Politiek gefröbel. Dat was het razensnelle oordeel van Ewald Engelen over het vandaag door GroenLinks gepresenteerde essay over Europa. Kinderlijk, naïef, en politiek gevaarlijk bovendien, om in deze tijden de cheerleader uit te hangen voor ‘Brussel’. Het zijn nogal zware woorden, maar ze zijn ook een beetje vreemd. Want als één ding in het essay toch wel als een paal boven water staat, is dat GroenLinks geen vriend van de huidige Europese Unie is. Integendeel: het stuk barst van de kritiek op de EU. En dat is ook logisch, want de EU is momenteel niet groen, en al helemaal niet links. Er is verdomd weinig reden voor een partij als GroenLinks om, anno 2013, Brussels Lof te zingen.
Engelens bewering dat GroenLinks ‘de realiteit van het huidige Europa’ ontkent is dan ook totaal onzinnig. De tekortkomingen van de Unie zijn reëel en zorgelijk, en dat gaat (hoi, D66!) een stuk verder dan alleen het nogal aperte democratische deficiet dat de machtspositie van de burger ondermijnt. Het is reuze makkelijk om te roepen – zoals Engelen voortdurend doet – dat minder Europa de beste oplossing voor het probleem is.
Het klinkt ook lekker daadkrachtig: wat niet functioneert kun je maar beter ontmantelen, zodat het geen problemen meer veroorzaakt. Het is een keuze die je kan maken, maar het is niet de enige keuze, noch noodzakelijkerwijs de meest logische: je kan er ook naar streven de Unie naar je hand te zetten. Niet minder Europa, maar een beter Europa.
Er zijn goede redenen om te kiezen voor dat betere Europa. Uiteindelijk staat of valt alles met de vraag wat je wil bereiken, maar heb je politieke idealen, en geloof je dat politiek kan bijdragen aan het verwezenlijken ervan, dan is ieder bestuurlijk niveau waarop je kan werken aan het verwezenlijken van die idealen essentieel. Dat begint, in Nederland, bij de (deel)gemeente, en loopt via de provincie en het rijk door tot de Europese Unie.
Juist Brussel kan een sleutelrol spelen in het maken van goed beleid – zeker op het terrein van zaken die voor GroenLinks belangrijk zijn: duurzaamheid en solidariteit. Den Haag heeft daar ook een rol in te spelen, maar bepaalde zaken laten zich, in een geglobaliseerde wereld, op nationaal niveau veel minder makkelijk regelen.
Laten we wel wezen: financiële sector en multinationals lachen om ons kabinet, maar ze lachen niet noodzakelijkerwijs óók om Brussel. Precies dat is de een reden dat men zo nadrukkelijk investeert in gelobby in Brusselse kringen: het maakt nogal wat uit wat de Unie beslist: alleen Brussel kan effectief milieunormen opleggen die daadwerkelijk verschil maken; alleen Brussel kan zorgen voor een eerlijk en sociaal Europa zonder scheve concurrentie op de arbeidsmarkt.
Dat Brussel op dit moment te vaak het schoothondje van banken en multinationals is, en te weinig oog heeft voor de belangen van burgers maakt vooral dat het hoog tijd is om, precies zoals GroenLinks zegt, de macht te pakken in Europa, en Brussel naar onze hand te zetten. Het is illusoir te denken dat een bedrijf als, pak hem beet, Monsanto makkelijker aan te pakken is met minder Europa. Integendeel.
Engelen ratelt maar door met dooddoeners over hoe GroenLinks zichzelf midden in de ‘Eurofiele consensus’ zou positioneren, en over hoe de partij zichzelf in alle goede bedoelingen zou verliezen in realiteitsontkennende naïviteit.
Het is een gelikte karikatuur, maar in werkelijkheid denkt natuurlijk helemaal niemand binnen GroenLinks dat de strijd voor de kernwaarden van de partij binnen Europa een makkelijke zal zijn: succes is allerminst verzekerd in een politiek veld dat sinds mensenheugenis gedomineerd wordt door rechtsconservatieve krachten.
Het betekent alleen niet dat je die strijd dan maar niet moet voeren. Alsof een eerlijke en duurzame wereld minder belangrijk wordt omdat de weg erheen complex blijkt te zijn.
Engelen vraagt zich, aan het slot van zijn tirade, openlijk af waarom GroenLinks eigenlijk ook weer op aarde is. Welnu, dat wordt in dat door hem zo verfoeide essay behoorlijk duidelijk neergezet: GroenLinks is op aard’ om te streven naar een wereld waarin de welvaart eerlijk wordt verdeeld en waarin duurzaamheid een leidende factor is.
In een geglobaliseerde wereld als de onze laat een groene economie zich alleen niet zomaar vanuit Den Haag regelen, en stopt eerlijk delen niet bij de landsgrenzen. In het streven naar Groene en Linkse idealen is de Europese Unie dan ook essentieel.
Het is vast niet heel hip, maar wel heel goed en ontzettend belangrijk dat GroenLinks als enige linkse partij (hoi, PvdA! Hoi, SP!) zo ondubbelzinnig voor de linkse idealen kiest. Het is merkwaardig dat een toch behoorlijk idealistisch persoon als Engelen die keuze ‘gefröbel’ noemt.
Miko Flohr is verstokt GroenLinkser. Maar dat had u natuurlijk allang begrepen.