Het is de paradox van de oorlog. Het Westen heeft zich tegen de Syrische president Basjar al Assad gekeerd. Hij probeert met alle mogelijke middelen aan de macht te blijven, bombardeert zijn eigen steden en mensen en zijn leger, politie en geheime diensten maken ongelofelijk vuile handen. Zo’n man moet weg, het grootste deel van het volk wil het, het Westen wil het. Wie, o wie zijn de bondgenoten in de strijd tegen Assad? Wie willen hem nog meer weg hebben? Deze bevinden zich op nog geen paar honderd kilometer afstand van het Syrische territorium: Saoedi-Arabië en iets verderop Qatar.
Beide landen zijn financiers en wapenleveranciers van met name de Soennitische opstandelingen. En aan geld en middelen geen gebrek dankzij de olie die beide landen aan de wereld, het Westen incluis, verkopen. Het Westen en Saoedi-Arabië en Qatar hebben een gemeenschappelijk doel: het verdrijven van de dictator. Maar wat er daarna moet gebeuren?
Vanzelfsprekend is het Westen van mening dat in het nieuwe Syrië een democratie moet worden gevestigd waarin alle partijen, en dat zijn er heel veel, een plaats krijgen en waar door middel van overleg en compromis het land weer tot bloei zal komen. Saoedi-Arabië en Qatar is het woord democratie ook op de lippen bestorven. Ook zij erkennen het zelfbeschikkingsrecht van het Syrische volk. Toch zal blijken dat beide opvattingen over democratie hemelsbreed van elkaar verschillen.
Zo is het bekend dat beide Arabische landen geduchte financiers zijn van de salafistische ‘democratische’ partijen in het postrevolutionaire Egypte en Tunesië. Deze partijen spelen het democratische spel mee, maar zouden zij de macht kunnen grijpen dan zullen zij al snel de Sharia toepassen en weg is de democratie.
In Europa woedt intussen de discussie voort over de jihadisten die vanuit het Avondland richting het Midden-Oosten vertrekken om de goede strijd te strijden tegen de ongelovige shiitische kaffer Al Assad. België en Nederland zijn erover in rep en roer. België is realistischer in de aanpak van deze zaak dan Nederland. In België wordt erkend dat jongeren geronseld worden en misschien zelfs door bepaalde moskeeën. In Nederland bezweren televisie-imams als Yassine al Forkani dat bij zijn weten in geen enkele moskee jongeren tot de jihad worden opgeroepen en de AIVD zingt dat deuntje vrolijk mee. Hoe naïef kun je zijn.
Ik weet uit ervaring dat in de kleine gemeenschap die de moslims in Nederland vormt een geheim nooit een geheim is. Gebeurt er iets ongepasts in een moskee in Maastricht dan is dat nieuws diezelfde dag, diezelfde middag, datzelfde uur nog gemeengoed in de hele islamitische gemeenschap in Nederland tot aan de moslims op Schiermonnikoog toe. Maak mij niet wijs dat de jongeren enkel en alleen via internet worden geronseld en al zal dat zo zijn, dan is het toch ook nog eens zo dat de imams in Nederland ook op internet zitten? Iemand als Yassine el Forkani zit op Twitter en volgt onder andere de radicale sjeik Adnan al Aroer, die regelmatig oproept de shiiten in Syrië door de gehaktmolen te draaien.
Enfin, wat is mijn punt? In Syrië is het Westen, en dus wij ook, een –voorzichtige- medestander van Saoedi-Arabië en Qatar en worden middelen geleverd aan soennitische rebellen waar ‘onze’ Nederlandse en Belgische jihadisten zich dus niet bij aan mogen sluiten. Want de jihad is verkeerd en straks, als ze eventueel terugkomen, richten ze zich natuurlijk op ‘ons’.
Dat laatste is overigens de vraag. Jihadi moslims richten zich in hun strijd op de eerste plaats op ‘slechte’ moslims en daarvan heb je er volgens hen heel veel van, ook in Nederland, misschien wel Yassine el Forkani zelf die, was hij een goed moslim geweest in de ogen van de jihadisten, hen juist had moeten ondersteunen.
De ideologie van de Baathpartij van president Al Assad is bij uitstek een gedachtegoed dat in het Westen niet zou misstaan: het is in essentie seculier van aard, waarbij de religie naar een tweede rang wordt verwezen. Vandaar dat het zo ‘populair’ is bij christenen in Syrië en Irak indertijd. Zij vinden er een zekere bescherming in. Het valt te betreuren dat de baathidelogie in Irak en Syrië zo uitgelopen is op onderdrukking, marteling en dood. Het is als zo vaak met ideologieën: mooi op papier, bloedig in de praktijk.
Maar president Assad heeft hoe dan ook een punt in zijn interview van 17 april: het Westen betoont zich direct of indirect een bondgenoot van de opstandelingen, en dus mogelijkerwijs van de aan al Qaeda gelieerde Al Noesra brigades, de club die in het Westerse territorium zo wordt verafschuwd en bestreden. Het is de paradox van de oorlog.
Jan Jaap de Ruiter is als arabist verbonden aan de Tilburg University. @janjaapderuiter.