Waiting for Godot: Iers absurdisme in een Amerikaanse gevangenis

02-08-2017 15:23

Vorige week was ik in Dublin, de stad van Oscar Wilde en James Joyce, maar ook van Samuel Beckett. Op een ruige rots, in de zoele zeewind boven een oud vissersdorp, las ik zijn toneelstuk Waiting for Godot (1955). Dit gaat over twee mannen op een verlaten landweg, wachtend op iemand die ze niet kennen – en van wie ze ook niet weten of die ooit zal komen. Daarmee is het verhaal wel verteld.

Toen ik het stuk voor het eerst las – dat moet aan het begin van mijn studietijd zijn geweest – maakte het me zelfs boos. Het was me wat al te absurd en ook al te nihilistisch. Toch ben ik Waiting for Godot blijven lezen – voor de laatste keer dus vorige week in Dublin.

Of het nu de Ierse kust was, of toch de Guinness, dat weet ik niet, maar ik vond het geweldig. Wat een schrijver en wat een stijl. En wat een stuk, over de allereerste vraag, die naar de zin van ons leven. Of toch ook weer niet? Telkens als ik het stuk lees blijft er iets knagen. Het is me soms wat al te somber. Maar waarom blijf ik het verhaal van de zwervers Vladimir en Estragon dan toch lezen? Het stuk leek me ook erg elitair. Maar daar dachten de gevangenen van de beruchte San Quentin State Prison in San Francisco anders over.

 

Vladimir: Nothing you can do about it.
Estragon: No use struggling.
Vladimir: One is what one is.
Estragon: No use wriggling.
Vladimir: The essential doesn’t change.
Estragon: Nothing to be done.

 

De indruk dat we bestaan

Op een nagenoeg leeg podium, op een steen en onder een kale boom, wachten Vladimir en Estragon op ene Godot. Hun handelingen zijn repeterend, evenals hun gesprekken. Het is niet duidelijk waar ze zijn, of wat voor dag het is. Het is overal, het is elke dag. Op het toneel vallen telkens lange stiltes. De mannen willen weg, maar dat kan niet. Want zij wachten. Op Godot. Maar die komt niet. Wel krijgen de mannen bezoek van twee andere mannen, Pozzo en Lucky, die een toneelstukje opvoeren, waarin sociale rollen worden ingenomen die ook net zo goed kunnen wisselen. Maar juist in de herhaling lijken de mannen enige houvast te vinden. Of zoals Estragon aan Vladimir vraagt: “We always find something … to give us the impression we exist?”

In de tijd dat Samuel Beckett Waiting for Godot schreef leefde hij in Parijs, waar in de jaren vijftig het existentialisme populair was (met als leidende figuur Jean-Paul Sartre). Een filosofie die de absurditeit van de wereld en de zinledigheid van het bestaan vierde – een levensopvatting die na de oorlogsjaren overtuigend was. Beckett scheef het stuk oorspronkelijk in het Frans. Het werd in 1952 voor het eerste in Parijs opgevoerd en raakte de gevoelens van een nieuwe generatie intellectuelen in studentenwijk Quartier Latin.

Echter dan het leven

Nog voordat Samuel Beckett het stuk in 1955 in het Engels had vertaald werd het op het Europese vasteland opgevoerd in enkele gevangenissen. De meest bijzondere was echter de opvoering in 1957 in de San Quentin in Amerika, een zwaar bewaakte gevangenis voor de allergevaarlijkste criminelen. De leiding van de gevangenis had aanvankelijk gemengde gevoelens, want hoe zouden deze gevangenen reageren op dit soort experimenteel toneel? Tijdens de voorstelling was de zaal beangstigend stil, maar na afloop brak een luid applaus los. Deze langgestraften herkenden zich blijkbaar goed in de zinledige gesprekken en in het tijdloze wachten.

Waiting for Godot zou nog vaker in San Quentin worden opgevoerd, dertig jaar later zelfs door gevangenen zelf. Reginald Wilson, veroordeeld tot 25 jaar, speelde Estragon. “This is too real, man“, zei hij tijdens een repetitie in 1987. Dit was volgens hem geen toneel, dit was de werkelijkheid. Of in ieder geval de werkelijkheid van deze gevangenis, waar je als gevangene alleen kon overleven als je de juiste rol speelde. Dit maakt Waiting for Godot tot grote kunst, omdat het echter is dan het leven zelf. Samuel Beckett laat zien hoe fictie ons meer inzicht geeft dan feiten.

Het leven een wachten

Het is ongelooflijk knap om het levensgevoel te vatten van Franse intellectuelen in het Quartier Latin, maar ook van Amerikaanse gevangenen in de San Quentin. Maar ik ben geen Franse intellectueel en ik zit ook niet in een Amerikaanse gevangenis. En daar op die ruige rots, in de zoele zeewind, waar ik Waiting for Godot zat te lezen, was het leven lang zo slecht niet.

Het leven is een wachten – en we weten niet waarop. Maar ondertussen is het leven ook vol mooie ervaringen. Lees of bekijk bijvoorbeeld eens Waiting for Godot.

 

https://m.youtube.com/watch?v=Wifcyo64n-w

 

Ronald van Raak schreef eerder over de Russische toneelschrijver Nikolaj Gogol en de Duitse toneelschrijver Bertolt Brecht.