De verschrikkelijke zegetocht van Frank de Boer

28-10-2013 11:01

Frank de Boer zou met drie achtereenvolgende kampioenschappen al zo’n beetje rijp moeten zijn voor een standbeeld. Nadat hij Ajax circa drie jaar terug overnam van Martin Jol is het met de Amsterdamse club sportief heel erg, tja, laten we zeggen ‘de goede kant’ op gegaan. Zoals gezegd: drie kampioenschappen en die felbegeerde derde ster op het Ajax-shirt, allemaal dankzij Frankie… Welke trainer kan zo’n stabiele prestatiecurve overhandigen?

Toch is er weinig euforie rond zijn persoon te bespeuren.  Ik begrijp dat wel. Behalve dat hij bankstellen rond sjouwt voor de meubelzaak van zijn vrouw, wat hem inderdaad tot eer strekt, is hij, wat mij betreft, met afstand de naarste trainer van de Eredivisie: rol die hij met name gestalte geeft in zijn norse en oervervelende commentaren direct na de wedstrijd.

Ajax-school

In drie jaar Eredivisie heeft hij nog nooit een waarderend woord richting de tegenstander uitgesproken. Altijd als Ajax verliest of punten verspeelt, ligt dat, volgens hem, aan Ajax zèlf. Dan zijn er, och hemel, ‘foutjes’ of ‘slordigheden’ door zijn spelers begaan, mompelt Frankie in dat toonloze boeren-Franks van hem, en die foutjes en slordigheden ‘moeten eruit’. Alsof hij het over een dieselmotor heeft. Of een spellingscorrector. Of een rekenmachine. Maar zelfs als er voor de zoveelste keer ‘foutjes’ en ‘slordigheden’ zijn begaan (en er dus reden lijkt de opponent eens mee te nemen in zijn analyse), is dat voor Frank nooit een aanleiding om het storen of de tackles van de tegenstander te prijzen. Dit heeft, volgens mij, twee redenen. Eén: Frank houdt helemaal niet van storen en wilde tackles, want hij kan, conform de ideologie van Cruijff en de Ajax-school, alleen waardering opbrengen voor ‘voetballende oplossingen’. Twee: de tegenstander bestáát voor Frank de Boer in feite niet. Ik hoor ’t hem al zeggen (voor zover hij het niet al één of meerdere keren heeft gezegd): ‘Ik ben trainer van Ajax. Daar bemoei ik me mee. Niet met de tegenstander.’ De tegenstander is lucht voor hem.

Schaakmanie

Natuurlijk kun je zeggen: zeur niet, dit zijn de prachtkenmerken van de geboren-winnaar Frank de Boer! En dat hij tegenstanders nooit serieus neemt hoort nu eenmaal bij de superieure status van de club Ajax, die het binnenlands nog heeft. Bovendien: wat is er mis mee dat hij naar totale perfectie streeft? Dat hij eindeloos slijpt aan een Cruijffiaans spelsysteem, dat op een gegeven moment zó geperfectioneerd en geïnternaliseerd is, dat de club, zelfs zonder de onlangs vertrokken vedetten, op het zelfde niveau dóór kan blijven schaken? Ik zou zeggen: klopt! Maar hoe blij moet je zijn dat dat inderdaad is wat De Boer zijn spelers laat doen: schaken? Is het dan niet veel eerlijker die 50.000 arme Arena-bezoekers vooraf te melden dat het een misverstand is dat ze naar een potje voetbal gaan kijken? Zou je dan niet gewoon moeten zeggen: vandaag studeren we op het hoofdveld de Grünfeld-Indisch variant in? Tot wat voor excessen de schaakmanie van Frank de Boer kan leiden, zagen we dit weekend tegen RKC. Hier was geen sprake meer van een ‘tactisch concept’ maar van een ‘tactische wurggreep’: 90 minuten lang ging het balletje van Ajacied naar Ajacied, maar zelden kwam het elftal dreigend in het strafschopgebied of voor het doel. Logisch eindresultaat? 0-0. Een excuus richting publiek was op zijn plaats geweest, maar volgens Frank de Boer, en hij maakte geen grapje, klopte alles, lag alleen het tempo ‘te laag’.

Dodelijk saai

Tot slot: wie ben ik om Frank de Boer tot de orde te roepen? Na drie schalen heeft hij het volste recht om zijn voetbalfilosofie te blijven najagen tot hij de laatste druppel spontaniteit uit ieder talentje in zijn selectie heeft gezogen. Ik zal dat recht niet betwisten en, wie weet, staat Frank de Boer ook in 2014 weer met de schaal in zijn handen omdat zijn ploeg, dankzij de ingeslepen automatismen, over vierendertig wedstrijden het kleinste aantal misstappen heeft begaan. Heel goed mogelijk!

Het enige dat ik beweer, is dat een rechtgeaarde voetballiefhebber onmogelijk een fan kan zijn van de trainer Frank de Boer, zoals die zich de afgelopen drie jaar heeft gemanifesteerd. Parallel aan zijn eigen, slaapverwekkende  persconferenties en volstrekt obligate commentaar achteraf, laat hij Ajax al drie seizoenen lang voetballen als een dodelijk saaie verzameling looplijnen, balcirculaties en breedtepasses.

Frank zal dat ongetwijfeld met een tevreden grijns ‘het controleren van de wedstrijd noemen’, maar ik noem het, met permissie, het systematisch castreren van een volkssport.

Hans van Willigenburg is journalist, schrijver, dichter, spreker en schrijfcoach.