Op de gemeenteraadsverkiezingsavond juichten aanwezige PVV-ers toen PVV-leider Wilders hen vroeg of ze meer of minder Marokkanen’’ wilden. Dat moesten er minder worden waarop Wilders verklaarde ‘het te gaan regelen’. Ratio en gevoel leveren altijd strijd met elkaar. Toen ik het onfrisse tafereel aanzag streden beide meer dan ooit met elkaar. Mijn gevoel bracht me namelijk de woorden “Wollt ihr den totalen Krieg?’ van nazipropagandist Jozef Goebbels in herinnering. Ook dat was een ja-nee vraag waarop maar een antwoord op mogelijk was.
Toch laat ik me niet verleiden tot het maken van vergelijkingen tussen de PVV en het nazisme van indertijd. Niet alleen omdat je, zoals PvdA leider Samsom terecht opmerkte, dan bij voorbaat het debat verliest, maar ook om andere redenen.
Het ‘sluimerende virus dat elke vreemdeling een vijand’ is beperkt zich namelijk niet tot de slechts 12 jaren dat de nazi’s aan de macht waren. Er zijn andere voorbeelden van veel langere periodes van extreme uitsluiting.
Op 31 maart 1492 viel het besluit in het paleis van het Spaanse koningspaar Ferdinand en Isabella over de verbanning van de joden uit het Spaanse koninkrijk. De deadline was 1 juli van dat jaar. Het was de katholieke kerk met in haar kielzog de inquisitie die opriep tot het vertrek van de joden van het schiereiland, omdat, aldus Simon Schama in zijn magistrale boek De geschiedenis van de joden (deel 1) ‘het onmogelijk was gebleken de joden ervan te weerhouden het geloof te ondermijnen van de nieuwe christenen (de tot het christendom bekeerde joden), die ondanks de inspanning van de inquisitie steeds weer in hun oude (joodse) geloof vervielen, en dat de eenheid noch de zuiverheid van de Kerk hun aanwezigheid nog langer kon toestaan (p. 491). En het werd ook echt ‘geregeld’. De joden vertrokken uit Spanje, met verplichte achterlating van vrijwel al hun rijkdommen en bezittingen. Deze exodus is er de reden van dat de joodse cultuur nooit meer in Spanje zou opbloeien. Tot op de dag van vandaag.
Opmerkelijk is dat de joden een toevlucht vonden in onder andere de islamitische wereld, of, weer in de woorden van Schama: ‘Die (joodse) muziek zou opnieuw klinken, in Thessaloniki en Tunis, in Smyrna en Constantinopel, in Venetië en Chania’ (p. 495). Ook Amsterdam zou een belangrijk centrum van joodse cultuur worden.
De geschiedenis van de joden in Europa is een aaneenschakeling van zowel verdrukking en uitsluiting als van groei en bloei. Zij hebben al te vaak kennis gemaakt met de ziekte van vreemdelingenhaat die veroorzaakt wordt door het immer sluimerende virus ervan. Het virus dat welig tierde in de katholieke kerk en later ook in protestantse kerken.
Dat virus is heus niet aan het nazisme, het katholicisme of het protestantisme voorbehouden. We zien het vandaag de dag ook terug in de anti-homowetgeving in Rusland en recent in Oeganda. We zien het bij de permanente discriminatie, ook van overheidswege, van Roma in een land als Slowakije. We zien het bij de etnische zuivering die thans plaatsvindt in Syrië, waar christenen door moslims voor de keuze worden gesteld zich te bekeren tot de islam of te vertrekken. Sanctie is de doodstraf.
Vreemdelingenhaat is mensen eigen en dus universeel. Krijgt die haat vrij baan, dan vindt plaats wat Auschwitz-overlever Primo Levi in zijn Is dit een mens in ongekend heldere en onovertroffen woorden tot uitdrukking bracht:
“Veel mensen, en volken, zijn min of meer bewust de mening toegedaan dat ‘elke vreemdeling een vijand is’. Meestal ligt die overtuiging ergens diep weggestopt, als een sluimerend virus; ze komt alleen in losse, toevallige reacties tot uiting en leidt niet tot een samenhangend gedachtesysteem. Maar als dat wel gebeurt, als het onuitgesproken dogma het uitgangspunt van een sluitende redenering wordt, dan staat aan het eind van de keten het Lager (concentratie- of vernietigingskamp). Het Lager is het product van een met uiterste consequentie in praktijk gebrachte wereldbeschouwing: zolang die wereldbeschouwing bestaat, dreigen ons de consequenties.”
Er is niets nieuws onder de zon met de opruiende uitspraken van Geert Wilders. De duistere kant van de geschiedenis van de mensheid herhaalt zich. Maar diezelfde mens is niet machteloos en heeft een even grote ervaring in het bestrijden van het virus van vreemdelingenhaat. En dat is de opdracht waar onze samenleving zich meer dan ooit voor gesteld ziet.