Op 31 mei jongstleden, net nadat Israël het noodhulpkonvooi Freedom Flotilla aanviel en negen tot negentien mensenrechtenactivisten doodde, werd ik gebeld door een journaliste die op zoek was naar ‘de mening van een expert’. ‘Dit kán toch niet zomaar?’, vroeg ze. ‘Waarschijnlijk kan het wel, zomaar’, antwoordde ik.
Freedom Flotilla vervoerde noodgoederen voor Gaza, dat sinds 2007 volledig wordt afgegrendeld door Israël, en in december 2008 en januari 2009 hevig werd gebombardeerd door Israël. Bijgevolg is Gaza nog meer een getto geworden dan het in 2007 al was. Gebouwen liggen in puin. Primaire en secundaire levensbehoeften zijn schaars. Burgers hebben niets en zitten gevangen.
Onderschept
Freedom Flotilla wilde Israëls illegale blokkade van Gaza doorbreken en de humanitaire crisis aldaar verlichten, maar werd bruut onderschept. Vroeg in de ochtend van 31 mei, toen Freedom Flotilla zich nog in internationale wateren begaf, enterden Israëlische commando’s de schepen. Activisten pakten keukengerei, de commando’s hun geweren. ‘Wie er begon’, voor Israël een enorm issue, is onduidelijk.
Wel duidelijk is dat de Israëli’s enterden en schoten, en dat de mensenrechtenactivisten stierven. Dat op zich klinkt dramatisch genoeg, en kan doen vermoeden dat Israël nu straf zal krijgen.
Nederlandse blokkade
Maar Nederlandse en andere Westerse bewindslieden zullen geen substantiële maatregelen tegen Israël treffen. Dat doen Westerse leiders nooit. Wel hebben ze, tot geen enkele opluchting van de Palestijnen en mensenrechtenactivisten, hun ‘zorgen’ en ‘droefenis’ geuit over de doden, en bovendien hebben ze gehamerd op het belang van een onderzoek. Dat doen Westerse leiders altijd.
Een onderzoeksrapport zal er heus komen, van Israël. Een onafhankelijk onderzoek door de VN zal, zoals zo vaak, worden geblokkeerd door landen als de VS en Nederland. Uiteraard zal in Israëls rapport worden beweerd dat Israël uit ‘zelfverdediging’ handelde, en uiteraard zal die conclusie door Israëls bondgenoten worden onderstreept.
Beroepslobbyisten
In de media worden intussen de verschillende (vooral Israëlische) kanten gehoord. Het valt daarbij op dat nog altijd beroepslobbyisten ditjes en datjes mogen herhalen uit Israëls officiële propaganda. Het was ‘afschuwelijk’, gaf CIDI-lobbyist Ronny Naftaniël een waarheidje om slechtwil prijs in EénVandaag (31 mei jl.), daaraan toevoegend dat ‘Al-Qaida ook aan boord’ was. Ach en wee.
De media-aandacht eindigt steevast enkele dagen nadat de doden zijn gevallen, en dan verstommen ook de straatdemonstraties. In Nederland zien we tegenwoordig, elke keer als Israël veel doden maakt, protestmarsen met moslims van Turkse of Marokkaanse komaf. Regelmatig loopt er een handjevol blanke activisten mee.
Zelden zien we radicale variaties op deze en andere rituelen van politici, media, bezorgde burgers of nog anderen. In het verleden was er vaker tijdelijke discussie en opwinding over Israëls beleid, en werd er vaker beweerd dat de druppel de emmer nu écht heeft doen overlopen, maar nimmer veranderde Israël echt van koers.
Selectieve ophef
Dat komt omdat Israël altijd bestuurd is geweest door leiders die geen oog hebben voor de mensenrechten van de Palestijnen, Oostelijk Jeruzalem en grote delen van de Westelijke Jordaanoever ten koste van alles willen annexeren, en betrekkelijk ongevoelig zijn voor de stem van de internationale gemeenschap. Tegen zulke leiders protesteren is tot dusverre ineffectief gebleken.
De huidige ophef is daarnaast ook selectief. Elke dag opnieuw worden de Palestijnen geconfronteerd met onderdrukking en vernedering. Dag in dag uit ondergaan zij de biopsychosociale traumata van verlies en uitputting. Dat is de realiteit geweest voor de Palestijnen sinds 1948, en dat was het ook in de afgelopen maanden. Maar pas nú, als enkele niet-Palestijnse mensenrechtenactivisten het leven laten, is de wereld voor sommigen te klein.
Verrassingen
Ironisch genoeg is het echter juist de internationale dynamiek van de huidige rel die voor verrassingen kan zorgen. Als activisten wereldwijd in navolging van Freedom Flotilla veelvuldig het ruime sop kiezen richting Gaza en daarmee in conflict komen met Israël, dan kan Israël in een groter internationaal isolement geraken en uiteindelijk gedwongen worden haar Gazabeleid te herzien. De Free Gaza Movement, verantwoordelijk voor Freedom Flotilla en gesteund door morele autoriteiten als Mairead Maguire en Desmond Tutu, heeft in elk geval reeds nieuwe konvooien aangekondigd.
Het is en blijft echter onzeker of hiermee winst kan worden geboekt voor de Palestijnen. Alle winst die er mee gepakt kan worden, is bovendien beperkt. Het Israëlisch-Palestijnse conflict is meer dan Israëls blokkade van Gaza. Hoe belangrijk noodhulp aan Gaza ook is, een structurele oplossing is het niet. Slechts één van de meer fundamentele problemen is dat Israël honderdduizenden kolonisten op Palestijns gebied heeft geplaatst, en systematisch Palestijnen uit dat gebied verjaagt. Zelfs honderd noodhulpkonvooien zullen dat tij niet kunnen keren.
Fadi Hirzalla is bestuurslid van het Nederlands Instituut Palestina/Israël (NIPI). Dit stuk verscheen eerder in Folia, het weekblad van de Universiteit van Amsterdam.