Er is een uitdrukking dat alles wat je aandacht geeft groeit. Verdriet, hoop, geluk, angst. En ik weet uit ervaring dat dit zo is. Soms verlang ik bijvoorbeeld naar creativiteit als die afwezig is, maar wachten erop werkt niet. Alleen als ik het gebrekkige wat er wel is, water geef, bemest en de ruimte geeft dan komt het, en de dag erna weer. Maar o wee als ik niet opnieuw kom opdagen, dan is het zo weer weg. Met verdriet en angst ligt het iets anders. Van nature geven we die zaken vaak al veel aandacht, omdat die emoties goed kunnen leven in een vernauwd bewustzijn, waarin we niet zoveel weten over wie we zijn en wat we allemaal kunnen. Wat hebben we hier eigenlijk aan op een dag als deze? Een begin van een houding misschien.
Met Trump in het Witte Huis, een gebouw dat in mijn gedachten nu ineens een lachwekkend speelkasteel is, waar ik hem zie lopen als een stampende, verveelde kleuter, klierend en tierend en ‘stomme kut!’ roepend naar zijn personeel, is mijn -en ieders- vraag natuurlijk waar de aandacht -het water, de mest en de ruimte- waaronder hij zo massaal kon groeien vandaan kwam. Een man zonder innerlijk huis in het enorme Witte Huis, een ongeleid projectiel die chronisch ontevreden als hij is, iedereen zal offeren voor zijn kleinzielige genoegens. Wie kon dát laten groeien, uit welke energie, kracht of kille wet van de kansberekening kon dát in vredesnaam opstaan? Hoe is het mogelijk dat al die miljoenen Trump stemmers in Amerika over het hoofd zijn gezien?
Een goed stuk in de Guardian vandaag says it all. Omdat ze voelden, wisten dat ze over het hoofd werden gezien. Trump is het gevolg van wat de liberale -wij weten wel wat goed voor jullie is- elite wilde wegwuiven als gekkigheid. Dat was een stomme gok, want gokken met kiezers die allang hebben gezien dat er geen aandacht meer is, en zal komen, voor hun belangen, dat hun leiders niet meer komen opdagen met oplossingen of ideeën, maar al die aandacht liever stoppen in het onzichtbaar maken van hun bestaan, maakt ze woest. Die groei van hun onzichtbaarheid moest dus stoppen, meer dan wat ook. Om die reden kan ik, wellicht een beetje aangestoken door anderen, ook een gevoel van triomf vandaag niet onderdrukken. Een bittersweet gevoel, dat wel, dat democratie nog wel werkt, maar met het resultaat dat men verdient.
Hoe moet ik een vaag gevoel van triomf en walging voor Trump zonder magisch denken met elkaar verenigen? Een waardeloos leider, maar een -begin van een- overwinning op de deug-elite? Het is teveel om weg te slikken. Ik bewater, wieg en verpleeg dus maar zachtjes de gedachte dat alles wat te lang geen aandacht kreeg, en van gekkigheid dus maar als klimop over de grond alle kanten opging, nu weer als idee in de werkelijkheid bestaat, in het licht te zien is en weer omhoog kan groeien. En vanuit die gebrekkigheid denk ik: het moet maar.