Volgens VU-hoogleraar Mark van de Vugt is de mannelijke hang naar “oorlogje spelen” een mogelijke verklaring voor de grote aantrekkingskracht van ISIS op jonge Westerse moslimmannen. Toch wordt hier oorlog gereduceerd tot een wel heel nauw begrip: namelijk de kinetische confrontatie op het slagveld. Dit terwijl een strijd niet alleen gevoerd wordt op het slagveld. Conflicten moeten worden gefaciliteerd, gefinancierd en gelegitimeerd en juist hier spelen ook de ISIS-dames een aanzienlijke rol. Het stuk van Mark van de Vugt past in een traditie waarbij een oogje dichtgeknepen lijkt te worden ten aanzien van het aandeel en de rol van vrouwen in gewelddadige conflicten of extremistische organisaties. De praktijk laat echter een ander beeld zien.
Binnen de Duitse Baader-Meinhoff Gruppe en de Ierse IRA werden vrouwen operationele taken toebedeeld, in de eveneens Duitse 2 Juni Beweging kwam het operationele aandeel zelfs neer op een derde. Maar ook ‘onze eigen’ Terror Tanja laat zien dat vrouwen net zo goed Rambo kunnen gaan in de jungle. Dit zou te maken hebben met het progressieve karakter van meer linkse terreurbewegingen, bij conservatieve bolwerken zou de rol van vrouwen beperkt blijven tot “secundaire” taken. Deze bewering, niet zelden te vinden in de literatuur, spreekt niet alleen van Westerse borstklopperij (“onze vrouwen zijn zo geëmancipeerd dat ze zelfs meevechten”) maar reduceren oorlog, conflict en terreur tot alleen de kinetische confrontatie. Dit komt neer op het duiden van 9/11 door alleen te kijken naar de piloten die de vliegtuigen in het WTC vlogen, om op basis daarvan conclusies te trekken over de man-vrouw verhoudingen binnen de hele organisatie.
Dit laat twee verkeerde aannames zien, namelijk (1) dat een terreur-organisatie of conflict zo groot is als diens daden en (2) dat mensen zichzelf nooit tegenspreken.
Allereerst het idee dat een conflict (of “oorlogje spelen”) bij een organisatie zoals ISIS voldoende is om conclusies te trekken over de rol van mannen en vrouwen in het geheel. Dit soort organisaties wordt gekenmerkt door een netwerkachtige structuur waarin diverse “knopen” bestaan. Een netwerk (in de vorm van een soort “bol”) is alleen maar zo sterk als de deelnemers binnenin. Zo is bij terreurbestrijding van Al Kaida al gebleken dat het doden van de leiders weinig zin heeft gehad: pas toen er interne strijd begon te ontstaan om het leiderschap, ging de organisatie op zijn retour. Juist binnen zo’n netwerkachtige omgeving is men afhankelijk van deze (vaak laatdunkend genoemde) “secundaire” taken. Toch faciliteren deze taken de uiteindelijke strijd: geld, explosieven, nieuwe rekruten – ze zijn allemaal nodig. Het netwerk valt pas uit elkaar zodra er opsplitsing gaat plaatsvinden, en bepaalde “lijntjes” nieuwe verbindingen gaan maken (of zich eruit terugtrekken). Hierdoor ontstaan er mogelijk nieuwe netwerken, maar deze gaan altijd ten koste van de eerdere versie – iets dat we duidelijk hebben gezien bij de menage-a-trois tussen Al Kaida, Al Nusra en ISIS.
Ten tweede gaat het idee dat vrouwen in “meer conservatieve” terreurorganisaties een ondergeschikte rol spelen (wat deze ook moge zijn) er van uit dat mensen zichzelf nooit tegenspreken. Want binnen een kalifaat hebben vrouwen niet zoveel te vertellen, dus dat zal binnen ISIS ook wel zo zijn – zo is het idee. De arrestaties (ook in Nederland) van Al-Shabaab aanhangers, maar ook de wens van vrouwen om de eerste vrouw te zijn die een Amerikaan of Brit onthoofd, lijkt dit tegen te spreken. Ook de actieve rol binnen ISIS van een Westers geklede vrouw maakt dat veel analisten op slot draaien. Deze 27-jarige Britse studente werd gearresteerd omdat zij geld naar Syrië wilde smokkelen om de strijd te financieren. Saillant detail was dat het (een niet bepaald kalifaat-proof) Kim Kardashian look-a-like betrof die al snel werd omgedoopt tot jihottie. Onder druk wordt alles vloeibaar, en als je als organisatie geld nodig hebt – heb je geld nodig. Of dit nou wordt gesmokkeld door een Kardashian-look a like of een smurf: het doel heiligt ten slotte de middelen.
Het wordt tijd dat we ISIS gaan bekijken voor wat het is: een netwerk en geen hippe hiërarchische flowchart. Maar bovenal: dat analisten, journalisten en ook wetenschappers hun seksistische bril afzetten en vrouwen actief in terreurorganisaties zien voor wat ze zijn: terroristen. Zoals Tanja Nijmeier geen onschuldig naïef meisje was dat getroffen door sociale ongelijkheid dan maar bussen ging opblazen in de jungle, zo is de 19-jarige Angela net zo min een onschuldig “meisje verleid door barbaren”. Dat vrouwen relatief minder vaak het geweer (of in het geval van ISIS, het mes) ter hand nemen – neemt niet weg dat zij deze bij anderen in de handen drukken met de opdracht om mee te strijden.