Heerlijk! Afgelopen week trachtte de elite, bij monde van duurzaamheidshoogleraar Louise O. Fresco, weer eens greep op de zaakjes te krijgen. En op de planeet. Tovermethode? In haar Volkskrant-artikel klaagde ze over de ongewenste bemoeienis van onderop met het publieke debat (gesymboliseerd in het woord “emotie”), waarbij ze, als Lady Thatcher in haar beste dagen, het begrip “informatie” snoeihard van het begrip “desinformatie” scheidde. Als twee stofjes in aparte reageerbuisjes. Geheel onbedoeld toonde Fresco met haar dichtgemetselde onderscheid aan dat ze eerst de klassiekers eens moet gaan lezen (ik denk, allereerst, aan ons Russische knuffelbeest Dostojevski), want in genoemd betoog over de “emotionalisering van het publieke debat” en de volgens haar schadelijke effecten daarvan, leek ze niet gehinderd te worden door enig bewustzijn van ener logisch-positivistische valkuil in de stijl van Sovjetgestuurde vijfjarenplannen.
Emotionele paradoxen en het herstel van respect
Met het willen wegredeneren of -retoucheren van de emotionele paradoxen die in elk mens verankerd liggen (zie Dostojevski), dacht ze ongetwijfeld een bijdrage te leveren aan De Vooruitgang en het wegblazen van “het pessimistische klimaat” in Nederland. (Ik meende een fractie van een seconde dat een nieuwe gezinsminister van blij christelijke huize tot mij sprak.) Maar – denk ik dan – zou zo’n gelauwerde hoogleraar geen enkele twijfel of schaamte kennen omtrent de criteria voor informatie en desinformatie? Zou ze, in het theoretische geval dat ze als bobo zou worden aangesteld bij de publieke omroep, doodleuk haar reageerbuisjes meebrengen, daar verpulverde programma’s ingooien en bij paars of geel uitslaande buisjes gaan roepen: “Ziehier! Tweederangs desinformatie!” De Martijn van Dam-reflex, zeg maar. Ik werd, eerlijk gezegd, behoorlijk bang van Fresco’s verhaal.
Je ziet het steeds vaker in de traditionele media: onder dreiging van slinkende inkomsten wordt de ijzeren roep om restauratie nieuw leven ingeblazen, de hang naar wat vaak “herstel van onderscheid en respect” is gaan heten. Sterker nog: bij ongeveer elk stukje in de NRC lees ik al jaren, als een meelopende ondertiteling, de subboodschap: “Bemoei je er niet mee, lezer, laat het denken nou maar aan ons over”. Hetzelfde geldt voor andere kranten en opiniebladen: na een ongemakkelijke flirt met het anarchistische en uitwaaierende internet keert men veilig terug in het hok: op de thee bij de gevestigde orde en ouderwets meningen voorschrijvend. Let wel: we hebben het dan over informatie, natuurlijk! Of – uh? – desinformatie? (Lastig, lastig!) Misschien ben ik te wantrouwend, maar zelf las ik de kop van mevrouw Fresco, die in de Volkskrant pontificaal boven aan de voorpagina was geplaatst (We lijden aan een overschot aan desinformatie), als een onverbloemd advies om alsjeblieft het abonnement op dit papieren instituut te verlengen. Ofwel: professor promoot papieren kwaliteitskrant die haar verhaal afdrukt als ideale pil tegen een zelf geproclameerde ziekte. Ik zou bijna zeggen: je reinste emotiejournalistiek!
Zwakzinnige stelligheid
Voor de goede orde: zelf houd ik al enige jaren consequent een pleidooi voor wat je de “noodzaak van het oorspronkelijke denken” zou kunnen noemen. En ben ik een stugge sympathisant van BON (Beter Onderwijs Nederland). Het gaat mij er dus niet om dat Fresco geen punt zou hebben of dat ik aan de knoppen van de maatschappij bij voorkeur tokkies wil hebben zitten; het gaat om de even ontroerende als zwakzinnige stelligheid (“Emotie is verworden tot een bron van kennis” schrijft Fresco – let op: verwórden!) waarmee onaangename stemmen (Pownews? Hart van Nederland?) of waarheden (emoties beperken onophoudelijk, maar stimuleren ook) stiekem buiten de orde worden geplaatst en op het strafbankje van de evolutie worden gegooid. En dat terwijl uitgerekend de zogenaamd emotieloze betawetenschap, en in het verlengde daarvan het internet, onze collectieve blikvernauwing en obsessie met het heden aanwakkert. En dat is niet zomaar mijn particuliere mening. Dat is de conclusie van het gefundeerde betoog dat schrijfster Doris Lessing, op de stoep van haar Londense huis, ooit afstak bij het aanvaarden van de Nobelprijs voor Literatuur. Ik wil maar zeggen, mevrouw Fresco, dat vijandigheid jegens zogenaamde “objectieve technologie” geen illustratie van angst of bekrompenheid hoeft te zijn of een recept om af te haken bij het groeitempo van Azië (zoals u beweert), maar evenzeer van de wil tot broodnodige reflectie en het levend houden van klassieke kennis.
Tot slot: als we het er al over eens zouden zijn dat de emotie in het publieke debat te dominant is, waarom dan ook niet even de blik naar binnen gericht? Waarom niet een schuin oog geworpen op het gedrag van uw eminente collega’s? Is u dat niet wetenschappelijk genoeg? Te confronterend? Of te “emotioneel”? Als de president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), de weledelgeleerde Robbert Dijkgraaf, om de haverklap bij de hippe entertainmentshow De Wereld Draait Door zijn wetenschappelijke stiel herleidt tot drieregelige antwoorden, hoeveel recht heeft die sector dan nog om te klagen over “emotionalisering van het publieke debat”? Of zou Dijkgraaf gewoon in de 21-ste eeuw zijn aanbeland en beseffen dat kennis en emotie, wetenschap en mediacultuur, feit en fictie, in een onontwarbare vrijage zijn verwikkeld en uiteindelijk onderdeel zijn van eenzelfde arena? En dat je die alleen nog wilt scheiden als je met middeleeuwse stelligheid gedateerde utopieën nastreeft?
Praatgraag en carrièregeil
Mevrouw Fresco, in plaats dat u de wetenschappelijke voorhoede aanmoedigt intellectueel een tandje bij te schakelen en wat minder praatgraag en carrièregeil voor de camera’s te verschijnen, kiest u voor het afranselen van de nieuwe media. Het eerste zou zeer aan te bevelen zijn, het laatste is – afgedrukt in een papieren krant – niet alleen een hopeloos achterhoedegevecht, maar ook een doorzichtige alliantie met de behoudzuchtige machten in de media.
Hans van Willigenburg is schrijver, dichter, journalist en schrijfcoach. Eind april verschijnt zijn reportageboek ‘Dit is NL’.