De champagne werd ontkurkt bij de autoverkopers, Marokkanen, Diederik Stapeltjes en bankiers. Je hoorde het galmen langs de autoboulevards: “Haha. Natuurlijk mevrouwtje, ik ben toch geen politicus. Haha. Nog een kopje koffie?” PR-bureau Edelman presenteerde gisteren haar jaarlijkse onderzoek (PDF) naar vertrouwen in bestuur en bedrijfsleven.
Het onderzoek, gehouden onder 1000 willekeurige respondenten en 200 Nederlandse opinieleiders, was vrij schokkend. Wat resultaten op een rijtje: 10 procent van de respondenten gelooft dat overheidsfunctionarissen de waarheid spreken als ze geconfronteerd worden met een moeilijke kwestie. En of ze nu de waarheid spreken of niet, slechts 11 procent van de respondenten gelooft dat overheidsfunctionarissen competent genoeg zijn om de maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Niet minder dan 8 procent van de respondenten denkt dat overheidsfunctionarissen ethische en morele argumenten overwegen wanneer zij een beslissing nemen.
Ter verzachting: politici en bestuurders zijn niet de enige waarin het vertrouwen daalt. Alle andere sectoren, NGO’s. industrie en -hoe verrassend- de banken, hebben te maken met een dalend vertrouwen. De dames en heren van Edelman geven een tweetal redenen voor het dalende vertrouwen. Het algemene vertrouwen daalt haast continu door wat zij noemen “een verdere democratisering van gezag.” Wat het in feite zegt is dat we steeds minder vertrouwen hebben in ambten en meer in ‘mensen zoals ikzelf’. De tweede reden, meer specifiek voor politici, ligt volgens Edelman aan ‘de val van het kabinet, de zwalkende besluitvorming rondom de hypotheekaftrek en de zorgpremie, en door diverse fraude- en corruptiezaken’.
Nou. Dat valt mee. Op de keper beschouwd vertrouwt nog steeds 62 procent van de respondenten de overheid. Daarmee is het vertrouwen wel voor het derde jaar op rij gezakt en relatief meer gezakt dan in vergelijking met veel andere ontwikkelde, Westerse landen.
Het roept wel wat vragen op. Bijvoorbeeld, een vrij voor de hand liggende: als wij al jaren denken dat politici liegen, waarom laten wij dan toch onze oren tijdens verkiezingscampagnes iedere keer hangen naar onwaarschijnlijke beloften en keiharde leugens? Zijn wij zo stom? Zijn we de psycholoog die tussen zijn eigen vreetbuien door uitstekend kan uitleggen waardoor ze veroorzaakt worden? Stemmen we maar gewoon wat omdat het toch allemaal niet zo gek veel uitmaakt? Of zitten we eigenlijk gewoon heel simpel in elkaar?
Ik gok een milde combinatie van deze vier. Mensen zitten simpel in elkaar.* Daarnaast is het Nederlandse politieke systeem doorgaans een baken van rust. Natuurlijk, we hebben een aantal voortijdig gesneuvelde kabinetten gezien, gepeperde politieke debatten, zware onderhandelingen en spitsvondige tweets van Geert Wilders.
Maar verder poldert het Nederlands politieke systeem er nog steeds lustig op los wanneer het er op aankomt. Dus wat je ook stemt tijdens de verkiezingen, of je nu stemt op de VVD of het CDA, of de PvdA of GroenLinks, je kunt er enigszins vanuit gaan dat er uiteindelijk een acceptabel compromis gevonden wordt. Nog wel.
Het roept ook de vraag op of de strategie die momenteel door de meeste politieke spindoctoren wordt gebruikt duurzaam is. Een steeds verder dalend vertrouwen schaadt misschien de macht van de politieke partij niet direct, maar wel het aanzien en de overtuigingskracht. Een dalend vertrouwen in een ambt, zoals dat van politicus, verhoogt ook de kansen voor al dan niet populistische nieuwkomers onder de partijen. De muntjes voor het carrousel van politieke partijen die liegen, winnen, draaien en verliezen zijn een keer op. Geen enkele bestaande politieke partij is er op de lange termijn mee geholpen. Het land evenmin.
Dit biedt toch ook goed nieuws voor politici. Als u bijvoorbeeld in de overtuiging leefde dat u iemand een plezier deed met uw onwaarschijnlijke beloften of het vertellen van onzin: bespaar u de moeite. Men weet dat u onzin verkoopt en vertrouwt u daardoor minder. U kunt dus gewoon vertellen wat u wilt vertellen. Dat bespaart u en -niet onbelangrijk- ons ook uw pijnlijk langzame draai. Die overgeregisseerde draai die wij allemaal van mijlenver hebben zien aankomen en waar we dan even goed voor gaan zitten. En, wie weet verlengt het ook uw houdbaarheidsdatum. Je weet niet hoe een koe een haas vangt.
Het tweede lichtpuntje is misschien dat het allemaal niet veel slechter kan. En nu er weer een jaar van ingrijpende en grote beslissingen wacht, is het misschien wel een aardig idee om maar gewoon eens te zeggen wat u vindt, denkt en droomt. Zo eerlijk zijn als kan. Neem ons voor de verandering ook eens mee in uw overwegingen. Kortom: doe eens iets anders. We zitten wel simpel in elkaar, maar we zijn niet dom.
* Ik wil graag bij deze al mijn excuses aanbieden aan alle sociale wetenschappers van Nederland.
Martijn Jonk is politicoloog, oud JOVD-voorzitter en momenteel op zoek naar een baan.