25 jaar na de val van de Berlijnse Muur is Rusland voor ons nog altijd een vreemd land. Dit jaar liepen de spanningen hoog op, nadat boven Oost-Oekraïne een Nederlands vliegtuig werd neergeschoten. Rusland is in onze ogen vaak roekeloos en onbetrouwbaar. Het is niet vreemd dat wij Rusland zo slecht begrijpen, veel Russen weten zelf ook niet goed raad met hun land. 25 jaar na de val van de Muur worstelen velen nog steeds met de nieuwe politieke verhoudingen.
Dat is in ieder geval de boodschap van Het einde van de rode mens. Daarin beschrijft Svetlana Alexijevitsj het moeizame afscheid van veel Russen van de Sovjet-Unie. De overgang van communisme naar kapitalisme beleven we mee door hun ogen. Alexijevitsj doet verslag van de vele gesprekken die zij jarenlang heeft gevoerd, van het einde van de perestroika en het aftreden van Gorbatsjov in 1991, tot het begin van het presidentschap van Poetin in 2012.
Alexijevitsj sprak met heel uiteenlopende mensen: jongeren en gepensioneerden, artsen en soldaten, bestuurders van de communistische partij en gewone mensen op straat. Het boek eindigt met een bijzonder nuchtere constatering van een oude vrouw: ‘Onder socialisten of kapitalisten, hier verandert niks. Witten of roden, dat maakt ons niet uit. We moeten wachten op de lente. Om aardappels te poten.’
De omgang van veel Russen met hun verleden is voor ons moeilijk te begrijpen. De mens in de Sovjet-Unie wordt sovok genoemd, ‘Sovjetsukkel’, maar tegelijk gezien als iemand om jaloers op te zijn. Een Rus bij een bierkraam zei het zo: ‘Ik ben jaloers op de mensen die een ideaal hadden! Nu leven we zonder ideaal. Ik wil een groot Rusland! Ik herinner me dat niet, maar ik weet dat het heeft bestaan.’
De Sovjet-Unie wordt gezien als een vreemd experiment, maar tegelijk als iets typisch Russisch: ‘Een Rus moet ergens in geloven, het hogere. Imperium en communisme zitten ons in het bloed. Heroïek ligt ons.’ Veel Russen hebben nooit helemaal afscheid genomen van dit verleden. Jonge mensen lopen rond in T-shirts met hamer en sikkel en Stalin is onbegrijpelijk populair: ‘Ik hoef geen Sovjetworst, maar wil wel naar een land waarin een mens mens was. Het ‘gewone volk’ van vroeger heet nu het ‘plebs’. Voelt u het verschil?’
Voor veel mensen in het voormalige Oostblok zullen de verhalen die Alexijevitsj optekende herkenbaar zijn. Voor ons maken ze de houding van veel Russen tegenover het Westen iets begrijpelijker. Zoals het feit dat mensen vaak vol afschuw spreken over een verleden, dat hen tegelijk vervult met nostalgie. Zoals deze man van vijftig, die als zoveel andere Russen klem zit tussen twee werelden:
‘Ik probeer geen Sovjetsul te zijn, maar het lukt me matig. Ik werk voor een privé-ondernemer die ik haat. Ik ben het niet eens met de verdeling van de vette Sovjet-Unietaart en met de graaierij van de privatisering. Ik hou niet van de rijken. Ze pronken op de tv met hun paleizen en wijnkelders. Van mij mogen ze nu in gouden badkuipen in de moedermelk baden. Waarom moet ik dat zien? Ik kan niet naast die lui leven. Het is kwetsend … Het leven is nu beter geworden, maar ook walgelijker.’
Over de oorzaken van deze trots en frustratie is in Het einde van de rode mens niet veel te vinden. Alexijevitsj verwijst vooral naar de klassieke Russische literatuur, zoals Nikolaj Gogol, die schreef over de rusteloosheid van de Russische ziel. Dat walgelijke zat in ieder geval ook in het Sovjetbestuur, waar leiders beloften deden van gelijkheid, maar zichzelf ongehoord verrijkten. Iets wat na de val van de Muur alleen maar erger werd: veel partijbaronnen van de Sovjet-Unie werden de nieuwe oligarchen van Poetins Rusland.
Mijn eerste kennismaking met het Oostblok was in 1988, een jaar vóór de val van de Muur. Een bezoekje aan Oost-Berlijn eindigde toen al snel in de gevangenis. Kritische burgers in het huidige Rusland gaat het niet veel beter af. Maar als we in Europa in vrede willen leven, zullen we toch de trots en de frustratie van veel Russen beter moeten leren kennen. Dit boek geeft in ieder geval een mooi inkijkje. En leert ons een beetje begrijpen waarom wij elkaar na 25 jaar nog steeds zo slecht begrijpen.
Svetlana Alexijevitsj, Het einde van de rode mens. Leven op de puinhopen van de Sovjet-Unie (De Bezige Bij, 2014)