Column

Wat hebben we eigenlijk nog in Saudi-Arabië te zoeken?

28-05-2014 13:50

Gisteren plaatste onze nationale werkgeversorganisatie een grote advertentie in een aantal kranten in Saudi-Arabië om nog maar eens nadrukkelijk afstand te nemen van de ‘provocatieve acties’ van Geert Wilders. Binnen een paar dagen vliegt onze minister van Buitenlandse zaken met klamme handen naar de woestijn om er te roepen dat men ons de aberraties van ons nationale enfant terrible vooral niet al te kwalijk moet nemen. Het halve land dag-in-dag-uit als minderwaardig in de hoek zetten is blijkbaar geen punt van zorg, maar o wee, als de nationale handelsbelangen in het geding komen: dan gaat alles uit de kast. Ja, wij Nederlanders weten hoe je een goede boterham moet verdienen.

Land van slavernij, vrouwenonderdrukking en zweepslagen

Het is overigens in principe helemaal niet gek van Timmermans om eens op bezoek te gaan in Ryad. Er zijn namelijk best wat dingen om over te praten. Laat hij zijn gesprekspartners eens vragen naar hoe het nou zit met die vrouw die in 2012 zwaargewond in het ziekenhuis belandde na een ongeluk waarbij haar man om het leven kwam, maar wier hand niet geamputeerd mocht worden omdat ze niemand had die toestemming kon geven voor de procedure – niet omdat zijzelf wilsonbekwaam was, maar omdat haar man er niet meer was, en omdat je als vrouw niet over je eigen amputatie mag beschikken, want stel je voor.

Laat Timmermans met onomwonden nadruk spreken over het wijdverbrijde misbruik van het kafalasysteem, dat ertoe leidt dat buitenlandse werknemers de facto rechteloze slaven worden, waardoor landen van herkomst zoals Indonesië onlangs strenge beperkingen hebben opgelegd aan werkwilligen – om hen tegen zichzelf te beschermen. Laat hij het vooral ook hebben over Raif Badawi, de oprichter van een website voor Saudische liberalen, die onlangs, wegens dit simpele feit tot tien jaar cel, een boete en duizend zweepslagen werd veroordeeld.

Een stukje maatschappelijk verantwoord ondernemen naar de Arabieren toe

Ook het plaatsen van een paginagrote advertentie is in de grond helegaar geen slecht idee van onze werkgevers. Billboards zouden misschien nog effectiever zijn. Misschien zouden Wientjes en consorten in zo’n advertentie subtiel kunnen verwijzen naar de ethische en praktische bezwaren die Nederlandse bedrijven ervaren als ze willen werken in een land waar rechters naar eigen goeddunken mensen kunnen laten oppakken en vastzetten – voor onbepaalde tijd, martelingen inbegrepen.

Misschien zouden ze, naast het publiekelijk plaatsen van holle kreten die slechts bolide en boterham dienen, nadrukkelijk en in alle openbaarheid steun kunnen bieden aan non-gouvernmentele organisaties die werk pogen te maken van mensenrechten, en die er maar niet in slagen voet te zetten op Saudische bodem. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent ook: zorgen dat je je geld zo verantwoord mogelijk verdient in de diverse buitenlanden waar je opereert, nietwaar, meneer Wientjes?

Een tikkeltje potsierlijk

Natuurlijk niet. Zakenbelangen zijn in onze vrijemarktwaanzin zover losgezongen van iedere menselijke realiteit dat elke millimeter ethische scrupule gezien wordt als irrationeel en onwenselijk: Wientjes voert een hypocriet toneelstukje op waarbij hij doet alsof de Nederlandse werkgevers grote problemen hebben met wat Wilders zoal doet, maar uiteindelijk reikt de ethiek niet verder dan de portemonnee.

Wat die advertentie een tikkeltje potsierlijk maakt is de klaarblijkelijke, impliciete aanname dat Saudische krantenlezers te dom zijn om dat te zien. Ongeveer hetzelfde geldt voor het haastig in elkaar geflanste bezoek van Timmermans, al heeft die dan tenminste nog banden met een politieke partij die al jarenlang vrij consequent ten strijde trekt tegen de grote blonde roeptoeter. Goddank zit er op zijn plaats geen VVD-er.

Waarom stoppen we er niet gewoon mee?

De onderliggende vraag is natuurlijk eigenlijk wat we daar überhaupt doen, en waarom we dat bloedgeld zo graag hebben willen. Waarom willen wij, Nederlanders, rijk worden in een land waar de mensenrechtensituatie zo slecht is, waar vrouwen dermate tweederangs zijn, en waar vrijheid van pers en religie niet eens in naam in stand worden gehouden? Waarom stoppen we er niet gewoon mee, en gaan we zaken doen in humaner oorden? Waarom leggen we als samenleving eigenlijk niet wat meer druk op aan ons bedrijfsleven om de winsten zo schoon mogelijk te houden?

Wij, de samenleving, kunnen democratisch bepalen wat we verantwoord zakendoen vinden. Waarom doen we dat eigenlijk niet wat vaker? Een betere portemonnee begint bij de wereld, maar een betere wereld begint ook maar al te vaak bij de portemonnee. Op z’n minst zou onze regering kunnen stoppen om te investeren in de belangen van bedrijven die in dit soort landen wensen te werken. Ga je gang, maar doe het op eigen risico: het is niet de taak van de overheid zich met jullie markt te bemoeien.

Of is onze moraal zo plat als zij lijkt, en wordt zij echt slechts selectief ingezet voor pegels en pecunia? In dat geval, stel ik voor, vervangen we het trotse je maintiendrai, onze nationale wapenspreuk, per direct door een paar andere mooie Franse woorden: à louer – pas très cher.