Zwarte lijsten – De overheid liet zelfs mijn oude moeder onderzoeken

17-04-2015 13:52

Het is tijd dat er dieper wordt gekeken naar hoe de overheid omgaat met persvrijheid, nu Defensie de indruk wekt een zwarte lijst te hebben. Het is het zoveelste voorbeeld van een weinig volwassen reactie op lastige vragen. Een topambtenaar van het ministerie van Defensie wil redacteur Jan Born van EenVandaag op het matje roepen en op een zwarte lijst hebben. Dat blijkt uit stukken die zijn vrijgegeven met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). Deze topambtenaar denkt duidelijk mensen te corrigeren met het uitoefenen van psychologische druk. Op het matje roepen is immers niets meer dan een standje geven. Ook een zwarte lijst is een psychologisch drukmiddel, want op cruciale punten kun je een journalist echt kaltstellen. Dat iemand zulke gedachten heeft, is heel kwalijk.

Niet welkom

Helaas klagen meer journalisten over tegenwerking bij diverse instellingen, variërend van het Openbaar Ministerie tot Defensie. Dat dit soort lijsten er is in alle gradaties wordt al langer vermoed. Zelf ben ik sinds de hack op de OV-chipkaart in 2011 niet meer welkom bij de presentaties van de jaarcijfers van de Nederlandse Spoorwegen.

Familieverslag

Maar vooral de psychologische druk is een goede methode. Toen in 2014 duidelijk werd dat ik onder observatie stond, heb ik inzage geëist in mijn politiedossier. Natuurlijk stond er veel van de spionage op mij, maar ook veel over mijn zus, haar auto met rolstoel voor mijn moeder en andere niet-relevante informatie.

‘Onbekende doodsoorzaak’

Tussen de stukken zat ook een verslag van de Marechaussee over mijn moeder (83) die niets met mijn verslaggeving van doen heeft. Haar leven was in kaart gebracht tot de onbekende doodsoorzaak van haar eerste man in 1959. Nou ja, ze zochten niet goed, want deze beroepsmilitair was toch echt tijdens de dienst om het leven gekomen.

Overheid deinst nergens voor terug

Na confrontatie kreeg mijn moeder excuses, maar de pijn was al gedaan. Mijn moeder (als oud-medewerker van Defensie) voelde zich genomen. Ik was woedend dat zij in mijn journalistiek werd getrokken. Maar het signaal is helder: de overheid deinst er niet voor terug om bij een kritische journalist tot diep in het privéleven door te dringen. Overigens werkt de psychologie wel ten dele. Het besef dat de overheid bereid is je te observeren maakt je onzeker. Ik heb er destijds niets van gemerkt. Dus aan de telefoon spookt altijd de gedachte van een ‘meeluisteraar’ door je hoofd. Een veelgehoorde klacht van mijn verloofde is dan ook dat ik aan de telefoon anders ben dan thuis.

Veel voorbeelden

Er zijn meer voorbeelden van duidelijk voor de voeten lopen van journalisten: het kansloos vervolgen van journalisten bij onwelgevallige verslaggeving, proberen bronnen te achterhalen met strafrechtelijke drukmiddelen, aanhouden van fotografen, hinderen van cameramensen, structureel vertragend werken bij informatieverzoeken, enzovoort.

Recht op vrijheid van meningsuiting zonder inmenging

Allemaal zaken die niet kunnen, want de regel is heel simpel: ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.’

Dit hóórt niet

Minister Jeanine Hennis stelt niets te weten van een zwarte lijst, ondanks de duidelijke mail. Dat is een goede reden om een onderzoek te doen naar de behandeling van EenVandaag, andere journalisten en het functioneren van persvrijheid in het algemeen. In een vrij land horen dit soort praktijken niet.