Vakantie is de bom!

08-08-2011 13:55

Op het moment dat dit stukje online gaat, bevind ik mij aan het staartje van vier weken verblijf aan de Adriatische kust. U begrijpt: in zo’n, zeker voor internetbegrippen, onmetelijk lange periode aan de zijlijn van de elektronische snelweg raak je de greep op het nieuws en de actualiteit snel kwijt. Gelukkig maar! Als je het fenomeen vakantie – lange tijd toch bezien als een armetierig antwoord op de behoefte aan ontspanning, als een troosteloos en burgerlijk ´pakketje´ vermeende onbezorgdheid – 1 positieve eigenschap mag toeschrijven, is het wel de tijdelijke afstand die er tussen jou als toerist en de continue stroom van krantenkoppen ontstaat. Ik durf in dit verband gerust het begrip ´onthechting´ van stal te halen, een begrip dat lange tijd met gretigheid in de kunstenaarswereld is gebezigd, maar, naar mijn stellige overtuiging, ook van toepassing is zoiets banaals als vakantie.

Wat mij het meeste trof tijdens de afgelopen vier weken, tijdens mijn periodieke onthechting dus, is al het nieuws dat het nieuws niet haalt. (In een variant op een beroemde dichtregel van Lucebert zou ik bijna zeggen: ´Alles van waarde haalt het nieuws niet´). En dan doel ik op het engelengeduld dat ik dagelijks om me heen heb waargenomen; het engelengeduld waarmee ouders hun kroost uit een gevaarlijke stroming blijven trekken, proberen netjes te laten eten, hun broertjes en zusjes met rust te laten, te laten stoppen met schreeuwen, vriendelijk bij een speelautomaat vandaan te halen, stoïcijns naar steeds bruine chocoladevingertjes te kijken, op aanvaardbare snelheid op driewielers te laten rondrijden, enz. enz. Hoe langer ik met deze dagelijkse vormen van disciplinering werd geconfronteerd, hoe duidelijker het woord ´beschavingsoffensief´ zich aan me opdrong en hoe harder ik moest grinniken om het cultuurpessimisme dat je in bepaalde krantenbijlagen vaak aantreft en waar ik ook niet altijd ongevoelig voor blijf. (Zouden Henk en Ingrid in plaats van demonische PVV-stemmers onbaatzuchtige opvoeders zijn – stutten van de samenleving?) Terwijl de mastodonten van het grootkapitalistische circuit de internationale miljardenleningen geloofwaardig aan elkaar poogden te knopen, stond ik, kortom, oog in oog met ´het kleine werk´ op de stranden, zoals zojuist door mij omschreven. U vergeeft me zeker wel dat ik in een filosofische stemming geraakte en me afvroeg wat ook alweer ´groot´ en ´klein? werk precies is?

Onzichtbaarheid als deugd
Eerlijk gezegd: de filosofische stemming hield aan. Op vakantie is daar, gelukkig, ook tijd voor: om zulke stemmingen ruim baan te geven. Bij alle ontroering over zoveel menselijke energie om hun nakomelingen onverminderd tot oppassende en verantwoorde burgers te kneden – werk dat het nieuws, nogmaals, nooit haalt – kwam de gedachte bij me bovendrijven dat het actief voorrang geven aan het lot van kinderen, het bewust niet nastreven van een tijdrovende loopbaan en het afweren van ambities die buiten het strikt persoonlijke liggen, wel eens het type mentale houding zou kunnen zijn dat in het Westen, geheel ten onrechte, niet of nauwelijks nog ambassadeurs kent. Of het moet filosoof Bas haring zijn, die, naar ik begrepen heb, vrij recent een pleidooi heeft gehouden voor ´onzichtbare mensen´, die bij een begrafenis slechts door een handjevol intimi de hemel in worden geprezen om vervolgens, zonder enigerlei vorm van verzet, in de verbrandingsoven van de geschiedenis te verdwijnen. Onzichtbaar zijn! Zou dat niet een verplicht vak moeten worden op de middelbare school? schoot het door me heen.

Hyperrealiteit

Enfin. In ieder geval 1 iemand had afgelopen zomer geen zin om onzichtbaar te zijn. Zijn naam? Anders Behring Breivik. Opgeslokt door een hyperrealiteit van saga, heilige boeken, krantenkoppen, politieke toespraken en een flinke portie eigen fantasie, ging hij tot actie over. En hoe! 77 doden in het anders zo slaapverwekkende Noorwegen! Zo iemand `een gek´ noemen of ´een volslagen idioot´ ging mij in mijn afgelegen strandstoel, in mijn diep-filosofische stemming, veel en veel te ver. Wilde Anders niet – gewoon – eindelijk een gezicht tonen? Was hij, afgezien van zijn gewelddadige methode, niet inwisselbaar met andere strebers en carrierejagers die de begrafenis der onzichtbaarheid vreyen en, tegen de klippen op, ´betekenis voor de wereld´ willen hebben?

Blasfemie
Na vier weken vakantie waarin ik de onzichtbaarheid stapje voor stapje dicht ben genaderd, staat me bij terugkeer de abjecte taak te wachten mezelf opnieuw ´op de kaart te zetten´. Het is de blasfemische wetmatigheid van het kapitalisme: onzichtbaar zijn is waardeloos zijn.

Gedver! Ik moet terug naar het landschap der imago´s en gezichten.