Ik moest ernstig met mijn ogen knipperen toen ik het las: het bestuur van de Haagse rechtbank wil mannelijke rechters bij sollicitaties voortrekken. Niet omdat er nu meer geschikte mannen dan geschikte vrouwen buiten de boot vallen, maar omdat er te veel vrouwen bij de rechtbank werken. Aan de kwaliteit van die vrouwen mankeert helemaal niets. Het enige wat er aan die vrouwen mankeert, is dat ze vrouw zijn. En dat is een probleem voor de legitimiteit van de rechtspraak, beweert emeritus-hoogleraar strafrecht Theo de Roos.
Wattuh? Ik stel vast dat de rechtspraak dan heel, heel erg lang een legitimiteitsprobleem heeft gehad, namelijk al die tijd dat er nauwelijks een vrouw in de rechterlijke burelen te bekennen was en mannen er de dienst uitmaakten. Maar al die tijd hoorden we dat de rechtspraak geen geslacht en geen kleur heeft; en dat toga en bef symbool staan voor de ont-persoonlijking van de drager. Behalve als die vrouw is, begrijpen we nu.
We hebben in de loop van de tijd talloze argumenten gehoord tegen het toelaten van vrouwen in door mannen gedomineerde beroepen. Ze zouden niet goed in het team passen – mensen in teams hebben het liefst dat nieuwe mensen in teams het meest op henzelf lijken, en daarom geven mannenteams bij een vacature de voorkeur aan mannen. Ook als scout hebben mannen vooral oog voor mannen. Niet voor niets zien we bijvoorbeeld in de media bij de afdeling ‘vers bloed’ vooral jongemannen aanschuiven. De oudere mannen herkennen in hen hun jongere ik, en gunnen hen daarom een kans.
Vrouwen zouden niet ambitieus genoeg zijn – omdat ze niet zulke borsttrommelaars zijn als mannen. Vrouwen zouden onzeker zijn over hun kwaliteiten – idem. Mannen nemen gemakkelijker risico’s en vinden het normaal om te bluffen; vrouwen zijn graag zeker van hun zaak, overdrijven hun kunnen niet, en geven antwoord als je vraagt naar hun zwakke plek. Niet zelden worden onderzoeksvoorstellen van vrouwelijke wetenschappers door subsidiegevers op papier hetzelfde beoordeeld als onderzoeksvoorstellen van mannelijke collega’s. Maar na hun mondelinge toelichting grijpen de vrouwen vaker naast het geld. Argument: ‘Haar presentatie was niet zo overtuigend.’ Die van hem wel, ja. Hij veegde elk vraagteken resoluut van tafel, met dezelfde bravoure die de mannelijke beoordelaars in hun jonge jaren ook hadden. ‘Goeie vent. Paar losse eindjes, maar die komt er wel.’ Mannen worden beoordeeld op hun potentie, vrouwen op hun resultaten tot nu toe.
In allerlei sectoren hoor je het argument dat er geen zwakke vrouwtjes op de plek van capabele heren mogen komen – zoals iedereen weet zijn mannen capabel totdat het tegendeel is bewezen, en zijn vrouwen totaal ongeschikt totdat zijzelf het tegendeel bewijzen; iets waar ze op grond van dezelfde redenatie vaak de kans niet voor krijgen. Nu die smoezen onbruikbaar zijn, is er nog maar één, bezopen, argument over om vrouwen die hard werken, ambitieus zijn en goede kwaliteit leveren, de voet dwars te zetten: ze zijn met te veel. Wat verwachten mannen nu? Dat vrouwen zichzelf elimineren? Ga toch weg. Wat we hier zien, is een 100 procent zuivere vorm van discriminatie op grond van geslacht. Ik ben erg benieuwd wat de rechter daarvan vindt.