Deskundigen die voor de zoveelste keer roepen dat we ‘verslaafd’ zijn, moeten dringend geopereerd worden aan hun beloningssysteem. Twee weken geleden werd er in de media weer zo’n schattige nepdiscussie gevoerd, zoals alleen deskundigen dat kunnen. Is suiker verslavend, was dit keer de prangende vraag. Aanstichter was Paul van der Velpen van de Amsterdamse GGD. Ja, suiker is verslavend, vertelde hij in de Telegraaf. Om daar met absurde logica aan toe te voegen dat er ‘dus’ een belasting moet komen op suiker, om het gebruik ervan terug te dringen (Van der Velpen denkt blijkbaar dat de tabaksaccijns bedoeld is om het gebruik van tabak terug te dringen. Nee, Paul, lieve schat, dankzij de verslaving is die accijns voor de Staat een uiterst betrouwbare bron van inkomsten).
Nadat enkele organisaties over Paul heen waren gevallen, gaf de Rotterdamse endocrinoloog Jan van der Lelij de GGD-er juist weer gelijk. Suiker is wel degelijk verslavend, schreef hij in het AD, want ‘door het eten van suikers wordt een beloningssysteem in het lichaam geactiveerd. Dit gebeurt ook bij het roken van wiet.’
Helemaal waar.
En het gebeurt ook bij Lingo.
Kijk, een beloningssysteem, dat hebben we allemaal in ons hoofd. Zodra het brein iets aangenaams ondervindt, zal het zijn best doen om diezelfde ervaring zo vaak mogelijk mee te maken. Of het nu gaat om suiker snoepen, televisie kijken, reaguren, op je horloge kijken of een lekkere meid (of vent) nastaren – ons beloningssysteem zorgt ervoor dat we dat alles niet over willen slaan. Tegelijkertijd went het brein aan die aangename prikkel, waardoor we dat gevoel van de eerste keren nooit écht opnieuw ervaren, maar dat geeft niet: dan snoepen we gewoon wat vaker. En zo raken we in de loop van ons leven aan tientallen onschuldige zaken ‘verslaafd’. Alleen gebruiken we dat woord daar meestal niet voor, omdat de meeste van die verslavingen sociaal volkomen normaal zijn. Niemand zal de brave burger die elke avond vier uur tv kijkt, verwijten dat hij ‘verslaafd’ is aan de buis. Maar ik kan u verzekeren: haal de tv weg, en u houdt een potentiële moordenaar over. En wat te denken van al die sporters, van die vieze zwetende hardlopers in de straat, en die agressieve sportfietsers in ons mooie Limburg? Sport is gezond, roepen we in koor. Wat een groteske leugen. Dat manische gesport is het volgens alle denkbare maatstaven een ordinaire verslaving.
Zo kunnen we nog even doorgaan. Kern van de zaak is dat het begrip ‘verslaving’ gerserveerd wordt voor activiyeiten die het belonginssysteem prikkelen maar waar de samenleving een afkeer van heeft. En dat laatste meestal omdat anderen er zo zichtbaar van genieten. Wie verslaafd!’ roept, is meestal gewoon jaloers. Of is zelf verslaafd – aan choqueren. Aan aandacht.
Neem therapeut Herm Kisjes en journalist Mike Calis. Het is duidelijk dat zij stinkend jaloers zijn op de jeugd die zijn tijd momenteel massaal vergooit met staren naar hun iPhone. Vele uren zijn ze er zoet mee. Met whatsappen, en domme berichtjes uitwisselen. Ze letten nergens meer op. Niet op elkaar, niet op de buitenwereld. Hun beloningssysteem maakt overuren. En dus constateren deze therapeut en zijn makker de journalist dat de jeugd last heeft van een vreselijke verslaving: Socialbesitas. (Een uiterst lelijk woord en nu dus ook een boektitel). Een groot deel van de jeugd weet het gewone leven en de iPhone nog redelijk te combineren, schrijven ze (lees: ze hebben hun verslaving onder controle), maar een kleine groep gaat volgens de auteurs volledig ten onder in de digitale wereld. Ze kunnen niet meer leren, slapen slecht, zijn somber, prikkelbaar, kortom: ze moeten moeten zich dringend inschrijven (bij Herm, natuurlijk) voor ‘socialemediatherapie’.
So far, so good. Dat soort gezeur horen we al vele jaren. En de media schrijven het braaf op, alsof ze echt niet in de gaten hebben dat dergelijke auteurs én de media voortdurend in herhaling vallen. En het is zeker te hopen dat het ongelofelijk slecht afloopt met de jeugd van tegenwoordig, want dat heb je altijd met jeugd. Onze generatie neukte, rook en zoop zonder enig nadenken, en zonder iPhone, maar wij zijn helaas brave burgers geworden. Het is te hopen dat deze digitaal doorgerotte jeugd wél de weg naar de totale ondergang weet te vinden, anders komen we er nooit achter hoe fijn dat is.
Kortom, interessanter dan het betoog van deze bange, miezerige heren is natuurlijk hun adembeklemmende kleingeestigheid. Dat twee volwassen mensen menen dat ze ons nogmaals, na al die vreselijke artikelen, al die andere ‘bezorgde’ deskundigen en al die tenenkrommende praatprogramma’s, opnieuw bang moeten (en kunnen) maken met een nieuwe ‘verslaving’, dat is toch wel schokkend. Hoe komen deze twee zo dom? Hoe komt het dat mensen als Van der Velpen, en nu weer die Kisjes en Calis (ze moeten een clownsduo starten!) zo’n enorme behoefte hebben aan aandacht trekken? Hier is uiteraard sprake van een betreurenswaardige, maatschappelijk uiterst schadelijke verslaving. Is het wellicht mogelijk om het beloningscentrum bij hen operatief te verwijderen?
Dat zou duizenden Nederlanders zó ongelofelijk veel goed doen.