Met een opgejaagd gevoel om vooral geen tankstation met GPL (autogas) te missen, krijgt het Franse landschap ineens een onheilspellende kleur. Terwijl het Parc naturel régional du Morvan juist oogverblindend is. Glooiend en vol met witte Charolais koeien. Het gebied beslaat 240.000 hectare en heeft een afmeting van 60 bij 40 kilometer.
Bij Nevers zou ik voor centre ville kunnen kiezen maar iets houdt me tegen. Mijn intuïtie zegt Moulins, maar ook dat voelt niet helemaal lekker. Want achter me weet ik: de meter van de gastank kent geen respijt.
Na tien kilometer stop ik en doe ik een beroep op drie mannen die met verhitte hoofden boven een kokende motor hangen. In mijn ‘papa fûmes une pipe’ Frans leg ik uit wat mijn probleem is. Met wilde gebaren overtuigen ze me alledrie tegelijk dat toch echt alleen Moulins de verlossing zal brengen. Hoe mooi wordt hier de ware volksaard door dit illustere trio verbeeldt: grenzeloos enthousiasme, maar wel met een korrel zout. Want hoe vaak ben ik niet misleid in dit land?
Ondanks mijn scepsis heb ik geen keus. Het wordt dus Moulins, waar ik, zoals voorspeld, tenslotte keurig aansluit in de rij voor GPL. Het laatste stuk naar Saint Honore Les Bains ligt voor me open.
Aankomen tijdens een maaltijd is altijd slechte timing. Aan een lange tafel, overkapt met tentdoek tegen de brandende zon, staren twaalf paar ogen me aan. Welcome stranger, al gegeten? Schuif anders bij ons aan. Klaas, een robuuste Fries, heet me welkom.
Naast hem Doris, zijn vrouw, Oostenrijkse en volgens de site ‘biodynamische, craniosacraal therapeute’. Gespecialiseerd in het ‘opheffen van blokkades en het corrigeren van de levensadem’. Een lange, tanige dame. Ik kijk in een open gezicht met een vreedzame, warme blik, die me meteen op mijn gemak stelt. Zou haar aanwezigheid hier alleen al bijdragen tot innerlijke rust?
Een smeltkroes van Frans, Duits, Engels en Nederlands gaat hier rond over tafel, de kinderen van Klaas en Doris combineren moeiteloos Frans en Duits in één zin.
Terwijl je op een doorsnee overbevolkte camping eerst door de administratieve molen moet, en met het zweet op je rug naar je plek wordt gedirigeerd, word je hier na een glaasje water in alle rust naar je caravan gebracht.
In mijn eigen tempo haal ik mijn Snoek leeg, inspecteer de oude caravan die meteen vertrouwd aanvoelt en rijd ik mijn auto vervolgens naar de parkeerplaats aan het begin van het terrein. Want, blik blijft blik. Dus, met alle respect, wel zoveel mogelijk uit het zicht.