De afgelopen dagen heb ik mijn administratie gedaan. Ik kwam op de stapel papier de acceptgiro tegen waarmee ik mijn contributie voor GroenLinks moet betalen. Omdat ik als publicist Alexander Pechtold heb geholpen bij het schrijven van zijn boek Henk, Ingrid en Alexander, vragen mensen me geregeld of ik nog wel lid ben van GroenLinks. Dat vragen ze ook omdat ik eerder heb geschreven dat het voor GroenLinks strategisch verstandig zou zijn om samen met D66 het nieuwe politieke midden te definiëren. Hoe dan ook, het antwoord is ja, ik ben lid van GroenLinks. Ik heb mijn contributie betaald.
De groene eeuw
Ik denk dat ik het ooit ergens gelezen of gehoord heb, ik weet niet meer waar, maar er is een eenvoudig schema dat me aanspreekt. De 19e eeuw was een blauwe eeuw, een tijdperk waarin de verhouding tussen de staat en de burger is vastgelegd in politieke rechten om de vrijheid van de burger te waarborgen. De 20e eeuw was een rode eeuw waarin met de opbouw van de verzorgingsstaat materiële bestaanszekerheid voor iedereen kon worden gegarandeerd. De blauwe en rode rechten zijn en blijven deel van het politieke debat omdat de omstandigheden veranderen en politieke partijen blijvend van mening verschillen over de invulling van deze rechten. De 21e eeuw moet volgens mij een groene eeuw worden. De toename van de welvaart over de gehele wereld en voor nieuwe generaties stelt vragen over de uitputting van grondstoffen, de vervuiling van water en lucht en de opwarming van de aarde.
Groene rechten voor mensen nu, maar zeker voor die van toekomstige generaties, kunnen alleen tot stand komen in relatie tot de blauwe en rode rechten. De armere delen van de wereld hebben net zoveel recht op economische voorspoed als het rijke Westen en groene politiek kan alleen succesvol zijn als die democratisch gelegitimeerd is. Omdat ik vind dat er op het politieke speelveld een groene, toekomstgerichte beweging moet zijn, ben ik lid van GroenLinks. Dat neemt niet weg dat ik moeite heb met het functioneren van GroenLinks in de actuele politiek. Het is me iets te links, het schuurt me iets teveel aan tegen de PvdA en de SP, partijen die nostalgisch vast houden aan oude rode rechten. Bovendien is GroenLinks te weinig gericht op de macht, zoekt de partij te weinig het midden van het politieke speelveld met een optimistische hervormingsagenda. Precies daar zit de overlap met D66 en precies daar kan gebouwd worden aan een machtspositie midden op het speelveld. Als groene politiek de komende decennia centraal moet komen te staan, moet je als groene partij niet de flanken opzoeken, maar spelverdeler willen zijn.
Vereniging voor dubbelleden
Daarom heb ik niet alleen de contributie voor GroenLinks betaald, maar heb ik me ook aangemeld als lid van D66. Van twee partijen lid zijn, lijkt me bovendien een voorbeeld van een pragmatische en liberale houding. Dat moet (delen van) beide partijen aanspreken. Ik het idee dat er veel meer mensen zijn die vermoeden dat D66 en GroenLinks samen een invloedrijkere rol zouden kunnen spelen dan ze nu doen. Noch Sap, noch Pechtold zijn te vergelijken met Lionel Messi die met soloacties het doel weet te vinden, maar ook voor mooie een-tweetjes op het middenveld koop ik een seizoenskaart. Dat heb ik nu dus gedaan. Ik ben vast niet de enige die er zo over denkt. Misschien is het een idee om een vereniging voor dubbelleden van D66 en GroenLinks te beginnen. Wie wordt er nog meer lid?
Bart Snels is publicist en politiek-strategisch adviseur. Hij was onder andere directeur van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Onlangs schreef hij samen met Alexander Pechtold het boek Henk, Ingrid en Alexander.