De leider van de rooms-katholieke kerk had zich in een – overigens louter voor de Roomse curie bestemde – kerstboodschap uitgesproken over iets dat met een enorme hoop “goede” wil kon worden uitgelegd als gericht tegen het homohuwelijk en dus waren de poppen weer aan het dansen. Voorbij was de kerstgedachte en vrede op aarde: op de Heilige Vader daalden weer eens alle verwensingen en haattirades neer waaraan de drager van dat hoge ambt inmiddels wel gewend zal zijn geraakt. In termen die nauwelijks kunnen verhullen dat men het zelf ook niet zo nauw neemt met het gebod van christelijke naastenliefde, werd te kennen gegeven dat men het met de paus op zijn zachtst gezegd hartgrondig oneens is.
Nu kan men best terechte kritiek uitoefenen op een instituut (en als Gods plaatsvervanger op aarde is de bisschop van Rome de verpersoonlijking daarvan) dat de laatste jaren zijn toch al wankele gezag in moreel-ethische kwesties in hoog tempo zag ondermijnd door de onthulling van het doofpotschandaal. Want hoewel het misbruik gepleegd door mensen werkzaam bij instellingen van Rooms-katholieke signatuur in feite al decennia een publiek geheim was, werd pas de laatste drie jaar bekend in welke ruime mate geprobeerd is die gevallen onder het tapijt te vegen en de daders vrijuit te laten gaan. Dat laatste overigens met verbluffend succes.
Wellicht zijn er dan mensen die menen de “Gunst der Stunde” te kunnen benutten en de Rooms-katholieke kerk een toontje lager te doen zingen inzake geloofskwesties. Zo verstoutte de arts Sietse Felix zich tot de verzuchting, dat de kerk “bereid moet zijn om de werkelijke noden van deze tijd te erkennen middels een zinvolle omgang met de vele ethische onzekerheden die de moderne samenlevingen genereren”.
Dat zo’n zinvolle omgang er juist ook in kan bestaan vast te houden aan een zeker principe waar de mensheid eeuwenlang wel bij is gevaren, is een gedachte die bij deze geneesheer kennelijk niet opkomt.
Wie zich sterk maakt voor de opvattingen van een religie die hoe dan ook wereldwijd nog steeds 1 miljard aanhangers heeft (en sinds enige jaren buiten Europa weer de snelstgroeiende is), kan rekenen op een stevige portie haatmail en – soms –bedreigingen.
Toen Mariska Orban-de Haas, hoofdredacteur van het Katholiek Nieuwsblad een jaar of twee terug een open brief schreef aan de huidige minister van defensie waarin zij pleitte voor de mogelijkheid om kinderen ter adoptie aan te bieden (in plaats van ze te aborteren), toonde seculier Nederland zijn lelijke gezicht weer eens ten volle.
Want “we” zijn liberaal en “onze” opvatting is de enig juiste. Wie vanuit een “middeleeuwse” filosofie bedenkingen durft te plaatsen bij onze ”verworvenheden” , die deugt niet en is een abject mens.
Hoe ver de irrationele weerzin tegen religie en alles wat daarmee samenhangt inmiddels is voortgeschreden, bleek mij laatst uit een discussie met Ehsan Jami. Die meent dat politici zich in de politieke arena niet mogen beroepen op religieuze uitgangspunten. Liberalisme of communisme, het mag allemaal grondslag zijn van een politiek programma, maar christendom of islam mogen dat zeker niet, aldus Ehsan. Zijn argument: met een christen of moslim kun je niet discussiëren, want die beroepen zich op de onfeilbaarheid van God of Allah. Waarom zijn liberale of communistische opponent in het politieke debat zich daaraan iets gelegen moet laten liggen, kan hij mij niet verklaren.
En zo moeten we vaststellen dat vele zelfverklaarde liberalen erg voor de vrijheid zijn. Maar vooral voor die van henzelf en niet die van andersdenkenden. Amen.