Rut: “Putt, deze poster al gezien?”
Putt: “Nee. Wat is daarmee dan?”
Rut: “Kijk dan!”
Putt: “Dat is me een hippe wervingsposter voor de politie. Maar ik werk al op een BSO en bij de gemeente hoor. Ben ik dolgelukkig mee.”
Rut: “Lees dan wat er staat! Er staat letterlijk ‘Kun jij duidelijk maken dat niets doen ook overlast kan geven?’. Kun jij dat, Putt?”
Putt: “Niets doen? Geeft overlast?”
Rut: “Ja, dat staat er. Niets doen is mogelijk overlast. Voor wie is dat overlast?”
Putt: “Ja maar één van hen lijkt me overduidelijk een Marokkaan: need I say more?
En ik zie een scooter waarop ze waarschijnlijk later iemand gaan beroven en/of doodrijden en twee gasten zijn aan het pingen waar ze drugs kunnen scoren en deel kunnen nemen aan groepsverkrachtingen. Althans, dat is wat ik zie in dat plaatje. Al met al genoeg reden om in te grijpen dacht ik zo.”
Rut: “Maar ze doen NIETS! Dat zegt deze poster zelf!”
Putt: “In de kiem smoren zeg ik. Het liefst zie ik surveillances bij de plaatselijke scooterzaak of The Phone House. Dat zijn broedplaatsen voor allerhande misstanden in onze hedendaagse maatschappij. Daarnaast zie ik ook nog eens die van die bontkragen. En dat in de zomer!”
Rut: “Oké, bontkraagjes kun je krijgen van me. Een slecht gevoel voor stijl kan ik ze niet ontzeggen. En dat terwijl het waarschijnlijk fotomodellen zijn. Die zouden beter moeten weten.”
Putt: “Rut, dat zijn geen bontkragen. Dat heet haatkragen hoor!”
Rut: “Hoezo haat?”
Putt: “Haat jegens de Israëlische staat , Den Haag, de leerplichtambtenaar en hun kutbaantje als vakkenvuller. Haat tegenover Telegraaf-lezende oudjes die met een grote boog om ze heen lopen.”
Rut: “Tja, maar daar ben ik ook niet per se van gediend. Die oude mensen zouden eens de moeite moeten nemen een gesprekje aan te knopen met die jongeren in plaats van toe te geven aan hun angstgevoelens.”
Putt: “En ze haten ook jou Rut, als ruimdenkende vrije Nederlander. Vieze varkens zijn we in hun ogen!”
Rut: “Meen je dat nou?”
Putt: “Ja Rut. Ze verbergen niet voor niets hun hoofden achter doeken, kraagjes, petjes, capuchons en zonnebrillen. Ze kunnen ons niet eens recht in de ogen kijken zonder toe te geven aan hun walging voor ons. Daarachter gaat een wereld van potentiëel geweld en terreur schuil, en als jij langsloopt is dat reden genoeg voor een uitbarsting. Probeer het maar eens uit als je durft!”
Rut: “Nou ja…dat hoeft nou ook weer niet van mij.”
Putt: “Dat dacht ik al. Aanpakken dus die niets-plegers! Een heel peloton ME-ers eroverheen, met knuppel en schild! En in het kader van ‘eigen verantwoordelijkheid’ melden we ons voor de zekerheid morgen aan bij de politie. Iedereen moet een steentje bijdragen. En misschien krijgen we dan ook wel een schild en een knuppel. En ook van die tazerdingen! Moet je op je ballen zetten, da’s lachen. Zag ik laatst bij ‘The Pain Game’.”
Rut: “Ik doe liever niets denk ik…”