Wilders heeft volkomen gelijk gekregen, maar op één punt niet

25-02-2015 07:01

Toen Geert Wilders nog fractie-assistent van de VVD was, vertoonde hij op zijn verjaardag weleens een video van de steniging van een vrouw in Saoedi-Arabië; “Zo gaat dat daar!” Zijn islamofobie (zo heette dat toen: dat woord is een beetje in onbruik geraakt) werd beschouwd als een privé-hobby van een fractiemedewerker, specialist op het gebied van sociale verzekeringen.

Pas als Kamerlid van de VVD zou Wilders gaan waarschuwen voor het gevaar van de islam. In december 2002 diende hij een motie in waarin de regering werd opgeroepen om stelling te nemen tegen het exporteren van moslimextremisme door het regime in Saoedi-Arabië. “Dat land geeft op grote schaal steun aan extremistische organisaties. Hun lange arm reikt tot in Nederland.” De motie werd aangenomen, maar PvdA, D66, GroenLinks en SP stemden tegen. Dat zouden ze nu niet meer doen.

‘Een liberale jihad’

In april 2003 schreef Wilders samen met Ayaan Hirsi Ali een opiniestuk in NRC Handelsblad onder de titel ‘Een liberale jihad’. Daarin schreven ze:

 

“De droom van de Arabisch-Europese Liga (AEL) om op democratische wijze de sharia in te voeren, moet een droom blijven. Tot behoud van een tolerant en liberaal Nederland moeten ook elementaire rechten en wetten opzij gezet worden bij de aanpak van mensen die ze misbruiken.”

 

Niet zo’n gek standpunt in een tijd waarin een rapper een nummer uitbracht met de tekst:

 

“Fuck Ali Somali

Dit is Ricco Chemicali

Ben aan zet stuur een scudraket

Naar die kankerslet je bent goedkoper dan een easyjet (…)

Met je dichtgenaaide snee bij de VVD hé in de vorm van die kanker-Zalm”

 

Die rap maakte op Marokkaanse sites enthousiaste reacties los.

Extreme standpunten, thans gewoon

Wilders schreef in zijn tien-puntenprogramma van 2004: “Radicale moskeeën moeten verboden worden en radicale moslims het land uitgezet.” Omdat Wilders dat tien puntenprogramma niet wilde intrekken werd hij in september 2004 uit de VVD gezet. Het waren destijds extreme standpunten, die thans gewoon gevonden worden, en soms zelfs regeringsbeleid.

Nu, tien jaar later hebben twee Leidse rechtsfilosofen, Paul Cliteur en Bastiaan Rijpkema, een heruitgave bezorgd van de oratie van George van den Bergh uit 1936 ‘De democratische Staat en de niet-democratische partijen’. In het nawoord verdedigt Paul Cliteur een vorm van weerbare democratie tegen de radicale islam die hij in navolging van Hamed Abdel-Samad met het fascisme vergelijkt.

Islamofascisme

Waar vroeger mensen als Janmaat en Fortuyn die wezen op het gevaar van de islam vergeleken werden met Hitler of Mussolini, worden thans de islamitische fundamentalisten ‘Islamofascisten’ genoemd. Het kan verkeren.

Dat islamofascisme is natuurlijk vooral een scheldwoord, want het fascisme onderscheidt zich van het islamitisch salafisme op tenminste één essentieel punt: het fascisme is tegen de parlementaire democratie met een beroep op de Wil van het Volk, het salafisme beroept zich op Allah. Salafisten willen de parlementaire democratie vervangen door een theocratie.

Dat nawoord van Cliteur is overigens bijzonder interessant en dat geldt ook voor de inleiding van Rijpkema.

Wat te doen?

Dat bijna de helft van de moslims in Europa sympathie heeft voor dat islamitisch fundamentalisme is door de Berlijnse onderzoeker Ruud Koopmans overtuigend aangetoond. Dat het islamitisch fundamentalisme een gevaar vormt voor de Europese beschaving wordt sinds Charlie Hebdo door bijna niemand meer betwist.

Wel lopen de meningen uiteen over wat je ertegen kunt doen. Zowel Wilders als Cliteur wijzen het multiculturalisme aan als een van de oorzaken van ons gebrek aan weerbaarheid tegen de fundamentalistische islam.

Maar het onderzoek van Koopmans toont niet aan dat het multiculturalisme enige invloed heeft gehad op het fundamentalisme. Ruud Koopmans schreef mij:

 

“Er is geen samenhang tussen integratiebeleid en de mate van fundamentalisme of jihadisme te ontdekken, noch in de ene, noch in de andere richting. Landen met multicultureel beleid doen het niet beter, maar ook niet slechter. Het lijkt meer met de samenstelling van de moslimbevolking naar herkomstgroepen en opleidingsniveau te maken te hebben. Sowieso is de internationale variantie niet zo groot: overal in West-Europa geldt dat tussen een derde en de helft van de moslims er fundamentalistische en xenofobe ideeën op na houdt.”

 

Minder, minder, minder?

De Hollandse bestuurders die theedrinken in de moskee hebben het fundamentalisme onder moslims niet verminderd. En de Fransen hebben met hun assimilatiepolitiek ook niet voorkomen dat meer dan de helft van de moslims in Frankrijk er antisemitische en antidemocratische standpunten op nahouden.

Zou dan de oplossing van Wilders ‘Minder, minder, minder Marokkanen’ helpen? Ik denk het niet, nog afgezien van de vraag of hij dat zou kunnen ‘regelen’ zonder dat het middel erger dan de kwaal wordt.

Onder de fundamentalisten bevinden zich namelijk ook autochtone Nederlanders. Vooral vrouwen die het licht van Allah’s wonderlamp gezien hebben en daarom met explosieven in hun beha een warenhuis binnen kunnen gaan om zich daar op te blazen.

‘Hun eigen schuld’

Hadden Wilders en Cliteur maar gelijk, dan wisten we wat we zouden moeten doen. Nu weten we alleen maar dat het islamitisch fundamentalisme voorlopig onder ons zal blijven en kunnen we alleen de beveiliging opvoeren en onze solidariteit uiten met de slachtoffers. Cliteur laat zien dat in het verleden die slachtoffers maar al te vaak verantwoordelijk werden gehouden voor de bedreigingen waaraan zij blootstonden.

Het idee dat Fortuyn, Van Gogh, de vermoorde Joden en de ultralinkse cartoonisten het toch ook een beetje over zichzelf hebben afgeroepen is gelukkig aan het verdwijnen. Maar omdat wij het maar moeilijk kunnen verdragen dat de wereld niet maakbaar is gaat senator Strik van GroenLinks gewoon door met meer jeugdzorg te eisen, zegt senator Hermans van de VVD dat alleen meer banen het terrorisme een halt toe kunnen roepen en roept senator Faber van de PVV dat de islam het land uit moet (moslims mag ze niet zeggen van het campagneteam). Mevrouw Faber ‘heeft het helemaal gehad met die islam’.

Ligt het probleem niet omgekeerd: de islam heeft het helemaal gehad met mevrouw Faber.