Hoi, ik ben Stella Bergsma. Ik plop woorden op papier als diarree. Ik kots het eruit en moet daarna drie dagen leestekens zetten. Ik schrijf wegwerpshit op propjes. Ik krabbel het op de bodem van de prullenbak. Bagger voor je bakkes. Modder voor je moeder. Waar ik kom, laat ik vlekken achter, vegen in het leven, mijn woorden in je smoel, mijn mening op je wc-papier en het kan me niet schelen of je je reet ermee afveegt.
Ik neuk terug, maak kutafdrukken op je nieuwe bank, pijp je tot ik kom van je gekreun en schreeuw mijn naam van de daken. Ik houd van de wind, van vuurvliegjes en van die algen die de zee verlichten. Ik vind het woord ‘hallo’ het liefste woord dat er is. Ik raak ontroerd door mensen die verontschuldigend glimlachen als ze iets verkeerd hebben gedaan, of in je wang knijpen en ‘troel’ tegen je zeggen. Ik denk dat vriendschap de mooiste liefde is en dat zonder liefde het leven leeg en dood is. Ik geloof in eerlijkheid, iets saaiers dan liegen is er niet. Soms denk ik dat de lucht een stolp is en dat de sterren kleine gaatjes zijn, die licht uit een andere wereld doorlaten.
Ik drink whisky in de ochtend en laat het ijs tinkelen in mijn glas. Ik douche dagenlang niet. Ik blijf graag wakker, want slapen is pootjebaden in de dood. Ik verlies al mijn spullen en vind ze ergens anders weer. Ik mis al mijn treinen en kus de taxichauffeur. Ik ben een voddenprinses met gaten in mijn jurk en een scheefgezakt kroontje op mijn kop. Ik sla je met mezelf om je oren en maak zwarte gaten in je ziel. Ik heb een prachtige mond en putten in mijn kont. Ik zou de zachtste woorden willen horen en op iemands lippen willen slapen. Ik spuit iedere maand liters bloed omdat ik kinderen kan poppen. Ik ben geen hoer en je moeder ook niet. Ik deed haar gisteren nog, ze vond het lekker.
Ik laat me niet neuken zoals ik me laat bedienen in een restaurant. Zelfs niet door Maurits Westerbeek. Ik ben geen diva en machtsspelletjes zijn totaal oninteressant. Wel mag hij een keer voor me koken, ik denk dat hij dat heel goed kan. Ik zie hem voor me in een keukenschortje, roerend in een pan chili, terwijl hij probeert de verwarrende wereld te duiden. Hij prevelt zachte woordjes, terwijl hij wat rode peper toevoegt. We kunnen ook een keer samen in bad gaan en dan lekker spetteren en kirren en een klein zeilbootje naar elkaar toeblazen. En dan trek ik de stop eruit en ontketen ik de laatste feministische golf, want daar had die jongen groot gelijk in.
Dat is wat ik ga doen en iedereen mag mee. Ik ben hier om te blijven. Ik hoef geen ballen, want ik heb een kut. Waar je van kwam en waar je in wilt komen, dat heb ik tussen mijn benen zitten. Ik ben Stella, woordkotser, kutruikster, spermazuigster. Ik stop de wereld in mijn zak en verlies hem om de hoek. Stella Bergsma hier. Heren, zwaai met je penis als ik langskom en dames, schud je tieten. Samen gaan we de toekomst tegemoet. Ik wil voorop tot ik verdwaal. Mijn gedachten zingen liedjes rond de dingen. Ik droom hardop en huil zachtjes.