De New York Times had een paar dagen geleden een enorme scoop. Bronnen rondom de partijtop van China hebben aan de krant laten weten dat de huidige president Xi Jinping volgend jaar niet van plan is om zijn opvolger te benoemen. En dit leidt tot bespiegelingen en roddels. Want in een land waar alles is uitgeschreven is elke verandering van het protocol verdacht. President Xi Jinping is nog aan de macht tot en met 2022 maar zou in 2017 al een opvolger aanwijzen. De officiële lezing van de Chinese Communistische Partij is dat Xi wil wachten totdat de mogelijke opvolger meer ervaring heeft opgedaan. Hij wil zeker zijn dat hij de juiste opvolger kiest.
Een perfecte opmaat naar ‘uitstel is afstel’. Want Xi Jinping is niet zomaar de tiende president van China, hij is ook de voorzitter van de Centrale Militaire Commissie, een functie die doorgaans wordt bekleed door de vicepresident en beoogd opvolger van de president. Door deze strategische zet is hij machtiger dan zijn recente voorgangers. Er is op dit moment geen duidelijke tweede man bij de Communistische Partij.
Xi is overigens ook voorzitter van de Commissie van Buitenlandse Zaken en van Economische en Financiële Zaken. Kortom, hij is president, vicepresident en minister van China. De kruimels die dan nog overblijven worden ingevuld door veredelde staatssecretarissen.
En zo wordt het toe-eigenen van alle macht door Xi Jinping zijn sterkste argument om tot in de eindigheid over China te regeren. Want hij zou toch geen knip voor de neus waard zijn als hij het stoutmoedige Chinese Volk een veredelde staatssecretaris als leider in de maag zou splitsen?