‘Meent u dat nou, dat u Snowden wilt uitnodigen in de Kamer?’ Ja, natuurlijk. Hij is de enige man in de wereld die ons kan vertellen wat de Amerikanen allemaal bespioneren, hoe ze dat doen – en vooral waarom. ‘Maar Snowden komt tóch niet?’ Waarom niet? Een klokkenluider wil graag vertellen over een misstand, als we hem maar niet uitleveren. ‘Maar dat zullen de Amerikanen toch nooit accepteren?’ Waarom moeten wij bang zijn voor vrienden? Als dat nodig is, zijn het geen vrienden.
Het is niet de eerste keer dat ik het voorstel doe om Snowden naar Nederland te halen. Toen deze klokkenluider nog ergens zat ondergedoken heb ik minister Opstelten gevraagd hem hier een onderkomen te bieden. De reactie van deze minister was ontluisterend: Snowden was een verantwoordelijkheid van de Amerikaanse regering. Nu heeft de klokkenluider onderdak gevonden in Rusland, maar daar moet hij van president Poetin vooral zijn mond houden.
Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken zei onlangs in de Kamer dat hij het zo goed kan vinden met het hoofd van de Amerikaanse NSA. Dat was bedoeld als een geruststelling, maar klonk eerder als een probleem. Ik vind het goed dat we spreken met onze vrienden, een Europees praatclubje hebben opgezet en een antispionage-verdrag willen sluiten. Maar daar zullen de Amerikanen zich allemaal weinig van aantrekken, zolang we niet precies weten wat ze allemaal uitspoken.
Dat wil ik uitzoeken, daarvoor ben ik Kamerlid. Op mijn initiatief gaat een aantal Kamerleden volgende week naar de AIVD, voor een goed gesprek. Daarna gaat de Kamer op mijn initiatief naar Londen, om te spreken met MI5. Daarna hoop ik Snowden snel te spreken. Ook parlementariërs van andere Europese landen zullen Snowden graag willen zien. Plasterk hoeft alleen een verklaring naar de Kamer te sturen dat hij deze klokkenluider niet zal uitleveren.