Het Burgerforum EU heeft het debat over Europa en de toekomst van de Europese samenwerking de laatste tijd nieuw leven ingeblazen. Dat is goed, maar de vraag die zij opwerpen is te simpel. Belangrijker dan een ‘voor’ of ‘tegen’ vraag, is de discussie over de manier waarop. Met het oog op de Europese verkiezingen van volgend jaar, wordt het tijd dat politieke partijen eindelijk en duidelijk kleur bekennen over het ‘hoe’ van Europa.
De Europese Unie is geen doel op zich, maar een middel om gemeenschappelijke ambities te kunnen realiseren. Die ambities zijn een gegeven en dus is Europa dat ook. Het debat dat daarom gevoerd moet worden, is hoe wij Europa kunnen moderniseren. Europa is in de jaren vijftig begonnen met zes lidstaten. Nu, ruim een halve eeuw later, zijn we met 27 lidstaten. Alleen, het Europese apparaat functioneert nog bijna hetzelfde als in de tijd met zes lidstaten. Het is dan ook tijd voor verandering.
Een ander probleem is hoe er in de lidstaten over Europa wordt gesproken. Veel wetgeving wordt in Brussel vastgesteld, omdat het logisch is wanneer de Europese lidstaten op bepaalde vlakken allemaal dezelfde regels hebben. Om die reden zit Nederland ook aan de onderhandelingstafel. Verantwoordelijke ministers leggen besluiten echter vaak niet goed uit in Nederland, en durven onvoldoende verantwoordelijkheid te nemen voor de keuzes die in belang van Europa zijn. Nederland heeft daardoor een vertekend beeld van Brussel. Brussel krijgt vaak ten onrechte de schuld.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het vertrouwen in Europa een forse deuk heeft opgelopen. De gemiddelde Nederlander is het zat dat er van alles voor en over hem wordt besloten, zonder dat hij hier van op de hoogte is. De peiling die Burgerforum EU door Maurice de Hond heeft laten uitvoeren, wordt echter samengevat met de mededeling dat Nederland de Europese Unie “meer dan beu” is. Die conclusie doet het goed in de media, maar doet onvoldoende recht aan de geconstateerde problemen. Twee derde van de deelnemers aan het onderzoek vindt dat de Europese Unie niet democratisch is. Een ruime meerderheid wil geen nieuwe bevoegdheden overdragen aan Brussel.
Er is voorlopig geen enkele reden om nieuwe bevoegdheden over te dragen aan de Europese Unie. Beleidsmatig bieden de huidige verdragen voldoende mogelijkheden voor de Europese instellingen om wetgeving te maken. Meer democratie is wel hard nodig: nieuwe afspraken over de verhouding tussen de nationale regeringen, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Transparantie is daarbij het sleutelwoord. Besluiten moeten in de openbaarheid worden genomen en vervolgens worden verdedigd. De Commissie zou moeten kunnen steunen op een politieke meerderheid in het parlement, zoals dat ook geldt voor de relatie tussen nationale regeringen en hun parlement. Europa wordt daardoor niet alleen democratischer, het wordt ook makkelijker voor alle inwoners om te controleren wat er in Brussel gebeurt.
De komende maanden stellen de politieke partijen hun programma op voor de Europese verkiezingen van mei 2014. Daarbij moet centraal staan hoe de Europese Unie ook in de 21e eeuw de welvaart en het welzijn van haar inwoners kan blijven verbeteren. Ik pleit voor een Unie die zich met een krachtig geluid mengt in wereldwijde discussies over mensenrechten, duurzaamheid, het realiseren van eerlijke wereldhandel en de bestrijding van extremisme en terrorisme. Maar ook een Unie die luistert naar haar burgers en weet wanneer zij zaken aan de lidstaten moet overlaten. Het is de hoogste tijd om het vertrouwen van Nederland in de Europese Unie te herstellen. Laat de discussie daarom gaan over de bouw van een nieuw Europa.
Paul Breitbarth is statenlid voor D66 in Zuid-Holland en kandidaat voor de Europese verkiezingen in 2014.