Het is jammer dat de discussie over het boek Ik was een van hen. Drie jaar undercover onder moslims van Maarten Zeegers vooral over zijn integriteit als journalist ging. Maarten Zeegers, met zijn Syrische vrouw Sarah gedurende drie jaren woonachtig in de wijk Transvaal in Den Haag, dompelde zich als moslim in de diverse moslimgemeenschappen in zijn wijk en in Den Haag onder, en dat leverde een ongekende kijk op het reilen en zeilen van deze gemeenschap, waarover beneden meer. Maar de discussie ging vooral over de vraag of Zeegers wel oorbaar had gehandeld. De oordelen waren rauw en hard. Zo stelde Anna Krijger in NRC-Handelsblad dat ‘die infiltratie onethisch en onnodig was’ en in een commentaar in de Volkskrant stelt André Harris dat ‘het bedrog van Zeegers de integratie schaadt’.
Ik vind de diverse veroordelingen nogal zuurpruimig van aard en vooral getuigen van een tunnelvisie. Is het niet de aard van journalisten om zich in allerlei bochten te wringen om de door hen gewenste inlichtingen te krijgen? Ik heb journalisten van alle Nederlandse kranten leren kennen als rasopportunisten om hun doel te bereiken. Bovendien, als ik denk aan hackers, klokkenluiders en menig undercover journalist, dan hebben die acties toch vaak in schokkende scoops geresulteerd die op hun beurt weer leidden tot maatschappelijk debat. Op internet vond ik zelfs een top 10 ‘Most Courageous Undercover Journalists’.
Het lijkt erop dat het feit dat Zeegers zich als moslim voordeed de politieke correctheid bij velen wakker maakte. Op de een of andere manier is moslimgerelateerd nieuws nogal eens omfloerst met hardnekkige politieke correctheid en wellicht zijn veel commentatoren ook gewoon bang om moslims niet voor de voeten te lopen. ‘Pas op, da’lijk zetten ze een bom bij de hoofdredactie van de krant’. Zeegers zelf hielp overigens ook niet erg mee door te verklaren dat hij niet trots op zijn daden was. Ik vind dat raar. Je staat ergens voor of niet. Had dan het boek niet uitgegeven.
Dit allemaal gezegd hebbende is het allemaal veel interessanter om te vernemen wat dan de bevindingen van would-be-Mustafa-Maarten-Zeegers waren. Wat mij eigenlijk het meeste opviel is de miezerigheid van veel van de moslims die Zeegers opvoert. Ze zijn bezig met hun eigen moskeetje, ze zijn druk anderen te verketteren, ze gedragen zich uiterst kinderachtig en verder zien velen er geen been in de gemeente financieel een beentje te lichten. Het is een en al treurigheid. Zou dit het beeld zijn van die ideale islamitische oemma, en zou dit ook het beeld zijn van die islamitische heilstaat à la ISIS, dan kan ik me niet anders voorstellen dan dat alle moslims gillend Transvaal en aanverwante wijken in Den Haag uit zouden willen rennen. Wat overigens velen ook doen, volgens Zeegers. Omdat ze inzien dat er daar geen echte toekomst voor hen inzit.
De grote spanning van het boek ligt natuurlijk in de vraag of en in welke mate Zeegers contact had met en weet had van radicaliseringsgedrag, extremisme, uitreizen naar Syrië en het daadwerkelijk plannen van aanslagen in Nederland. Hier doet zich een probleem voor. Stel dat Zeegers inderdaad weet had van aanslagen, zou hij die dan in zijn boek melden? Zeegers vertelt wel over de aandoenlijke poging van ‘diensten’ om hem te werven als informant, wat hij naar eigen zeggen heeft afgewezen. We moeten Zeegers hierin op zijn blauwe ogen –die hij niet heeft- geloven maar we weten het niet zeker. Immers, de grootste groep van uitreizigers komt uit Den Haag en directe omgeving . Wat in elk geval wat mij betreft definitief vast komt te staan op basis van dit boek is dat salafistische moskeeën in Den Haag met een ongelofelijk dubbele tong spreken. Ze keuren uitreizen naar Syrië af, maar prijzen het instituut van de jihad en de inspanningen van de Mujahidien in algemene zin. Daarmee wordt –wederom- de Achilleshiel van salafisten blootgelegd en dat is, vind ik, een van de belangrijkste bevindingen die Zeegers deed hoewel ik de indruk krijg dat hij er niet al te lang bij stil wil blijven staan.
Abou Hafs, zelf benoemd prediker en initiatiefnemer van Duurzaam Islamitisch Activisme (reeds eerder scheef ik over hem op TPO) twitterde naar aanleiding van het verschijnen van het boek van Zeegers dat hij nu wel begreep wat de wijsheid achter de Sharia doodstraf op afvalligheid was. Ik vond het onverteerbaar dat een moslimvoorman een dergelijk statement deed. Beseft hij niet dat hij hiermee islamitische heethoofden kan stimuleren daadwerkelijk de daad hij het woord te voegen? Desgevraagd reageerde Hafs, die in het echt Fouad el Bouch heet, in Trouw onder andere dat zijn reactie gezien moet worden als alleen maar van toepassing zijnde in een heuse islamitische oemma, en dus niet in een democratie. Diezelfde dubbelzinnigheid als opgemerkt door Zeegers in zijn boek: een en het zelfde ding in verschillende contexten af- én goedkeuren.
Resumerend stel ik vast dat Zeegers een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het islamdebat in Nederland en dat hij daarvoor te prijzen valt. Tussen wat hij geoogst heeft zit onkruid, maar in verwaarloosbare hoeveelheden. De vaststelling dat de door hem beschreven moslims in de eerste en laatste plaats toch vooral mensen zijn met hun zwakheden is wellicht de mooiste die ik deed nadat ik het boek gelezen had (met zijn vrouw Sarah had ik overigens zeer te doen). Het schokkendste vond ik de bevestiging van de dubbelzinnigheid die sommige moskeeën debiteren. Daar moet echt wat mee gaan gebeuren en het is aan die moskeeën zelf om er iets aan te doen. Misschien kan Sharia roeptoeter Abou Hafs deze taak op zijn schouders nemen?