bestuursapparaten en subsidiecircuits in stand te houden. Het toenmalige thema van het kabinet Kok – “werk, werk, werk” – komt erdoor in een komisch (of triest) daglicht te staan, al naar gelang je gevoel voor humor.
Ibrahim Afellay scoort
Hoe essentieel en universeel toepasbaar deze slachtofferreflex van links is, bleek onlangs maar weer op Facebook, waar ex-staatsscretaris Frans Timmermans (PvdA) een permanente campagne voert voor het gelijk van links en dat van zichzelf. Toen Ibrahim Afellay zijn eerste doelpunt voor Oranje had gemaakt en iedere – ik zou bijna zeggen ‘normale’ – Nederlander overvallen werd door een combinatie van trots en vreugde, zag Timmermans zijn kans schoon om Afellay, op het toppunt van diens loopbaan, tot een slachtoffer te maken. En te gaan zaniken over hoe jammer het toch was dat Afellay voor een land had gescoord waar een zekere politicus zich laatdunkend uitliet over moslims. Het vormde de haarscherpe illustratie van de blinde vlek van links: tot op het bot vasthouden aan het politiek agenderen van slachtofferschap, zelfs als iemand voor een vol stadion triomfeert. Hoe vaak heb ik geen allochtone schrijvers moeten troosten, die op een dag wakker werden en in het op links in elkaar getimmerde plaatje van de zielige knuffelTurk of knuffelMarokkaan vast bleken te zitten?
Ook in de Hilversumse omroepjournalistiek is de slachtofferreflex nog springlevend. Om de bezuinigingen van Rutte 1 aan te vallen, trekt menig omroep onmiddellijk de vermolmde kaartenbak met zielige gevallen open en worden de meest schrijnende voorbeelden, die de hardste klappen krijgen van nieuw beleid, voor de camera gesleept. Je kunt zeggen: dat is geëngageerde journalistiek. Of: politici moeten zo hard mogelijk geconfronteerd met de gevolgen van hun beslissingen. Maar de vrijwel nooit gestelde vraag is: zijn omroepen over de rug van slachtoffers niet voornamelijk bezig hun eigen bestaansgrond te herbevestigen? En is de werkelijke nachtmerrie van de geëngageerde journalist niet dat dergelijke slachtoffers ‘op’ zijn of het spel en masse beginnen te doorzien en medewerking weigeren?
Bos versus Cohen
Als je van de slachtofferreflex het focuspunt van je analyse maakt, vallen veel dingen angstwekkend op hun plaats. Waarom links jonge moslimvrouwen halfslachtig in bescherming neemt tegen hun traditionele families? Deze vrouwen zijn zich sterk aan het ontwikkelen en dus onvoldoende bruikbaar als slachtoffer. Waarom de vrijheid van meningsuiting bij links nooit in goede handen is? Er zijn altijd “kwetsbare groepen” aan te wijzen voor wie die vrijheid ingeperkt moet worden. Waarom verliet Ayaan Hirsi Ali de PvdA? Omdat ze haarfijn begreep dat het niet hun bedoeling was dat ze ooit wérkelijk zou gaan denken, stralen en charmeren. Waarom links tegenwoordig meer associaties oproept met het begrip “hiërarchisch” dan rechts? De verhouding tussen helper en geholpene is er één die per definitie ongelijk is. Waarom Wilders permanent in de open wond van de PvdA wrijft? Hij heeft de door de PvdA afgestoten autochtonen als slachtoffer herontdekt en daarmee succesvol ingebroken op hun core-business. Waarom de PvdA gedoemd is ten onder te gaan? Het gaat, in essentie, nog steeds veel té goed met té grote groepen Nederlanders.
Tot slot. Opkomen voor slachtoffers is op zich natuurlijk – ondanks de vaak dubbele agenda’s, de hang naar baantjes en de niet te harden sfeer van morele superioriteit – nog geen verkeerde eigenschap. Laat daar niet het minste misverstand over bestaan. De reden dat het niettemin vaak ondraaglijk wordt en agressie oproept, is dat links zich in de praktijk niet beperkt tot het helpen van of het opkomen voor slachtoffers, maar in die heilige missie de wél geslaagde, oppassende en prettig levende burger monddood wil hebben. Want die heeft, als ‘mazzelkont’, in hun ogen weinig of geen recht van spreken. Die moet zijn mond houden. Die heeft aan de heilige missie – zo luidt het impliciete oordeel – niks toe te voegen. Dit structureel buitenspel zetten van de middenklasse en de hardwerkende vakman en –vrouw in het algemeen, deze blindheid voor de strijd en de tragiek waar ook deze mensen mee te maken hebben, is de wérkelijke achilleshiel van links. En het is interessant om te zien of, en zo ja, welke linkse partij deze essentiële groep ooit weer aan zich weet te binden.
Tijdens het bewind van Wouter Bos flakkerde er lange tijd hoop (althans bij mij) dat de reflexen van het slachtoffersocialisme uiteindelijk te beteugelen zouden zijn. En links terug zou kunnen keren naar de mainstream. Maar onder good old Job Cohen is die kans verkeken en zal de PvdA, zolang als hij de scepter zwaait, in de kleffe knuffelhoek blijven zitten. Met Wilders als lachende derde.