Sta je dan bij de Albert Heijn. Omringd door allemaal duurzame spullen voor een betere wereld terwijl jongere medewerkers “Fuck die kkshit ouwe serieus” naar elkaar blèren vanachter de kassa. Het maakt het hele concept van ‘verantwoordelijk’ en ‘duurzaam’ een nare zure oprisping. Het is niets anders dan een gecommercialiseerde mythe om de klant een ‘lekker gevoel’ te laten kopen. Een soort van hippe aflaathandel door kwaliteitsquinoa uit de Peruaanse hooggebergten in te laten vliegen met de belofte dat er dankzij jouw aankoop hordes vrolijke panfluit-Peruaantjes door Machu Pichu heen huppelen.
Dankzij jouw aankoop van Tony-chocolade kunnen cacaoboeren ook een eerlijke aalmoes krijgen in Zuid-Amerika terwijl de ondergaande zon hun dankbare glimlach kietelt. Dat allemaal dankzij jou. Denk er voor het gemak nog maar even een regenboog bij, dat voelt zo lekker.
Terwijl voornamelijk bovenmodale blanke hipsters hun betrokken boodschapjes doen (alles voor een betere wereld), schreeuwen medewerkers over de kassa naar elkaar toe dat ze “Helemaal kk-klaar met die leipe bezem” zijn. Medewerkers die niet zelden uit gezinnen komen waar de weekendboodschappen bestaan uit een tray vol meel en ander basismateriaal uit de pallets van de Lidl in plaats van keurig steriel verpakte sushi-tapas voor twee uit de glazen vitrine. Medewerkers die met enkele jaren geen contractverlenging krijgen omdat ze als 18-jarige een beetje aan de dure kant worden, qua secundaire arbeidsvoorwaarden. Medewerkers die vervolgens nergens aangenomen worden omdat niemand het blijkbaar de moeite waard vind om deze jongeren bij te brengen dat je niet snel aan een baan komt wanneer je kauwgom kauwend met je ogen rolt wanneer iemand een vraag stelt.
Dat zijn dezelfde jongeren die in Amsterdam West in moeilijk beheersbare klassen van 30 man worden gefrot en verblijven in een wanstaltig graffiti-bespoten schoolgebouw dat van narigheid uit elkaar valt. Terwijl onderwijzers (helden) voor een hongerloontje het beste ervan proberen te maken, prijken ondertussen direct daarachter de gouden torens van uitkeringsinstantie UWV. Een grotere middelvinger kan je niet geven. Een beter beeld hoe in Nederland de prioriteiten liggen is niet te bedenken. Geld ligt niet aan de voorkant in scholing en corrigerend optreden, maar aan de achterkant van het verlammende systeem bestaande uit participatiepotjes en uitkeringen.
Duurzaamheid is ver te zoeken wanneer iedereen de verantwoording voor jongeren als een hete kool naar elkaar overgooit. Het zijn de ouders. Het is de school. Het is de politiek. Daar houdt het op. Verder bemoeien we ons met onze eigen zaken natuurlijk. Vandaar dat ook elke mede-treinreiziger plotsklaps de Metro buitengewoon interessant vindt wanneer je een obstinaat groepje jongeren aanspreekt op luidruchtige Pitbull muziek uit de iPhone. Stel je voor. Straks krijg je conflict.
Ondertussen ontwijken we elke vorm van potentieel conflict en daarmee verantwoordelijkheid voor onze jeugd. Verantwoordelijkheid nemen we tenslotte al genoeg, kijk dan naar dat boodschappenmandje vol biometrische bietensapjes. Verantwoordelijkheid neem je als kruidenier ook voldoende, je bent immers een multiculturele topwerkgever. Kijk ons nou toch eens goed en betrokken bezig zijn met zijn allen. Verantwoordelijkheid nemen we ook door achteraf met onderzoeken te komen dat allochtone jongeren moeilijker een baan krijgen.
Aan de voorzijde van het probleem prevaleert totale desinteresse. De continue en steevast uitgezonden boodschap aan de toekomst van Nederland: jij bent het niet waard om mij druk over te maken, tenzij het eenmaal zo ver is en je niet aan de bak komt. Dan word je interessant. Dan kan ik geld aan je verdienen door een verschillig onderzoekje, een betrokken probleembuurt-beurs of participatiepotje aan te spreken. Kijk die dankbare gezichten toch eens. Wat zijn wij toch lekker bezig met zijn allen!
Op weg naar huis met je duurzaam gevlochten canvas tasje vol verantwoordelijke heerlijkheden steek je toch even de straat over zodat je niet langs dat blowende groepje scooterjugend moet. Daar heb je de wijkagent voor. Die vijf minuten later ook maar even snel langsloopt alsof de neus bloedt. Stel je voor. Straks krijg je conflict.