Richard von Krafft-Ebing was een Duitse psychiater die beroemd werd met perversiteiten. Als een typisch negentiende-eeuwse wetenschapper was hij dol op classificeren. Hij verzamelde seksuele afwijkingen en schreef ze op in zijn klassieke werk de Psychopathia Sexualis. Een groot deel van zijn patiënten waren Urnings: homoseksuelen. Na een aantal jaar realiseerde Von Krafft-Ebing zich dat zijn analyse fout zat. Hij besefte zich dat het probleem niet lag bij de homoseksuele daad, maar bij de wet die deze verbood. Homo’s waren niet geestesziek vanwege hun verlangens, maar werden depressief van de sociale afwijzing van homoseksualiteit. Von Krafft-Ebing werd vervolgens een voorvechter van de acceptatie van holebi’s.
De eerste editie van zijn werk verscheen in 1886 en bevatte 45 ziektegeschiedenissen van perversies als bestialiteit, necrofilie en lustmoord. De woorden sadisme en masochisme hebben we aan Von Krafft-Ebing te danken. Het boek was bedoeld voor collega-artsen en juristen als forensische referentie. Het was opgesteld in typisch wetenschappelijk jargon. Toch werd het een bestseller die in vele talen werd vertaald. Er volgden zeventien nieuwe, uitgebreidere edities.
Von Krafft-Ebing beschreef dus ziektebeelden. Ze bevatten het levensverhaal van de patiënt en zijn dromen en fantasieën. In de gestichten waar hij werkte tekende hij de diagnoses op van homoseksuele criminelen en arme mensen. In zijn privékliniek behandelde hij homoseksuele wetenschappers, ambtenaren en aristocraten. De mensen in het gesticht hadden weinig keuze, maar de tweede groep zocht hem zelf op. Daarin schuilt de verklaring voor het gigantische verkoopsucces van de Psychopathia Sexualis. Zijn welgestelde cliënten konden die teksten prima lezen en herkenden zichzelf erin. Zij bewonderden Von Krafft-Ebing omdat ze dankzij hem zagen dat ze niet alleen waren.
Omdat hij veel letterlijke citaten gebruikte, maakte Von Krafft-Ebing de stemmen publiek van hen die voorheen moesten zwijgen. Door de biografieën van anderen te lezen, ontstond er een gevoel van gedeelde identiteit. Dezelfde elementen keerden terug: altijd het gevoel hebben gehad anders te zijn, de eerste voorzichtige seksuele stapjes, de verkenning van genderidentiteit, het gevoel niets anders te kunnen zijn. Dankzij de Psychopathia Sexualis werd homoseksualiteit een identiteit, in plaats van alleen een handeling.
Von Krafft-Ebing zag in dat homoseksualiteit iets natuurlijks is, in plaats van een ziekte die genezen kan worden. Hij werd een medestander in de strijd voor homorechten. Duitsland liep daarin sowieso voorop. Al in 1897 werd daar de eerste homorechtenbeweging opgericht, de Wissenschaftlich-humanitäres Komitee. Het zou nog tot 1987 duren voordat homoseksualiteit compleet uit het officiële, internationaal gebruikte diagnosehandboek van de psychiatrie, de DSM, verdween.
Dat betekent niet dat psychiaters en psychologen zijn opgehouden met perversiteiten als geestelijke afwijkingen te bestempelen. Er wordt nu bijvoorbeeld flink gelobbyd om pornoverslaving op te nemen als nieuwe pathologie. In de laatste editie van de DSM is dat gelukkig niet gelukt. Toch zijn er genoeg artsen en hulpverleners die pornogebruik afkeuren en daar psychologische redenen bij bedenken. Psychology Today vergelijkt porno kijken met roken: daarvan wisten we ook eerst niet dat het slecht was. Wat er dan precies schadelijk is aan vaak porno kijken, blijft volkomen vaag. Deze week verscheen er een artikel in The Telegraph waarin gewaarschuwd wordt voor de mogelijke psychische gevolgen van sexting. Een psychiater stelt:
“This relatively new phenomenon of sexting – where explicit texts and pictures are sent between smartphone devices – seems to have become endemic, and we are not sure of the long-term consequences. However, coupled with online bullying, we can expect an increasing number of people suffering issues of trust, shame and self-loathing, sometimes manifesting itself in self-harming.”
Dat klinkt bekend als je iets weet van homoseksualiteit of als je de eerste alinea van deze column hebt gelezen. Het is onbegrijpelijk dat hedendaagse psychiaters die parallel niet zien. CNN waarschuwt dat mensen gechanteerd worden met online seksueel gedrag. Dat is alleen mogelijk in een wereld waarin masturbatie en sexting worden gezien als schandalige, abnormale gedragingen waarvoor je je zou moeten generen.
In de afkeer van porno en sexting weerklinkt het Christelijke taboe op zelfbevrediging. Nu zeggen de moralisten niet dat je er blind van wordt, maar dat je er geestelijke problemen van krijgt. Zulke ‘hulpverleners’ maken de wereld niet beter. Ze propageren zelfhaat en walging. Pornokijkers en sexters hebben niets om zich voor te schamen. De psychologen en psychiaters die ertegen prediken des te meer.