Al ver voordat schaatser Erben Wennemars (35) zijn schaatsen aan de wilgen hing, maakte ik cynische grapjes over hoeveel legers je nodig zou hebben om hem achter een begonia te krijgen. Erben heeft het talent – of moet je zeggen: het grote gat? – om indringend en energiek aanwezig te zijn, veel praatjes te hebben en er enigszins stompzinnig bij te kijken, maar dan wél op een ontwapenende en jongensachtige manier die je er van weerhoudt te zeggen dat hij complete drek uitkraamt. Bovendien is Erben Wennemars een succesvolle en gevierde ex-schaatser. En schaatsers, ook ex-schaatsers, dragen die romantische en blozende wolk van “koek en zopie” voor eeuwig met zich mee. Een wolk waartegen je in het multiculturele Nederland, diep in je hart, niet al te onvriendelijk aan wilt schoppen.
Resultaat? Na het beëindigen van zijn schaatscarrière verspreidde het Wennemars-virus zich, wegens gebrek aan tegendruk, in razend tempo. Je kon geen knop meer omdraaien of daar was Erben. Na het ronden van de laatste bocht schakelde hij van praatjes over zijn prestaties in één moeite door naar praatjes over voetbal, media, vrouwen, monogamie, politiek en Marianne Timmer. Die laatste zat hij een week geleden, als “ervaringsdeskundige”, nog op BNN te stalken over wat hij vond dat ze na haar loopbaan moest gaan doen. Gelukkig poeierde ze hem snoeihard af. (Puntje voor Marianne.)
Knuffelproject
Ik ben van mening, dames en heren, dat mensen als Erben Wennemars – en vergeef me de ouderwetse uitdrukking – “hun plek moeten weten”. Dat hij snel kon schaatsen, leuk. Dat hij het stotteren naar nieuwe hoogten tilde, fijn. Dat hij een aangename verschijning was met een schaatspak aan, tot uw dienst. Maar wat moeten we verder nog met Erben? Wanneer heeft hij blijk gegeven van inzicht of deskundigheid op welk terrein dan ook? Dat Erben in no time hét knuffelproject werd van de publieke omroep en dat hij zijn oeverloze gezwets er maandenlang in allerlei programma’s heeft kunnen dumpen, zegt genoeg over de prioriteiten en belevingswereld van de zendercoördinatoren aldaar.
Erben hoeft voor mij niet per se achter de begonia’s (al zou een jaartje potplant kijken hem goed doen). In het geval hij structurele jeuk aan zijn reet heeft, laat hem dan los in de aula’s van middelbare scholen, MBO’s, HBO’s of andere plekken waar het zogenaamde “energielevel” omhoog zou mogen. Maar ik wil dat georeer van Erben niet meer via een staatsgefinancierde zender op mijn dak krijgen. Als Erben de norm wordt, ben je op weg een Derde Wereld-land te worden. Of zijn ze dat in Hilversum al?
Deze Hans van Willigenburg is niet dezelfde persoon als die man met dat zeemleren hoofd dat ooit ‘Koffietijd’ presenteerde, maar hij heeft wel een eigen website.