Ik had al zo’n donkerbruin vermoeden dat de duivel op een grote hoop schijt en inderdaad, vertelt de Franse econoom Thomas Piketty, dat is ook zo. De rijken worden rijker en de armen armer. Dat komt niet omdat de rijken zo hard werken of zo bijzonder getalenteerd zijn. Het is vooral een kwestie van mazzel, mythe en een alarmerend gebrek aan moraal.
Wie in een rijk nest is geboren, zal in de regel rijk blijven of nog rijker worden. Een kwestie van mazzel, dus. Het CBS heeft uitgerekend dat in Nederland de rijkste 1 procent (74 duizend huishoudens) bijna een kwart (273 miljard euro) bezit van het totale vermogen. Ons ‘egalitaire landje’ behoort daarmee tot de landen waarin de vermogensverdeling tussen arm en rijk het scheefst is. Waarom zien we dat niet? Omdat we meestal kijken naar de inkomensongelijkheid, die juist klein is. En waar gaat de discussie in Nederland altijd over? Over belasting op inkomens.
Wie zetten zich in die discussie meestal schrap? De middeninkomens. En terecht. Een modaal inkomen is 34.500 euro. Dat is buffelen voor een inkomen dat geen vetpot is, zeker niet als je ook nog een huis hebt dat ‘onder water staat’. Maar ook mensen met topinkomens klagen ach en wee als wordt voorgesteld om het deel dat ze extra veel verdienen, extra zwaar te belasten. Dat is behalve oneerlijk ook een druppel op een gloeiende plaat, is het standaardargument. ‘De rijken kunnen de crisis niet betalen’. Dat kunnen ze dus wél; als je hun vermogen aanpakt.
De rijksten hebben met hun 273 miljard meer geld dan de overheid, die 249 miljard aan inkomsten heeft. We weten al langer dat de miljonairsdichtheid in Nederland hoger is dan het wereldwijde gemiddelde: 2,6 versus 0,9 procent. Waarom blijven de rijksten dan toch steeds buiten schot? Omdat ze met groot succes de mythe hebben verkocht dat hun rijkdom een kwestie van uitzonderlijk talent en enorme werklust is. De Amerikaanse leugen dat elke krantenjongen miljonair kan worden, is ook in ons land in vruchtbare aarde gevallen. Succes is een keuze! En ‘falen’ dus ook – eigen schuld, dikke bult.
Dagelijks lezen we schrijnende verhalen over mensen met beperkingen en gebreken voor wie geen zorg meer is, over het gestegen aantal zelfmoorden sinds het uitbreken van de economische crisis, over het feit dat 1 op de 9 kinderen in Nederland opgroeit in armoede. Intussen lijken de rijken alleen geïnteresseerd in de moraal van hun bankrekening, waarop hun onverdiende vermogen elk jaar verder groeit. Met dank aan u, beste lezer, die wel moet werken voor zijn geld.
Laten daarom politici, volksvertegenwoordigers per slot van rekening, hun verantwoordelijkheid nemen en een deel van dat onverdiende vermogen opeisen en investeren in de samenleving. Ik ben niet tegen ongelijkheid. Maar ik ben wel tegen een ongelijkheid die zo groot wordt dat ze een ontwrichtend effect krijgt. Verschillen tussen mensen zijn prima, maar een tweedeling is dat niet. Die ondergraaft het sociale verband dat toch al zo fragiel is geworden. Bovendien is werken voor je geld echt niet verkeerd; ook niet voor de rijksten.