‘Kennelijk mogen bepaalde zaken niet gezegd worden in dit verband’, zegt ze woensdag op Radio 1. ‘Ik heb de vrijheid genomen me te uiten en kennelijk moet ik daar voor boeten. Ik vind dat een ambtenaar ook het recht heeft zich te uiten.’ Aldus Yasmina Haifi, de inmiddels geschorste ambtenaar van het Nationaal Cyber Security Center, die zich op Twitter had laten ontvallen dat ISIS een vooropgezet plan is van zionisten die bewust Islam willen zwart maken.
Bij het lezen van deze woorden kon ik een meewarige glimlach niet onderdrukken. Wie leeft in een wereld waarin de voorzitter van een lokale vereniging van voetbalscheidsrechters al het veld moet ruimen vanwege enkele ondoordachte uitspraken op betrekkelijk besloten pagina’s van Facebook, moet niet raar opkijken als hij (in casu: zij) de klos is wanneer men zich als medewerker van een belangrijk overheidsorgaan op het gebied van terrorismebestrijding en staatsveiligheid op het open riool Twitter te buiten gaat aan het ventileren van abjecte complottheorieën.
Om het iets breder te trekken: onze politieke elite, de PvdA voorop, is vergeven van mensen die er kennelijk alles aan gelegen is om de minder frisse kanten van de islamitische wereldgemeenschap met de mantel der liefde te bedekken.
Wordt bij een demonstratie in Den Haag opgeroepen tot jodenmoord, laat burgemeester Van Aartsen via zijn woordvoerder weten dat ‘geen grenzen zijn overschreden’. Verstoren ISIS-aanhangers een vreedzame demonstratie in datzelfde Den Haag, haast de lokale fractievoorzitter van de PvdA zich te zeggen dat dat de te verwachten reactie is op de ‘provocatie’ van de betogers.
Ook de apologie van mevrouw Haifi past perfect in dit patroon: de gruweldaden begaan door ISIS zijn van een dermate afschuwwekkendheid, dat kàn gewoon geen islamitische club zijn, maar moet zijn ontsproten aan het brein van joden. Daarmee weet de cultureel antropologe annex sociologe het in Nederland inmiddels virulente antisemitisme nog van een extra ranzig randje te voorzien: ook de misdaden van ogenschijnlijke moslims zijn, at the end of the day, natuurlijk de joden aan te rekenen.
Het doet ook denken aan het gevleugelde gezegde “Wenn das der Führer wüsste”, waarmee de eenvoudige Duitse burger reageerde wanneer hem misstanden ter ore kwamen in Nazi-Duitsland. Razzia’s op onschuldige burgers? Dodenkampen? Dat kón allemaal niet voortkomen uit de zuiver geachte nazi-ideologie en als Hitler er van af wist, had hij er zeker korte metten mee gemaakt.
Wie een dergelijk gedachtenpatroon koestert, hoort niet in overheidsdienst te werken. De inmiddels wakker geschrokken minister Opstelten (van hem was de uitspraak “Internet en andere websites”) lijkt dat nu ook te realiseren en heeft de jongedame stante pede geschorst.
Het geeft wel aanleiding tot de vraag hoeveel meer ambtenaren er rondlopen die dit soort denkbeelden koesteren en die gewoon te verstandig zijn om ze op het internet te gooien. Het is al zeer bedenkelijk dat iedereen die waarschuwt voor de oprukkende, radicale islam reeds jarenlang wordt gestigmatiseerd, weggezet en een normaal maatschappelijk functioneren praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Eens te meer blijkt, hoe gerechtvaardigd hun waarschuwingen zijn. En des te spijtiger is het, dat er wederom eerst kalveren moeten verdrinken, alvorens de put van het antisemitisme eindelijk eens wordt gedempt.