Column

Voetbal: In with the old, out with the new

11-12-2013 09:47

Ik weet dat dit een riskant moment is om dit stuk te schrijven, aangezien Ajax vanavond misschien weleens kan winnen van elf Milanezen en iedereen dan zal zeggen: “zie je wel”. Dan zal het lijken alsof ik ongelijk heb. Dan zal de gapende wond van het Nederlandse voetbal weer heel even bedekt worden door een pleistertje tegen het bloeden. Als Ajax van AC Milan wint, zal het doel van de clubdirectie om “het beste jonge elftal van Europa” samen te stellen, gerechtvaardigd worden. En dan zullen Cruijff en co blijven dromen van een team dat in de voetsporen kan treden van de gouden generatie van 1995. Een droom, waarvan ik je nu al kan vertellen dat ie nooit uit zal komen. Zulke dromen zijn júist het manco van het Nederlandse voetbal op dit moment. Jonge elftallen winnen geen prijzen. Jonge elftallen imponeren niet in Europa.

Sterren in één lijn

De kans dat ooit weer alle sterren in één lijn staan en er een generatie gekweekt wordt met Van der Sars, Kluiverts, twee De Boers, een Seedorf en een Davids, een Litmanen en een Kanu, en natuurlijk een Overmars, is extreem klein. Cillessen is geen Van der Sar, Hoesen is geen Kluivert, Blind is geen Seedorf. En dat zullen ze ook nooit worden. Het Ajax van ’95 wordt altijd, zelfs bij Feyenoord en PSV, aangehaald als gevraagd wordt of een Nederlandse club ooit nog succesvol zal worden in Europa. Maar let’s face it, zo’n generatie zal nooit meer opstaan en bovendien; de tijden zijn veranderd. Tegenwoordig zou Kluivert allang opgekocht worden door een leger oliesjeiks en was Van der Sar derde keeper bij Newcastle United, af en toe verhuurd aan een Championship-clubje om ervaring op te doen.

De niet-Goddelijke voorbeelden

We kunnen beter kijken naar de demografie van de twee laatste succesvolle Nederlandse teams in Europa, die wél bestond uit gewone stervelingen, in plaats van godenzonen: Feyenoord in 2001/2002 en PSV in 2004/2005. Waren dat ook gouden generaties bulkend van de supertalenten? Nee. PSV, dat de halve finale van de Champions League haalde, steunde op ervaren mannen als Mark van Bommel (28), Philip Cocu (35), Wilfred Bouma (27) en André Ooijer (31). Ji-Sung Park was ook belangrijk, hij was al 24. Alex was 23, Gomes ook 24. Ze waren de grote talenten van toen, maar in het huidige PSV zouden ze routiniers zijn. Ibrahim Afellay was 18 jaar, maar hij kon zich optrekken aan de ervaren krachten.

Feyenoord, dat in 2001 de Champions League won, werd gevormd door de steunpilaren Pierre van Hooijdonk (33), Jon Dahl Tomasson (26), Patrick Paauwe (27), Paul Bosvelt (32) en Cees van Wonderen (33). Robin van Persie, achttien jaar oud toen Paauwe in zijn onderbroek met de UEFA Cup op zijn hoofd over het veld wandelde, was geen basisspeler. De grootste Nederlandse voetballer van zijn generatie, was geen basisspeler. Kijk eens naar het Feyenoord van nu, waar Tonny Vilhena op zijn achttiende onbetwist is, net als Jean-Paul Boëtius (19). Ajax speelt met de 19-jarige Viktor Fischer in de basis en PSV stelt Karim Rekik (19), Jetro Willems (19) en Memphis Depay (19) wekelijks op. Zij krijgen allemaal meer speeltijd dan Van Persie destijds. Om nou te zeggen dat ze allemaal grotere voetballers worden dan Van Persie… Nou, nee.

Gokken op de jeugd

Bij PSV zijn Georginio Wijnaldum (23), Luciano Narsingh (23) en Jeffrey Bruma (22) ‘routiniers’, Feyenoord had Stefan de Vrij (21) een tijd als aanvoerder en bij Ajax is dat Siem de Jong (24), terwijl Daley Blind (23) en Kolbeinn Sigthórsson (23) ‘ervaren’ krachten zijn. Dit is toch van de gekken? In het PSV van 2005 en het Feyenoord van 2002 zouden zij slechts talentjes zijn, die in alle rust en zonder al te veel druk konden groeien, en hun wedstrijdjes speelden.

Maar tegenwoordig gooit de traditionele top drie alles op de jeugd. Dit komt bij Feyenoord door geldgebrek, maar Ajax en PSV kunnen ook investeren in meer ervaren spelers, die de jongelingen van hun veel te zwaar wegende verantwoordelijkheden kunnen ontlasten. Toch zetten ze volledig in op de jongelingen, met PSV als voorbeeld van hoe het niet moet, en Ajax voorlopig van hoe het wel moet.

Mentoren

Het is een gok. Spelen met zulke jonkies leidt tot grote wisselvalligheid. De jonge, onervaren talentjes moeten nog veel leren, kunnen geen constant niveau halen en gaan na een hattrick naast hun schoenen lopen (dit is geen sneer naar Davy Klaassen). Ze hebben het leiderschap en de ervaring nodig van oudere spelers, die een voorbeeld kunnen zijn en die leiderschap hebben. Bij Feyenoord doen ze het nog het beste, met Joris Mathijsen (33), Lex Immers (27), Ruben Schaken (31) en Graziano Pellè (28) als mentoren voor de jonkies. Maar ik denk dat de gemiddelde leeftijd omhoog moet. Kijkend naar de demografie van clubs die we als subtop van Europa mogen rekenen, zien we een heel ander plaatje dan bij onze Nederlandse topclubs. Ola John (21) was een dragende speler bij FC Twente en Filip Djuricic (21) bij sc Heerenveen, maar nu bij Benfica zijn ze talentjes die mannen als Eduardo Salvio (23), Nicolas Gaitán (25) en Nemanja Matic (25) voor zich moeten dulden.

De Europese subtop

Bij een club als Zenit St. Petersburg heb je Hulk (27), Axel Witsel (24), Danny (30), Roman Shirokov (32) en Domenico Criscito (26), bij Atlético Madrid zijn Diego Costa (25), David Villa (32), Gabi (30) en Diego Godín (27) de sterren, Shakhtar Donetsk bouwt op Luiz Adriano (26), Douglas Costa (23), Dario Srna (31). Natuurlijk kunnen onze topclubs zich financieel nooit meten met zulke clubs, maar ook als we naar minder poenerige clubs kijken zien we dragende krachten die heel wat ouder zijn dan de meeste topspelers in de Eredivisie. Ajax’ Champions League-rivalen van Celtic hebben volwassen kerels als Fraser Forster (25), Efe Ambrose (25), Scott Brown (28), Anthony Stokes (25) en Georgios Samaras (28) als vedetten. Olympiakos heeft Avraam Papadopoulos (29), Paulo Machado (27), Javier Saviola (31) en Konstantinos Mitroglou (25). Het lijkt gewoon een stuk logischer.

De grote talenten worden toch wel weggekaapt door de grotere Europese clubs, maar je kunt mij niet wijsmaken dat de gehele basiself van PSV zometeen bij een topclub speelt. Want het is geen Ajax uit ’95. In elk ander normaal team wordt een speler als Stefan de Vrij rustig gebracht, bij Feyenoord is hij nu al aanvoerder af en al voor het vierde seizoen basisspeler. Het is allemaal mooi en leuk dat er zo veel talent rondloopt, maar word je hier succesvol mee? Ieder gemiddeld talent kan tegenwoordig doorbreken in de Eredivisie, waardoor de waarde die je moet hechten aan een talentje in Nederland, steeds kleiner wordt.

Tien jaar geleden zei het nog wat als je als jongeling een basisspeler was bij de topclubs. Als ze in het buitenland zagen dat Van Persie, Afellay, of Rafael van der Vaart of Wesley Sneijder wekelijks speelden, wisten ze dat het grote spelers zouden worden. Maar als ze nu een Oscar Hiljemark zien ploeteren bij PSV, trekken ze eerder hun wenkbrauw op, dan dat ze hun portemonnee trekken.

Niet meer all-in op de jeugd

Natuurlijk heeft de traditionele aanpak – waarin je de kern van je team inkoopt, aangevuld met eigen talenten – hopeloos gefaald. Als je ziet hoe veel aankopen er in tien jaar mislukt zijn bij de traditionele top drie alleen al, snap je waarom ze liever inzetten op hun eigen (gratis) talenten. Maar een team met een gemiddelde leeftijd van 22 zal nooit ver komen in Europa. Je ziet het bij Ajax het duidelijkst. Siem de Jong is qua puur talent natuurlijk een mindere voetballer dan pakweg Viktor Fischer of Davy Klaassen. Maar omdat De Jong een paar jaar ouder en wijzer is, is hij toch belangrijker. Hij is geen talentje, hij is een echte kerel die weet hoe het eraan toe gaat in Europese wedstrijden. Zulke spelers moet je dus meer hebben. Je kunt al je grote talenten verkopen, als je je iets minder grote talenten maar behoudt. Dan kunnen het hele belangrijke spelers worden.

En de rest kun je erbij kopen. Dat ging jarenlang mis bij de grote clubs van Nederland, maar dat lag vooral aan de dramatisch slechte scouting. Zelfs een Schotse club als Celtic scout beter, door Virgil van Dijk weg te kapen bij FC Groningen. Er zijn zat spelers met ervaring die best bij een grote club in Nederland zouden willen spelen. Neem Roel Brouwers (32) die al jaren lang zeer gewaardeerd is bij Borussia Mönchengladbach, of Jos Hooiveld (30) die het prima doet bij FC Southampton. Maar iets creatiever mag ook wel. Kijk eens bij de kleinere clubjes in Engeland, Duitsland, Italië en Spanje om daar wat goede spelers vandaan te halen, die goedkoop zijn maar wel kwaliteit leveren. Hoe meer ervaring er in een team is, hoe beter de grote talenten zich kunnen ontwikkelen, zonder te veel verantwoordelijkheid te hoeven dragen. En als die talenten echt zo goed zijn, komen ze echt wel bovendrijven.

Jeugd is niet de toekomst

Aan de ene kant hoop ik dat Ajax gaat winnen van Milan, maar aan de andere kant zou een verlies er misschien toe leiden dat de Nederlandse voetbalwereld eerder af zal stappen van het blinde vertrouwen in jonge ventjes waarvan nog helemaal niet duidelijk is hoe goed ze nou daadwerkelijk zijn. Volledig in blijven zetten op de jeugd is niet de toekomst. Want wie denkt dat Mario Balotelli of Kaká bang worden van een veredeld jeugdelftal heeft het toch echt mis, ook als dat jeugdelftal op een goede dag heeft gewonnen van Barcelona op een slechte dag. Maar als diezelfde Balotelli en Kaká het op moeten nemen tegen elf mannen met ervaring, zullen ze hun tegenstander eerder serieus nemen. En daar hebben ze ook alle reden toe.

Enzio Bakker is oprichter en schrijver van het uitdagende voetbalblog Buitenkant Voet en geeft één keer in de twee weken zijn visie over de voetbalwereld op ThePostOnline.