Als ik de uitbater van de Apple Store aan het Amsterdamse Leidseplein was, hing ik een gevelbreed spandoek op: WIE IS MELLE DAAMEN EN WAT DOET HIJ PRECIES OM GELD TE VERDIENEN? OHJA, NIKS, HIJ LEEFT VAN SUBSIDIE EN VAN HET MOREEL FISTFUCKEN VAN BEDRIJVEN DIE WEL WINSTGEVEND ZIJN. Beetje lange tekst, wel, maar de Apple Store is enorm groot en oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op geëngageerde hipsters dus dat lijkt me de moeite wel waard.
De emo-porno rond de vluchtelingencrisis neemt allengs obscenere vormen aan, met dit verbijsterend staaltje Kijk ons eens Deugen als voorlopig dieptepunt. We hebben het hier dus over de volstrekt subsidie-afhankelijke theaterbaas Melle Daamen die een succesvol bedrijf de maat neemt. Daamen mag dat doen omdat hij niet, maar Apple wel veel winst maakt. Kijk maar: “Apple staat symbool voor multinationals die veel verdienen en weinig belasting betalen.” Een drogreden die al het oudlinkse ressentiment tegen succes en winst in zich herbergt. Het huishoudboekje van Apple heeft precies niets te maken met de vluchtelingenperikelen, namelijk. De rancune druipt er van af, je ruikt de geur van jarenlange gisting in de linkse onderbuik, eindelijk loopt het ventiel slobberend en sissend leeg: winst maken is abject, belasting betalen is goed. De vluchtelingenkwestie als uitlaatklep voor succeshaat en jaloezie.
Daamen en al die andere leed-souteneurs zijn gierend blij met een crisis als deze. Eindelijk weer een helder speelveld: goed (hulpbehoevenden, slachtoffers, medelijden, overheidssteun, emotie) en slecht (winst, zelfredzaamheid, pragmatisme, ratio).
Je kosteloos als Goed kunnen profileren werkt beter als je daarnaast, voor het contrast met jouw Deugen, een ander Slecht noemt. Daamen pakt dit aan als een verzuurd, passief-agressief zeikwijf die gevangen zit in een ingekakt huwelijk, maar niet de moed heeft om er zelf iets van te maken. “Terwijl jij Studio Sport keek, heb ik de vaat weggewerkt en de was opgevouwen. Wat heb JIJ vandaag in huis gedaan?”, bitst zij tegen de kostwinner die in zijn weekend gewoon even met het bord op schoot niks aan zijn kop wil hebben. Ik hoop zo dat het antwoord zal luiden: “Hou toch je bek mens, ik heb het geld verdiend waardoor jij de tijd hebt om hier de martelaar uit te hangen.”
In de welhaast onuitroeibare Generatie’68-mentaliteit is geld krijgen altijd moreel hoogstaander dan het zelf verdienen, zijn slachtoffers altijd beter dan winnaars en moet solidariteit altijd afgedwongen worden. De financiële en sociale consequenties van dit Grote Morele Gelijk liggen echter onveranderlijk bij de overheid, de gewone burger en de belastingbetaler. Het namen and shamen spandoek is een moreel appèl dat derhalve gratuit, maar zeker niet gratis is. Alleen zijn de kosten en lasten van die goedertierenheid nooit voor rekening van degenen die anderen menen te moeten wijzen op hun tekortkomingen daarin. Binnenkort in dit theater van uw geld: een performance waarbij u ondergekotst wordt door sociaal betrokken babyboomers.