Waarom Geert Wilders geen fascist is

09-11-2015 17:20

Het is moeilijk vat te krijgen op Geert Wilders. Daarom is het een goede gewoonte om de man etiketten op te plakken die hem niet passen, maar waarover zijn tegenstanders zich wel erg tevreden voelen. Wilders werd maandag in de Volkskrant bij monde van de gerespecteerde historicus Dirk-Jan van Baar een ‘echte fascist‘ genoemd. Dat is op zijn allervriendelijkst erg slordig te noemen.

Prijsschieten

Van Baar somt een aantal kenmerken van fascisme op:

 

“Volgens het schoolboekje zijn fascisten voorstanders van sterk leiderschap, met alleenheerschappij in eigen kring. Ze zijn buitengewoon nationalistisch, tegen vreemdelingen, tegen de parlementaire democratie (‘nepparlement’), tegen links, demagogisch (‘ons wordt de mond gesnoerd’), antikapitalistisch, anti-internationalistisch (anti-EU). Altijd verraden de elites (de grachtengordel) het eigen volk. Fascisten verheerlijkten geweld en waren tegen de Joden. Dat is nu anders, door de islam. Wilders is pro-Israël en het tijdperk van knokploegen is voorbij: de bezorgde burger is bang voor de straat.”

 

En hoezee, zie al die weldenkende intellectuelen eens in de valkuil donderen. Dit soort opsommingen van eigenschappen werkt heel handig. Als je er maar voldoende weet te verzamelen, is het prijsschieten. (Ik ga u niet vervelen met een overzicht van andere partijen en politici die sommige van deze criteria ook past; in de Tweede Kamer zitten domweg geen fascistische politici.)

Geweldloos en democratisch fascisme?

Allereerst verdraait Van Baar Wilders’ positie over de parlementaire democratie. Wilders sprak over ‘nepparlement’ op zo’n manier dat hij verwees naar de kwaliteit van de volksvertegenwoordiging. Het was geen oproep het parlement als instituut op te doeken. Van Baar begaat hier een bewuste fout, zodat hij aan Wilders antidemocratische ideeën kan toeschuiven; een duidelijk kenmerk van fascisme.

Nu we dat kenmerk onschadelijk hebben gemaakt, moeten we even kijken naar de implicatie van Van Baars opsomming. Als de criteria die hij noemt gezamenlijk voldoende voorwaarde zijn om een persoon of partij fascistisch te noemen, kunnen we niet anders concluderen dan dat er volgens Van Baar zoiets als een democratisch-gezind fascisme bestaat. Sterker nog, aangezien hij Wilders geen geweldsverheerlijking in de schoenen kan schuiven (Wilders roept steeds op tot geweldloos verzet), bestaat er volgens Van Baar zelfs zoiets als een fascisme dat zowel democratisch-gezind is als geweld afkeurt. Dit, dames en heren, is geen fascisme, dit is een farce.

Stropop

Dat Van Baar deze stropop opzet, is zeer kwalijk. De man is een slimme historicus, maar nu het hem uitkomt, zet hij het voor de geschiedbeoefening zo belangrijke onderscheid tussen voldoende en noodzakelijke voorwaarden bij het grofvuil. Ik kan in ieder geval niet accepteren dat geweldsverheerlijking of antidemocratische ideeën geen noodzakelijke voorwaarden voor fascisme zijn. Tenzij ik natuurlijk Wilders een hak wil zetten, dan vergeet ik al die overtuigingen.