Dit had het moment moeten zijn. Dit is de tijd waarin we midden in een griepepidemie zouden moeten zitten. Gewoon een derde van de bevolking rillend in bed. Het heerst. De griep. Maar nee dus. Sommige kranten doen hun uiterste best om er iets ergs van te maken, maar het is alweer niks. Natuurlijk, er zitten er heel wat snotterend thuis. En Carl Koppeschaar van de Grote Griepmeting doet zijn best om ons up to date te houden. Maar het valt allemaal zwaar tegen.
Een paar jaar geleden had je nog de vogelgriep. Maanden achtereen hielden de media ons dagelijks op de hoogte van alle gevalletjes. Want het kon erg worden. Het kon muteren tot iets vreselijk dodelijks. Dan ging de wereld eraan. Maar nee.
Weet u het nog, de Mexicaanse griep? Die uiteindelijk geen Mexicaanse griep mocht heten, en varkensgriep werd? (Waarop ze in Egypte alle varkens de keel doorsneden.) Ruim voor de zomer dook-ie op en de deskundigen wreven zichzelf die zomer verlekkerd in de handen. Een nieuwe griepvariant! En ze leek behoorlijk besmettelijk. Dat werd een wereldramp!
Goed, die nieuwe griep bleek die zomer in Australië (daar is het dan winter, en griepseizoen) weinig schade aan te richten, maar de spanning bleef hoog – met dank aan deskundigen die ruim voor de Maya’s het Einde der Beschaving aankondigden.
Helaas. Alles bleef zoals het was. De griep van 2011-2012 stelde niks voor. En dat lag zeker niet aan het massaal slikken van de Tamiflu, want dat medicijn haalt niks uit (behalve voor de aandeelhouders van Roche).
Ook de griep van 2012-2013 wordt niks. Het griepgolfje begon wat eerder dan normaal, met name in de VS, waardoor de eerste cijfers er vergeleken met vorig seizoen (dat slappe griepseizoen) slechter uitzien. Maar inmiddels heeft het Center for Disease Control al bekend gemaakt dat de griep in de VS op z’n retour is. Het is alweer voorbij.
Ze zijn er niet meer, de dodelijke grieppandemieën van toen. De uitbarstingen die miljoenen het leven kostten. Een beetje griepseizien levert wereldwijd altijd nog enkele tienduizenden doden op, maar dat zijn grotendeels hoogebjaarden die anders kort daarop wel de pijp aan Maarten hadden gegeven.
Hoogtepunt was natuurlijk de Spaanse Griep van 1918-1919, die in z’n eentje meer doden veroorzaakte dan vier jaar Wereldoorlog. En de laatste was de Hong Kong griep van 1967-1968. Daartussen was het eigenlijk om de 10 à 15 jaar raak. Sinds 1968 heeft de griep echter nooit meer zo toegeslagen als vóór die tijd. Waarom was de Spaanse Griep zo extreem?
Niemand weet het. Waarom is er al 44 jaar lang geen echt gevaarlijke griepvariant meer opgestaan? Is er iets gebeurd met de traditionele leveranciers van nieuwe griepen, de varkens en vogels? Niemand die het weet.
Ooit was er de aantrekkelijke theorie dat griepvarianten elkaar in een soort rondedans afwisselden, en dat elke variant na zo’n 70-80 jaar weer een keer toesloeg. Want na die tijd was iedereen die als kind die variant had doorstaan (en toen weerstand had opgebouwd) weer overleden.
Dat zou betekenen dat de beruchte Spaanse Griep ruimschoots gelegenheid heeft om weer toe te slaan. Dat kon elk moment gebeuren. Vandaar al dat recente onderzoek naar de Spaanse Griep, en vandaar ook (deels) de jaarlijks terugkerende grieppaniek.
Maar de Spaanse Griep is dus nergens te bekennen. En de theorie van de terugkerende varianten ligt al op de vuilnishoop der veelbelovende theorieën.
De griep is gewoon niet meer wat het geweest is. Nog steeds gevaarlijk (tegen de honderdduizend versnelde sterfgevallen), maar absoluut niet meer de Gesel Gods van weleer. Misschien is God veranderd. Alleen weten we dat nog niet.
Daarom blijven wetenschappers elk jaar weer waarschuwen voor een vreselijke griepepidemie, en blijven de media elke winter weer voorspellen, nee: hopen dat er een geweldig vreselijke griepepidemie uitbreekt.
Met als gevolg dat er altijd wel een weekje is waarin we massaal met onze snotterende neuzen naar de wachtkamer spoeden. Want wij zijn niet veranderd.