De hoofdstad van Nederland is een goede plek om te vertoeven. Structureel staat Amsterdam bovenaan de lijsten met meest leefbare steden van de wereld, vergelijkbaar met Kopenhagen, Bern en Sydney. Op veiligheid scoort Amsterdam een stuk beter dan Brussel, Parijs en Berlijn*. Amsterdam heeft geen no-go gebieden en geen banlieus. Daar mag de stad trots op zijn, en die positie moet Amsterdam ook op z’n minst behouden. Maar juist omdat Amsterdam een behoorlijk veilige stad is moeten we waken voor een veiligheidsobsessie.
De balans tussen veiligheid en vrijheid is van groot belang. Sommige politici willen de stad honderd procent veilig maken door zo streng mogelijk te straffen en de Amsterdammers zo goed mogelijk in de gaten te houden. Ze komen met voorstellen als het weren van asielzoekerscentra in Amsterdam, een verbod op capuchons en petten in het Openbaar Vervoer of het plaatsen van megagrote schermen op pleinen in de stad waarop foto’s van verdachten geshowd worden. Het idee is dat als de overheid maar genoeg maatregelen neemt, de stad uiteindelijk vanzelf veilig wordt. Waar socialisten en sociaal-democraten lang hebben geloofd in sociale maakbaarheid, geloven deze politici in punitieve maakbaarheid. Het probleem is: ook dat sprookje bestaat niet. En tegelijk schaadt het veiligheidsfetisjisme het aanzien van Amsterdam als vrije stad.
Amsterdam heeft een reputatie in de wereld die weinig andere steden hebben: bij Amsterdam denk je aan vrijheid. De stad is dan ook extra aantrekkelijk omdat het geen politiestad is, en omdat openbaar machtsvertoon van de staat zoveel mogelijk beperkt wordt. Maar dat beeld staat onder druk: we zetten steeds meer camera’s verbodsborden en fouilleeracties in.
In Amsterdam zijn sinds 2000 210 toezichtcamera’s opgehangen. Sinds enkele jaren kun je in de stadsdelen Centrum, Oost, West en Zuidoost in een agentenfuik lopen om preventief gefouilleerd te worden. Een derde van de coffeeshops wordt de komende jaren gesloten. Waar in de jaren ’90 op dancefeesten nog XTC-pillen werden getest worden nu tientallen drugshonden ingezet om de bezoekers te besnuffelen. Een wetsvoorstel van Minister Opstelten (VVD) gaat het mogelijk maken om in heel Nederland op elk willekeurig moment gefouilleerd te worden. En dat gebeurt dan wat de minister betreft niet meer zonder aanziens des persoons, maar ‘op basis van een daderprofiel’. Met andere woorden: lijk je op een misdadiger, dan gaan we je fouilleren.
Gemeenteraadsleden hebben recent nog een aantal nieuwe proefballonnen geopperd: grote billboards op centrale pleinen in de stad waar op reuzenformaat de boeventronies van verdachten prijken, zodat Amsterdammers kunnen helpen met de opsporing. Het idee om capuchons en petten te verbieden in het Openbaar Vervoer. Dat zou overvallers, die vaak een capuchon op hebben, ontmoedigen om de bus te nemen. En naast het fouilleren promoot staatssecretaris Teeven (VVD) het doden van inbrekers en wil Minister Opstelten gewone politieagenten gaan uitrusten met tasers, een stroomstootwapen waar in de Verenigde Staten de afgelopen jaren honderden Amerikanen door gedood zijn.
Veiligheid lijkt zo een obsessie geworden in plaats van een middel om mensen een gevoel van vrijheid te geven.
Voor een bloeiende economie is het nodig Amsterdam als vrije stad te (her)ontdekken en dit beeld te versterken. De trekkers van economische groei in steden zijn namelijk de hoogopgeleiden en creatieven. Zij zorgen met kennis en innovatie voor nieuwe economische kansen. Zij richten nieuwe bedrijven op en zij zorgen ervoor dat bedrijven naar Amsterdam komen omdat ze hier de getalenteerde werknemers kunnen vinden die ze nodig hebben. Dit zorgt voor meer banen op alle opleidingsniveaus. Juist deze groep is zeer gevoelig voor het gevoel vrij te kunnen zijn. Natuurlijk willen zij zich veilig voelen, maar ze zullen weinig van hun vrijheid daarvoor in willen leveren. Zodra ze zien dat Amsterdam bezoekers op het stationsplein onthaalt met grote billboards vol foto’s van verdachten maken die talenten rechtsomkeert.
Meer banen, en de kansen van Amsterdammers op die banen vergroten, daar moet de nadruk op liggen in het gemeentelijk beleid. Een veilige stad is daarbij een randvoorwaarde, een middel. Maar de hang naar meer veiligheid mag geen doel op zich worden. Dan zal het de groei van de economie juist schaden.
*Weinig Europese hoofdsteden zijn volgens het onderzoeksbureau Mercer zo veilig als Amsterdam. De stad kwam in 2011 op een 17e plek op de mondiale ‘Personal Safety Ranking’. Berlijn (36), Brussel (40), Parijs (60) en Londen (68) scoorden beduidend minder.
Jan Paternotte is fractievoorzitter van D66 in de gemeenteraad van Amsterdam en woordvoerder veiligheid. Vanavond gaat hij in debat over de balans tussen veiligheid en vrijheid met de fractievoorzitter van de VVD in Politiek Café Libertijn, 20.30, Café Heeren van Aemstel.