“Haal eruit wat erin zit.” Dit moet de gedachte zijn die slachtoffers van een midlifecrisis aanzet tot gênante pogingen om hun vrouw in te ruilen voor een verser exemplaar. Dat knagende gevoel in de onderbuik dat je vertelt dat het leven eindig is en dat het nu of nooit is. Toen ik afgelopen vrijdag de wekelijkse persconferentie van Mark Rutte bekeek dacht ik plotseling: daar is zijn midlifecrisis. Politiek, welteverstaan.
De levensduur van een minister-president is kort: een jaar of zes. Als je mazzel hebt kun je het rekken naar 8 jaar, ijs en weder dienende. Hoe dan ook: het is onafwendbaar dat de partij die je leidt de gunst van de kiezer zal verliezen. Op een dag is men je zat. De enige zekerheid wordt geboden door je politieke opponenten, die langzaam maar zeker een fatale hoeveelheid munitie bij elkaar sprokkelen.
Dit jaar zit Mark Rutte drie jaar in het Torentje. En daarmee kan hij wel eens op de helft zitten van zijn tijd als minister-president. Misschien beseft hij dit en knaagt er iets in zijn onderbuik. Dat unheimische gevoel dat maar tot één conclusie leidt: haal eruit wat erin zit. Haal uit dit land wat erin zit. Is dat waarom hij zich afgelopen vrijdag voor het eerst nadrukkelijk in het publieke debat mengde?
Dat debat was op zichzelf weinig vernieuwend. Een morele oproep van een minister president. Het ging, zoals u weet, om de bedreigingen aan het digitale adres van PvdA-voorzitter Hans Spekman.
Het gaat mij dan ook niet om dit debat, het gaat mij erom dat de minister-president meedoet aan het debat. Dat smaakt naar meer. Papier, gevuld met de teksten voor wetten, moties en amendementen, is geduldig. En hoe pijnlijk het misschien moet zijn voor de politici die geloven dat alle goeds uit de Haagse wettenmachine komt: met wetten los je onze meest fundamentele problemen en ergernissen niet op. Hoe goed bedoeld ook.
Ik wil een minister-president die vertelt wat wij kunnen. Een minister-president die een verhaal vertelt. Dat is namelijk waarvoor wij leiders kiezen: om verhalen te vertellen. Om te leiden en te inspireren. Ons te verleiden een stapje extra te zetten en het beste uit ons zelf te halen. Dat is waarmee hoogleraren hun studenten boven zichzelf laten uitstijgen en waarmee generaals hun troepen in beweging zetten. Maar dat is ook waarmee politici een samenleving aanzetten tot verandering. Hoe moeilijk en schijnbaar beperkt het effect ook mag zijn.
Daarom zit ik niet te wachten op een minister-president die vertelt over koopkrachtplaatjes, groeicijfers of de uitverdieneffecten van een bezuiniging. Die ellende hoor ik wel van het CPB. Als u eruit wilt halen wat erin zit, minister-president, vertel ons dan verhalen.
Vertel ons dat onze dijken er niet liggen omdat wij weglopen als het moeilijk wordt, maar omdat wij dan de handen uit de mouwen steken en iedere meter die we verloren hebben weer herwinnen. Vertel ons waarom wij onze ouders niet op de stoep van een verzorgingstehuis hoeven zetten, omdat wij diep van binnen weten dat het zoveel waardevoller is zelf voor hen te zorgen. Vertel ons dat u gelooft dat wij de staat niet nodig hebben, omdat wij naar elkaar willen kijken. Vertel ons waarom onze alledaagse hufterigheid niet deugt omdat wij zoveel beter kunnen. Vertel ons dat u de kapitein bent van een grote tanker met een piepklein stuurtje en dat wij de golven zijn die u nodig heeft om de koers te verzetten. Kortom: vertel ons wat wij kunnen en u hoopt.
We hangen aan uw lippen. Nu nog wel; de klok tikt.
Martijn Jonk is politicoloog, oud JOVD-voorzitter en momenteel op zoek naar een baan.