De kop zette de sfeer: De alfa’s falen. Maar het onderzoek ook. Zo bracht de NRC afgelopen woensdag het oude nieuws dat de NVAO het universitaire onderwijs een flinke tik op de vingers gaf. Oud nieuws, want de 26 van de ruim 200 opleidingen die een onvoldoende kregen, wisten dat allang. Als die krant niet had zitten slapen, had het al die onvoldoendes al veel eerder van de NVAO kunnen horen en in de krant kunnen zetten. In plaats daarvan schrikt men wakker wanneer de NVAO een persbericht uitbrengt. En dan vraagt de krant zich ook nog heel ‘sluw’ af of dat moment van uitbrengen misschien wel een ‘politiek spelletje’ is. Stelletje slaapkoppen. Ook bij de NRC heerst heel duidelijk een zesjescultuur. (Geen kwaad woord over de Volkskrant. Die drukte op dinsdag een kaart van Nederland af om te laten zien waar steden als Amsterdam, Groningen, Utrecht, et cetera liggen.)
De NVAO doe dat al jaren, onvoldoendes uitdelen. Eerst vooral aan het particulier onderwijs, waar dankzij domme regeringsmaatregelen een ware wildgroei aan halfbakken deeltijdopleidingen was ontstaan. De afgelopen jaren was vooral het HBO aan de beurt. Menige hogeschool zuchtte en steunde onder de karrenvrachten papier die de onderzoekscommissies wilden zien.
De media hadden totaal geen aandacht voor deze operatie, die op menige hogeschool heel wat frustraties heeft veroorzaakt – en het onderwijs een fikse duw voorwaarts gaf. Nee, als het om het HBO gaat, heeft men alleen belangstelling voor schandaaltjes over salarissen, taxiritten en zo meer. Of als er (in media-jargon) volstrekt ten onrechte diploma’s zijn uitgedeeld. Tja, het HBO hé…dat deugt gewoon niet.
Het overgrote deel der studenten zit op het HBO, maar voor de buitenwacht blijft die sector verdacht dan wel totaal oninteressant. De universiteiten kwamen ondertussen ook onder de loep van de NVAO. Maar daar lette niemand op. Want universiteiten, daar dragen ze lange toga’s. Daar doen ze aan ‘wetenschap’. Die zijn nuttig en mooi en maken geen fouten.
Het eerste grote slachtoffer van de NVAO was de VU, waar vorig jaar een vernietigende rapportage dreigde – waarop de universiteit prompt besloot het NVAO-onderzoek af te blazen. Ja, zo kan het ook.
Maar de VU zat toen zó diep in een bestuurscrisis dat dát beschamende besluit er nog wel bij kon. Ondertussen ging de accreditatie elders natuurlijk gewoon door. Men werkte braaf mee. Men moest wel. Universitaire opleidingen die een voldoende kregen, moesten de NVAO duidelijk maken hoe ze een en ander zouden repareren. Dat deden ze braaf.
De opleidingen die afgelopen week door de NVAO werden opgesomd, zijn al lang en breed (en héél bereidwillig) bezig met een ‘hersteltraject’. Maar ondertussen, ze kunnen het niet laten, schreeuwen de universiteitsbestuurders moord en brand over de aanpak van de NVAO. Die deugt niet! Kom niet aan ons! Dat is een sentiment dat bij de NRC duidelijk ook leeft. Zoals de hierboven geciteerde kop.
Elk onderzoek heeft zijn methode. En op elke methode valt wat af te dingen. Ook die van de NVAO. In Leiden organiseerden ze een heus congres om dat aan te tonen. Conclusie: de nu gevolgde methode (bezoeken, gesprekken, veel papier, een greep in de afstudeerscripties), leidt niet tot een verbetering van het onderwijs ‘door een stimulerende dialoog tussen panel en opleiding’.
Men voelt zich, met andere woorden, op het matje geroepen en ondervraagd. Dat zijn ze niet gewend. Universitaire bestuurders geloven nu eenmaal heilig in hun eigen voortreffelijkheid. Ze kijken neer op Den Haag, en al helemáál op alle controle die Den Haag organiseert.
Maar ondertussen valt het niet te ontkennen dat de NVAO-methode buitengewoon stimulerend is. De universiteiten zijn zich duidelijk rot geschrokken en werken braaf mee aan het herstel van de opleidingen. Van boven opgelegd, dat zal best. En zonder die aangename ‘dialoog’ waar ze blijkbaar zo dol op zijn. Maar die de afgelopen decennia geen moer heeft opgeleverd.
Als we wat betreft verbetering van het onderwijs op de universiteiten moeten wachten, dan kunnen we daar nog wel een paar decennia voor uittrekken. Het universitaire onderwijs is nu eenmaal verkalkt, zelfingenomen, vastgeroest en veel te ver verwijderd geraakt van de maatschappelijke nut en noodzaak. Dat weet iedereen. Alles is in feite gericht op het klaarstomen van een handjevol studenten voor wetenschappelijk onderzoek. Op andere vaardigheden, nuttige vaardigheden, praktijkervaring, wordt glimlachend neergekeken.
De universiteiten klagen steen en been over het feit dat er steeds meer studenten komen en dat ze te weinig geld krijgen voor onderwijs. Ondertussen zijn ze vooral bezig met het binnenhalen van wetenschapsfinanciering voor het optuigen van onderzoek. Hoe meer je binnenhaalt, hoe mooier je bent.
En dan moet dat onderzoek uiteraard uiteraard ook hoog scoren op al die fancy toplijstjes, want daarmee kun je weer méér studenten aantrekken. En daar krijg je óók meer geld mee. Maar niet genoeg. De universiteit is, kortom, een op hol geslagen mallemolen, waarbij haar kerntaak, onderwijs, zwaar wordt verwaarloosd. Alles draait om prestige. Om die domme lijstjes waarop men elkaar bevecht om de dertigste dan wel tweeëndertigste plaats.
Maar nu komt daar hopelijk een lijstje bij. Het lijstje van universiteiten die hun onderwijs op orde hebben. Daar zijn we nog vér van verwijderd. Op dit moment zijn alleen de alfastudies doorgelicht. De hardere richtingen (medisch, de bèta-opleidingen) moeten nog komen. En dat wordt een stuk lastiger. Daar is bescheidenheid, en de bereidheid om van buitenstaanders te leren, veel dunner gezaaid. Die zijn immers gewend om hun eigen vlees te keuren, en die willen dat zo houden.
Congressen als in Leiden geven wel aan dat men in de gaten heeft dat de NVAO gestopt moet worden voordat er allerlei lelijke onderwijslijstjes gaan ontstaan. Maar het is te hopen dat de NVAO de kans krijgt om verder te gaan, met meer deskundigheid in huis en een betere aanpak dan de huidige, door zelfrapportage gedomineerde methode.
Maar ook de huidige aanpak is buitengewoon nuttig. Eindelijk moeten de universiteiten aan de bak. Leren, écht leren van je fouten, dat doet pijn. Dat weet elke student. Straks weten de bestuurders dat hopelijk ook.