Tweede Kamerleden kunnen zelf wetten maken, als ministers dat nalaten. Onder minister Plasterk gebeurt dat massaal: van het referendum tot de gekozen burgemeester, van weigerambtenaren tot de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren, van het afschaffen van godslastering tot de openbaarheid van overheidsinformatie. Zelf heb ik een wet gemaakt voor bescherming van klokkenluiders. Het optreden van Plasterk beperkt zich vooral tot technische wijzigingen van bestaande wetten en herindelingen waar gemeenten toe besloten hebben.
Minister Plasterk is verantwoordelijk voor één van de grootste bestuurlijke hervormingen ooit: het overhevelen van overheidstaken op het gebied van zorg en ondersteuning naar gemeenten. Maar de wetten worden behandeld door zijn collega’s van zorg en jeugdzorg en van sociale zaken, die ook de uitvoering doen. Plasterk is wel verantwoordelijk voor de coördinatie van dit project, maar die taak is in de praktijk overgenomen door minister-president Rutte. Plasterk is ook verantwoordelijk voor de herinrichting van het bestuur. Daar hoorden we deze week dat de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland zijn plannen voor een Superprovincie hebben afgeschoten.
Het belangrijkste bezwaar van de provincies was ‘het ontbreken van maar het begin van een visie’ van de minister op het bestuur van ons land. Dat bezwaar heeft ook de Eerste Kamer, die de minister al twee keer om een visie vroeg, maar die twee keer te licht bevond – Plasterk is nu bezig aan zijn derde poging. Ik denk dat we het beter zelf kunnen doen.
De Tweede Kamer heeft ook zelf toezichthouder CTIVD een onderzoek laten doen naar de afluisterpraktijken van de NSA, we hebben zelf een commissie Dessens aan het werk gezet om het toezicht op de geheime diensten te verbeteren en we hebben zelf de bezuinigingen op de AIVD verminderd. Het is wel wat meer werk, maar dat is niet erg.
Zonder Plasterk lukt het ook wel.