Van Willigenburg: nog een keer InHolland

02-05-2011 14:00

Bij de verschijning van het verontrustende rapport van de Onderwijsinspectie, eerder deze week, herinnerden een aantal media zich mijn Zwartboek-reeks in HP/deTijd, over acht jaar docentschap bij Inholland. Alle vragen die ik eerder bij VARA’s De Gids op Radio1 keurig had beantwoord, werden zoveel weken later opnieuw op mij afgevuurd. Ik gaf nog één reprise bij Dit is de dag van de EO, maar toen ik buiten stond dacht ik: schluss! Beter, inzichtelijker en completer dan in de Zwartboek-reeks zélf krijg ik het niet verwoord. Daar staat alles in. Een dag later hing Nieuwsuur aan de lijn; ze wilden me komen filmen. Ik had geen zin om ‘versneden’ te worden tot een paar quotes. Voornaamste reden? Noch bij tweemaal VARA, noch bij een keer EO en noch bij een eventueel item in Nieuwsuur leek enige aandacht te zijn voor het wérkelijke thema achter de schimmige wereld van Inholland en, waarschijnlijk, het hele hbo: de hobbelweg van het ‘competentiegericht leren’.

Logisch. Zo’n begrip annex ideologie – hoewel doorslaggevend om de gang van zaken in het hbo te begrijpen – kun je lastig in beeld brengen en doet op de radio algauw een (te) groot beroep op de luisteraars. Het moet gaan over ‘platte dingen’ als regels die zijn overtreden, imagoschade die studenten hebben opgelopen (wat is mijn diploma nog waard?) en onterechte declaraties aan de top. Ik klaag niet – kijkcijfermatig  scóórt dat nu eenmaal!

Onderwijsgraaiers
Gelukkig is er DeJaap. Het internet. Waar je niet gebonden bent aan de consumentistische basisprincipes van de massamedia. Dus leg ik, met uw welnemen, even uit waar al die ellende in het HBO mijns inziens vandaan komt. Welnu, competentiegericht leren komt er – als je alle rimram eraf sloopt en het wollen jargon eraf schraapt – op neer dat je studenten opleidt tot automaten. die onder bepaalde situaties bepaald (gewenst, economisch winstgevend) gedrag vertonen. Niet meer, niet minder.

De hoofdreden dat docenten het afgelopen decennium uit beeld zijn verdwenen en in veel gevallen, vanuit de leiding, onder het kopje ‘kostenpost’ in plaats van ‘investering’ terecht zijn gekomen, is dat ze een potentiële sta-in-de-weg zijn bij het transformeren van studenten tot automaat. De hbo-student wordt namelijk niet geacht vragen te stellen of kritisch na te denken; hij dient, volgens het primaat van de ‘praktijkgerichtheid’ en het ‘competentiegericht leren’, zo snel mogelijk in het diepe te worden gegooid, natte voeten te krijgen en koppie onder te gaan. Om er, dusdoende, zo snel mogelijk achter te komen welke bewegingen hij moet maken om in zijn of haar branche niet te verdrinken of, beter nog, succesvol te zijn.

Competenties, dus. Deze zwembadmetafoor maakt op onthutsend simpele wijze duidelijk waarom erkende onderwijsgraaiers als Jos Elbers (ex-baas Inholland) en zijn kornuiten fluitend begonnen te snijden in onderwijsbudgetten en tot de dag van vandaag hun losgeslagen onderwijsfilosofie verdedigen. Er was, in hun ogen, hoogstens nog iemand nodig om de studenten in het water te duwen en ze vanaf de kant wat instructies toe te schreeuwen; voor de rest vond het ‘leerproces’ plaats in het water. “Trappelen maar!” riep het hbo tegen de studenten. “Dat is beter dan stilzitten. En luisteren naar zo’n oudbakken docent, zo’n arrogant kwal die het beter denkt te weten.”

Geknutselde achteromroutes
Het is niet mijn bedoeling een (allang uitgekauwde) onderwijsdiscussie opnieuw vlot te trekken en een overbodige links/rechts tegenstelling toe te voegen  (ook ik snap de waarde en de noodzakelijkheid van een praktijkgerichte benadering). Nee, het gaat mij om de verklarende waarde van de zwembadmetafoor! Want in de weergave zoals ik hem zojuist gaf, kan de docent als spil van het onderwijsproces worden opgeheven, moeten de studenten zelf maar uitzoeken hoe het trappelen in zijn werk gaat en denkt de leiding zich straffeloos met het overnemen van of fuseren met andere zwembaden bezig te kunnen gaan houden.

Dit laatste is – in een notendop – wat er de afgelopen jaren in het HBO is gebeurd, en zeker bij Inholland. Het verklaart waarom accenten volkomen verkeerd zijn komen te liggen en degelijke vakdocenten van hun waardering en zekerheden werden beroofd, met alle gevolgen van dien: van onduidelijke curricula tot gefictionaliseerde cijferlijsten, van gesjoemel bij beoordelingen van scripties tot in elkaar geknutselde achteromroutes voor studenten die de verkeerde kant op waren gezwommen. En daarbij:  hoe ‘meet’ je het getrappel van studenten? Het primaat van praktijk boven theorie heeft een beoordelingstaal geschapen, die voor een normaal mens onnavolgbaar is. Verscheidene keren heb ik bij Inholland geweigerd formulieren in te vullen omdat ik ze zelf niet begreep. Ik gaf slechts een eindcijfer en de dienstdoende Inholland-medewerker vulde namens mij vervolgens het formulier in.

Zinnige gedachten
Conclusie? Het te water laten van studenten vraagt, bij nader inzien, niet minder maar juist méér begeleiding van docenten! Stelt hogere in plaats van lagere eisen aan de structuur van de opleiding, de nauwkeurigheid van de backoffice en de kwaliteit van de docenten! Leren trappelen en boven blijven is leuk, maar als je zelf niet kan navertellen wat je gedaan hebt en je getrappel alleen maar een geïsoleerde ervaring was in plaats van (ook) een verhaal, een methode: hoe ga je dan straks, in een ander zwembad, het kunstje herhalen?

Ook het vernietigende oordeel over de eindscripties van hbo-studenten is, in dit licht bezien, een volstrekt voorspelbaar gevolg. Hoe kun je een zinnige of reflectieve gedachte afscheiden als je na drie of vier jaar trappelen ademloos op de kant klimt en aan het uithijgen bent? En er niet of nauwelijks een docent is geweest, die je heeft verteld dat jouw manier van trappelen slechts een manier is, niet dé manier? En dat er ook nog een wereld buiten het zwembad bestaat?

Nooit meer bezuinigen
Om alle progressieve troeteldieren en D66’ers gerust te stellen: ook ik zie in dat de 21ste eeuw een ander type onderwijs vraagt, met meer verantwoordelijkheid voor de student en minder eenrichtingsverkeer vanuit de docent. Maar áls je studenten zo nodig in het woelige water wilt smijten, dan mag dat nooit maar dan ook nooit meer een vrijbrief zijn om een overbodig vergadercircuit met dik verdienende maar niets toevoegende onderwijs bobo’s op te tuigen en ondertussen (grof schadaal!) te bezuinigen op docenten en/of onderwijsbegeleiding.

Meer dan ooit komt het juist op deze mensen – die kennis en praktijk in balans kunnen houden – aan!!! Als een groep recht heeft op een  decadente bonuscultuur, is deze het. Hoe meer studenten op niveau je naar de eindstreep trekt, hoe hoger de bonus en hoe luxer de vakantie. Dat is het type eerzucht en de cultuurswitch die we nodig hebben.

PS: nog steeds schermt Inholland met onderzoeksgegevens waaruit zou blijken dat werkgevers bovengemiddeld tevreden zijn met afgestudeerde Inholland-studenten; het geeft eens te meer aan hoe complex en kafkaësk de discussie over wat wel en niet ondermaats zou zijn en welke eindkwalificaties je van een hbo-opleiding mag verwachten

Hans van Willigenburg publiceert deze week het boek Dit is NL, waarin het ‘Zwartboek Inholland’ is opgenomen.